De afgelopen jaren is al veel in gang gezet voor het verbeteren van de zorg voor mensen met een intensieve zorgvraag en onbegrepen gedrag. Toch blijkt het bieden van passende zorg voor deze cliënten een uitdaging. Daarom is het ministerie van VWS nu het Ontwikkelprogramma Complexe Zorg gestart, als onderdeel van de Toekomstagenda zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking.
“Het is goed om te zien dat de laatste jaren al heel veel is ontwikkeld voor mensen met een complexe zorgvraag en onbegrepen gedrag”, zegt Jeroen Housmans, programmaleider van het Centrum voor Consultatie en Expertise CCE. “Maar in deze complexe zorg hebben erg veel factoren invloed op het resultaat. Heel belangrijk is de huidige personeelsproblematiek in de zorg. Het gaat hier om de meest kwetsbare mensen en juist die zijn het meest gevoelig voor personeelswisselingen, waarvan helaas in de huidige situatie sprake is. Ook de financiering speelt een rol. Er is al jarenlang een tariefdiscussie over VG7, het zorgprofiel dat voor deze mensen van toepassing is. De zorgaanbieders geven aan financiële uitdagingen te ervaren om deze zorg voor al hun cliënten goed te kunnen organiseren.”
Een ander aspect is dat het uitgangspunt van de zorg lang is geweest: wij nemen het over. “Dat is niet langer houdbaar”, zegt Housmans. “Het feit dat zowel de zorgvraag als de personele schaarste groeien, vraagt om nieuwe manieren van organiseren met daarin meer aandacht voor de rol en kennis van verwanten.”
Marly Kiewik, partner gezondheidszorg bij Deloitte, beaamt ook dat steeds meer vormen van samenwerking nodig zijn: “De vergrijzing maakt het kruispunt tussen gehandicaptenzorg en ouderenzorg steeds meer zichtbaar. Ook mensen met een beperking worden gemiddeld ouder en ontwikkelen de ziekten die bij ouderdom komen kijken, zoals dementie. Het is heel belangrijk om die twee werelden te verbinden. Zeker omdat de zorg in pijlers is ingericht. We moeten nu op zoek naar manieren waarop de diverse zorgaanbieders elkaar juist kunnen versterken.”
Doorbraak bewerkstelligen
Met het Ontwikkelprogramma Complexe Zorg hoopt Deloitte een bijdrage te leveren aan de doorbraak waarnaar al geruime tijd wordt gezocht. “Toen VWS ons benaderde met de vraag om hierin ondersteuning te bieden, dachten wij direct: dit vraagstuk moeten we niet alleen vanuit consultancy benaderen”, vertelt Kiewik. “Dit gaat over verandering vanuit verschillende perspectieven. We moeten recht doen aan de doelgroep, de landelijk ontwikkelde kennis waardoor we zorginhoud, veranderkunde en een blik van buiten moeten verbinden. Niet probleem- maar oplossingsgericht werken. Zoeken naar integraliteit en dus niet het probleem alleen door een zorgbril bekijken. Juist zoeken naar het antwoord op de vraag hoe we dingen in samenhang kunnen doen en de dingen kunnen doen die de grootste impact hebben.”
De praktijk induiken en zien wat daar speelt is van cruciaal belang
Het systeem veranderen kan niet op heel korte termijn, beseft Kiewik. “Maar in het samenspel tussen partijen – verwanten, zorgprofessionals en zorgkantoren – is heel veel mogelijk. Hierbij moeten we bijvoorbeeld ook kijken naar de vraag of medewerkers wel optimaal worden ingewerkt om met deze complexe doelgroep te werken, zodat ze niet snel weer afhaken. Ook waardering en roostering zijn belangrijke elementen. Het zijn allemaal zaken aan de achterkant, die je moet beschouwen in samenspel met de voorkant, de leefwereld van de cliënt. Hoe zit iemand in elkaar, wat heeft die nodig?”
Het belang van dat samenspel is heel groot, vult Housmans aan. “Je moet niet alleen de cliënt maar ook diens begeleider centraal stellen. Die moet je ondersteunen en begeleiden in diens professie. Daarvoor is de hele organisatie nodig, van technische dienst tot raad van bestuur. Alles draagt bij aan de kwaliteit van zorg en daarmee aan de kwaliteit van leven van deze mensen.”
