‘Alleen samen kunnen en moeten we de zorg verder brengen’

do 12 december 2024
‘Alleen samen kunnen en moeten we de zorg verder brengen’
Innovatie
Premium

Medio oktober heeft de Nederlandse Vereniging van Bestuurders in de Zorg (NVZD) de Handreiking Effectief Samenwerken uitgebracht. Dit document ondersteunt zorgbestuurders bij het aangaan van waardevolle samenwerkingen binnen de context van de toenemende druk op zorg. Jolanda Buwalda is voorzitter van de raad van bestuur bij Omring, bestuurslid bij NVZD en tevens redactieraadlid bij ICT&health. Samen met Aiko de Raaf, Landelijke Kwartiermaker van het Integraal Zorgakkoord (IZA) van VWS, bespreekt zij waarom samenwerking de zorg verder zal gaan en zal móeten brengen.

“Bestuurders zijn niet alleen meer eindverantwoordelijk voor de continuïteit van hun eigen zorgorganisatie, maar zijn tegenwoordig ook betrokken bij de maatschappelijke opgaven in de regio”, schetst Buwalda. “Zoals schaarste op de arbeidsmarkt, ontoereikende financiële middelen en duurzaamheidsvraagstukken. Het is duidelijk dat we de zorg slimmer, beter en impactvoller moeten organiseren.” En daarvoor is samenwerking nodig, blijkt ook uit het IZA. 

Het IZA is veelbelovend, maar ook ingrijpend, vervolgt Buwalda. Er zijn al veel mooie initiatieven, maar die krijgen vaak nog onvoldoende aandacht. “Het wiel hoeft niet steeds opnieuw uitgevonden te worden. Om zorgbestuurders effectiever te laten zijn in netwerkvorming, samenwerkingen en zorginnovatieroutines, is de Handreiking Effectief Samenwerking opgesteld.”

Dubbele vergrijzing

En dat is broodnodig, benadrukt De Raaf. “Op dit moment is sprake van een dubbele vergrijzing: door de vergrijzende populatie neemt de zorgvraag toe, terwijl de vergrijzing ook een uitstroom van zorgprofessionals veroorzaakt. Over vier à vijf jaar komen we in Nederland 200.000 zorgverleners tekort. Dat lijkt misschien ver weg, maar er zijn in Nederland nu al 500.000 mensen noodgedwongen zonder huisarts. Ook staan 100.000 mensen op de ggz-wachtlijst.”

Eén van de manieren om die toenemende druk op de zorg te verlichten, is door digitale innovatieve oplossingen te omarmen. Innovatie vindt echter niet meer plaats in isolatie, maar juist in coöperatie. Regionale samenwerkingen maken dat mogelijk. De Handreiking van de NVZD gaat in op het veranderende beroep van de zorgbestuurder, waarbij de functie verschuift van organisatiebestuurder naar regio-, samenwerkings- of netwerkbestuurder.”

Vier perspectieven

In de Handreiking komen vier perspectieven op effectieve samenwerking aan bod: de maatschappelijke opgaven, de organisatie, bestuur en toezicht en de samenwerking. Buwalda hierover: “De zorg krijgt met steeds meer samenwerkingsverbanden te maken, wat vraagt om nieuwe strategische en organisatorische vaardigheden. Ook over de samenwerking zelf ontstaan vragen. Wat voor type samenwerkingen zijn er? Hoe worden deze samenwerkingen geformaliseerd? En hoe kunnen we digitale, technologische en datacomponenten ook beleggen en benutten in samenwerkingen? In de Handreiking schetsen we de verschillende perspectieven onder meer vanuit dilemma’s, waar geen goed of fout antwoord op is. Uiteindelijk moeten we vanuit een collectief vermogen het best mogelijke antwoord gaan geven.”

Urgentie en noodzaak zijn versnellers


Complexiteit van de zorg en vereenvoudiging van het systeem is ook een drijfveer voor sectoroverstijgende samenwerkingen, meent Buwalda. Het is volgens haar belangrijk dat patiënten en cliënten geen hogere stelselkunde moeten hebben gestudeerd om te weten bij wie ze voor een zorgvraag moeten aankloppen. 

“Mensen mogen niet langer verdwalen in de complexiteit van het zorgstelsel. Ook is het belangrijk om patiënten te ondersteunen door ze maar één keer een intake te hoeven laten doen. Daarvoor is databeschikbaarheid en het integer delen en ontsluiten van data essentieel. Goede digitale infrastructuur is cruciaal voor dat soort samenwerkingen. Door databeschikbaarheid krijgen burgers eigen regie over hun gegevens en worden dubbele werkzaamheden door zorgprofessionals voorkomen. Dat leidt tot doelmatigheid en heeft een ontzorgend effect. Door samen te werken, kunnen we slimmer omgaan met onze middelen, arbeidsmarkt en regionaal werkgeverschap. We hebben de luxe niet meer om elke zorgorganisatie alles zelf uit te laten zoeken.”

Showstoppers

“Er zijn veel vermeende showstoppers”, ziet Buwalda. “Maar vaak worden deze hindernissen door ons zelf opgeworpen.” Kwartiermaker De Raaf beaamt dat. “Regelmatig zijn de grootste showstoppers ontbrekende kennis en kunde. Voor een goede samenwerking moet men elkaar allereerst kennen. Het IZA heeft het zorgdomein in verbinding gebracht met het sociale domein, waardoor het eerstgenoemde domein de oplossing kan worden voor het laatstgenoemde domein.”

