Basalt: digitale technologie ondersteunt revalidatie steeds meer

di 29 september 2020 - 07:51
Willem-Wiegersma-Basalt
Digitalisering
Nieuws

Categorale ziekenhuisgroep voor Medisch Specialistische Revalidatie Basalt (Zuid-Holland) investeert al jaren in onderzoek en innovatie. Zo wil Basalt de veranderende vraag naar medisch specialistische revalidatiezorg in goede banen leiden. Belangrijke uitdagingen zoals toenemende complexiteit van die zorgvraag en personeelskrapte, worden in toenemende mate met digitale technologie tegemoet getreden. Daarvoor is wel een solide financiering nodig, stellen bestuursvoorzitter Willem Wiegersma en senior adviseur zorginnovatie/fysiotherapeut Sander Houdijk.

Basalt behandelt jaarlijks zo'n 13.000 nieuwe patiënten, zowel kinderen als volwassenen, met zeer uiteenlopende problematiek In de afgelopen vijf tot tien jaar is niet zozeer de doelgroep van Basalt veranderd, als wel de wijze van behandeling, waaronder vaker met digitale technologie. Dat ligt deels in het verlengde van de veranderende rol van ziekenhuizen, die steeds meer een interventielocatie worden, ziet Willem Wiegersma.

Digitale technologie ondersteunt

“Dat betekent dat herstel en nazorg steeds meer bij ons soort instellingen komt te liggen", vertelt hij in een interview in ICT&health 5. "Landelijk is er een toename van het aantal patiënten. Om dat aan te kunnen, zijn we korter maar intensiever gaan behandelen. Lag iemand tien jaar geleden nog gemiddeld maanden bij ons, nu is dat eerder weken. Dat kán ook omdat we andere behandeltechnieken gebruiken, in toenemende mate ondersteund door ICT en e-health toepassingen. Denk aan zorg op afstand waarmee we mensen sneller thuis verder kunnen begeleiden.”

Centraal in de missie van Basalt staat volgens Wiegersma dat zorg anders georganiseerd moet worden om aan alle uitdagingen het hoofd te bieden. "Dat betekent meer inzet van technologie, maar ook een andere rol voor patiënten en behandelaren. Technologie maakt het mogelijk dat een behandelaar niet één, maar vijf of tien patiënten tegelijk begeleidt. Dus een toename van de contactintensiteit en een andere functie voor de zorgprofessional. Die wordt meer coachend in het herstelproces. De patiënt krijgt meer regie over dat herstel en zijn of haar leven. Thuis herstellen betekent sneller aan het werk kunnen en deelnemen aan het sociale proces.”

Verandering zorgt voor weerstand

Op veel collega’s komt door deze veranderingen veel nieuws af, ziet Sander Houdijk. "Dat zorgt voor weerstand, gevoed door angst voor het moeten toepassen van wat men niet kent. Lastig bij het gebruik van technologie is dat je daar ook als professional eerst in moet investeren voordat je het kunt toepassen. Je hebt de juiste vaardigheden nodig en een ondersteunende infrastructuur. Dat is niet van vandaag op morgen te realiseren."

In de praktijk betekent dit dat behandelaars veel tijd stoppen in experimenteren met door technologie ondersteunde behandelingen – zoals VR, zorg op afstand – met beperkte vaardigheden en een infrastructuur die nog niet optimaal is. En dat terwijl ze wel zo snel mogelijk een optimale behandeling willen bieden, schetst Houdijk. "De hele zorg worstelt hiermee. Maar we moeten onze grenzen blijven verleggen om daar toch te komen.”

Geen zorgtechnologie in opleiding

Volgens Houdijk wordt ook nog altijd te weinig tijd besteed aan het gebruik van zorgtechnologie in opleidingen. "Zo was er aan ons innovatietraject Fast@home, de voorloper van e-health platform Ik oefen Zelf , een subthema over digitale vaardigheden gekoppeld. Samen met onze samenwerkingspartners Hogeschool Leiden en Haagse Hogeschool zijn we nu een curriculum aan het ontwikkelen dat studenten stimuleert om in hun dagelijks handelen na te denken over het nut van de inzet van e-health. Dat gebeurt nu te weinig omdat het niet in het hoofd zit."

ICT&health 5 verschijnt half oktober.