Partijen met gerichte expertise
De deelnemende zorgaanbieders in het Ontwikkelprogramma worden ondersteund met een coach en daaromheen is een flexibele schil gecreëerd die ze begeleiding biedt in de uitvoering van het programma.
“Van de partijen hierin is CCE de partij met de meeste ervaring op het gebied van onbegrepen gedrag”, zegt Kiewik. “CCE kan dus niet alleen op casusniveau meedenken, maar ook op het niveau van visievorming. Het Instituut Positieve Gezondheid is de oplossingsgerichte partij die positieve gezondheid in de breedste zin van het woord wil bewerkstelligen bij de cliënt. Het gaat daarbij om veel meer dan zorg, juist ook om het creëren van doorbraken op andere terreinen in het dagelijks leven. Tactus is de partij met kennis over de verslavingszorg. De link tussen de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg wordt steeds groter, dus het is belangrijk ook dit aspect een plaats te geven in het programma.”
Deloitte brengt de verander-coaching en design thinking in. “Daarnaast zijn wij verantwoordelijk voor het landelijk programmamanagement”, zegt Kiewik. “We willen organisaties inzicht geven in het ontwikkelplan waarmee ze de kwaliteit van leven van de cliënt kunnen verbeteren. Dus monitoren we hun stand van zaken en de voortgang die ze gaan boeken. Voor het bereiken daarvan zullen we uiteraard ook de digitale hulpmiddelen inzetten die de zorg ter beschikking staan. Maar die zullen wel ondersteunend zijn. Leidend is de sociale innovatie.”
Commitment vereist
Van de deelnemende zorgaanbieders vraagt het Ontwikkelprogramma vooral commitment, stelt Kiewik. “Iedereen – vanaf de raad van bestuur tot aan de werkvloer – heeft een rol in de veranderopgave. En ook de cliënten en verwanten moeten een stem krijgen. We willen weten: wat kan jullie helpen? Door hen in samenhang met de andere partijen in het programma te betrekken, komen we tot de beste vervolgstappen.”
Housmans voegt toe: “Het programma biedt de zorgaanbieders de kans om bewust uit de waan van de dag te stappen en met een frisse blik naar de problematiek te kijken. Dat vragen we van ze. En vasthoudendheid van de urgentie waarmee ze hieraan beginnen, want afhankelijk van hoe intensief de begeleidingsbehoefte is loopt het programma tien tot achttien maanden. Daarbij is het nadrukkelijk niet de bedoeling dat wij als partijen het vraagstuk overnemen van ze. Het uitgangspunt is: voordoen, samen doen, zelf doen. Ze moeten zelf in de loop van het programma hun rol en positie leren nemen.”
Iedereen die participeert in het programma, ook de design thinkers bijvoorbeeld, moet kunnen begrijpen hoe complexe zorg in de praktijk werkt. “Daarom loopt iedereen die dat nog niet heeft gedaan op de werkvloer mee”, stelt Kiewik. “De praktijk induiken en zien wat daar speelt is van cruciaal belang.”
Kennisdeling
Voor het delen van de kennis die in het Ontwikkelingsprogramma wordt opgedaan, wordt gewerkt met een drietrapsraket. De eerste trap is kennisdeling tussen de zorgaanbieders die eraan deelnemen en daarin dezelfde thema’s oppakken. De tweede trap is kennisdeling tussen alle deelnemende zorgaanbieders. En de derde trap is brede kennisdeling, dus ook naar de zorgaanbieders die niet aan het programma deelnemen.
“Dit laatste doen we met kennispartners in de sector”, vertelt Kiewik. “Ook leggen we hiervoor contact met de zorgkantoren, om de kennis in de regio’s te laten landen. En we sluiten aan bij bestaande initiatieven en de in ontwikkeling zijnde kennisinfrastructuren rondom deze groepen.”
CV
Jeroen Housmans is programmaleider van het Centrum voor Consultatie en Expertise CCE.
Marly Kiewik is partner gezondheidszorg bij Deloitte.