De Handreiking van de NVZD zet zorgbestuurders hopelijk op het spoor van ruimer durven en willen denken, aldus De Raaf. “We komen in de zorg uit een tijd van overvloed, maar gaan door de personeelstekorten naar een tijd van schaarste. Daardoor moeten we weg bij het sectorale denken, want de grootste innovaties komen bijna altijd uit een andere sector. Netwerken en samenwerken maken het mogelijk om van andere sectoren te leren, maar men moet intrinsiek gemotiveerd zijn om die samenwerkingen daadwerkelijk op te zoeken.”

De angst voor het onbekende lijkt ook één van de grootste showstoppers, vertelt Buwalda. “Professionals in de zorg zijn bang om hun routines te veranderen, omdat ze vrezen om hun expertise en ambachtelijkheid kwijt te raken. Maar door digitale innovaties te omarmen, kunnen zorgprofessionals juist nieuwe ambachten verwerven, zoals technische geneeskunde. Denk aan het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) als ondersteuning bij het maken van beslissingen, of de inzet van robotica in de neurochirurgie. Daarmee raak je niets kwijt, maar voeg je juist iets toe aan je vakgebied. Gelukkig lijkt men steeds ontvankelijker te worden voor die nieuwe werkelijkheden.”

Gemeenschappelijk doel en ambitie

Het doel van een samenwerking moet als een paal boven water staan, vindt Buwalda. “Soms is er sprake van netwerk- of samenwerkingsverwarring, waarbij het niet duidelijk is of je samen aan tafel zit om het eindeloos over governance te hebben, of om gedreven door een missie daadwerkelijk passende zorgprestaties te gaan realiseren. Samenwerking beslaat een breed spectrum dat reikt van best practices uitwisselen tot echt transformeren. Bij de hoogste vorm van samenwerken gaat het om een fair share en hebben alle partijen hetzelfde doel, delen ze de verantwoordelijkheid voor de resultaten van de samenwerking en staan alle partijen in voor de risico’s. Urgentie en noodzaak zijn daarbij versnellers.” 

De Raaf vult aan: “Soms moeten zorgorganisaties zich ondergeschikt maken aan het algemeen belang. Door bijvoorbeeld een aantal ziekenhuizen te clusteren rondom het thema monitoring, kan dergelijke zorg slimmer ingericht worden. De paar FTE die daarmee uitgespaard worden, kunnen elders ingezet worden. Regioplatformen waarin de hele regionale zorgketen om tafel zit en afspraken maakt over het algemeen belang van hun inwoners, bieden de inwoners van die regio de best mogelijke zorg. Dat kan betekenen dat het eigen belang van een organisatie daaraan ondergeschikt is en het algemeen belang voorop moeten komen te staan. Zo ziet een volwassen samenwerking eruit.” 

Met regionale samenwerkingen kunnen zorgbestuurders effectief lokale problemen aanpakken, vervolgt De Raaf. In Zeeland zijn bijvoorbeeld te weinig zorgprofessionals. Dat tekort is over vijf jaar opgelopen tot 7.500 professionals. In die regio heeft dat probleem veel urgentie en is het oplossen ervan een gezamenlijk target geworden. In Amsterdam lijken er genoeg huisartsen te zijn, maar spelen andere maatschappelijke problemen. Daar loopt de levensverwachting van inwoners uit verschillende wijken enorm uiteen. 

“In Amsterdam is het gemeenschappelijke doel dan ook om de levensduur van alle Amsterdammers te verlengen. Wanneer een regio zich verbonden voelt door een kwestie, krijgen oplossingen sneller vleugels. Uiteraard zijn er ook problemen die centraal aangepakt moeten worden, zoals databeschikbaarheid, maar voor veel kwesties zijn IZA-oplossingen op regionaal niveau effectiever.”

ICT&health World Conference

Om succesvol samen te werken, moet je als zorgbestuurder diverse expertisedomeinen paraat hebben, stelt Buwalda tot slot. “Op plekken als de ICT&health World Conference kunnen zorgbestuurders in ieder geval hun expertise vergroten. Het is een groot netwerk en platform dat overzicht biedt omtrent technologie, digitaliseringen, kunstmatige intelligentie, innovaties en de toepassingen daarvan in de praktijk. Dat biedt zorgbestuurders en andere betrokkenen de kans om meer inzicht te verkrijgen in de oplossingen die wereldwijd beschikbaar zijn. Door de aanwezigheid van zowel publieke als private partijen ontstaat daarnaast een ontmoetingsplek voor de verschillende spelers in de zorg.” 

Ook De Raaf is enthousiast: “Congressen hebben altijd een bepaalde niche en een eigen perspectief, wat cruciaal is om zorgbestuurders wegwijs te maken in de complexiteit van de uitdagingen waar zij mee te maken krijgen. We zullen in de zorg de digitale innovaties moeten omarmen, want we hebben simpelweg te weinig mensen om dat niet te doen.” 

CV

Jolanda Buwalda is lid van de ICT&health redactieraad, bestuurder bij Omring en bij de NVZD. 

Aiko de Raaf is Landelijke Kwartiermaker Integraal Zorgakkoord van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Auteur

Diede Smeets
Gastauteur