Bernhoven gaat met huisartsen telemonitoring inzetten

ma 28 oktober 2019 - 08:23
patient having video call with doctor on laptop
Samenwerking
Nieuws

Het Bernhoven ziekenhuis en Zorggroep Synchroon beschikken sinds begin 2019 over een gedeeld dossier voor patiënten met hartfalen. Huisarts, specialist en verpleegkundigen werken in hetzelfde systeem en beschikken zo altijd over de meest recente informatie. In de volgende fase worden de patiënten verder bij het zorgproces betrokken, zoals het gezamenlijk formuleren van leefstijl- en behandeldoelen en het mogelijk maken van zelfmonitoring.

Bernhoven is een ziekenhuis in de regio Oss-Uden-Veghel, met twee poliklinieken speciaal voor chronisch zieken. Zorggroep Synchroon is een samenwerkingsorganisatie van huisartsen in diezelfde regio. Door het gedeelde dossier hoeven patiënten minder vaak naar het ziekenhuis, een minder inspannend huisarts-consult is afdoende. De consulten kunnen eenvoudig worden vastgelegd en er kan snel berichtenverkeer plaatsvinden tussen huisarts en cardioloog. Daardoor hoeven huisartsen minder vaak te verwijzen naar het ziekenhuis.

Geen vertraging

Patiënten met hartfalen hebben te maken met meerdere zorgverleners. Met het gedeeld dossier wordt vertraging door verwijzing en gegevensoverdracht voorkomen en wordt de kans op misverstanden beperkt tot een minimum, stelt Dan Hoevenaars, bestuurslid bij Synchroon en huisarts. Hij stelt dat met behulp van software van Philips VitalHealth huisarts en cardioloog kunnen samenwerken in hetzelfde patiëntendossier.

Dit maakt de behandeling persoonsgerichter en levert een kostenbesparing op, vertelt Bernhoven-cardioloog Marcel Grosfeld. “Als ik minder mensen zie, scheelt dat per jaar zo’n 340.000 euro, heb ik wel eens uitgerekend. Dat geld kan beter naar de huisartsen.” Op termijn kan deze intensief gedeelde zorg in een gezamenlijk patiëntendossier ook gebruikt worden bij andere chronische ziekten zoals diabetes en COPD.

Inzicht in populatie

Grosfeld is één van de aanjagers van het project, samen met enkele collega’s en de kaderarts Hart- en Vaatziekten van Synchroon. De benodigde IT-oplossing is in samenwerking met Philips VitalHealth ontwikkeld en functioneert op VitalHealth’s Coordinate, het keteninformatiesysteem dat in gebruik is bij Synchroon. Projectleider Frank van Summeren: ‘’De patiëntenpopulatie met hartfalen is een groep die nog niet goed inzichtelijk is en tegelijkertijd hoge gezondheidsrisico’s heeft. De oplossing geeft inzicht in de populatie en geeft aanbevolen acties. Zo kunnen we proactief ingrijpen.’’

Van Summeren vindt het bijzonder om te zien dat de samenwerking tussen ziekenhuis en huisartsenpraktijk gewoon geworden is: “Zorgverleners kunnen van elkaars kennis profiteren. De patiënt hoeft niet drie keer zijn verhaal te doen, omdat niet iedere zorgverlener weer opnieuw hetzelfde afvinklijstje hoeft langs te lopen. Het uitwisselen van informatie bevordert de samenwerking.’’

Patiënt beter betrekken

In de volgende fase zal de patiënt verder bij het zorgproces worden betrokken. Door deze beter te informeren, kunnen leefstijl- en behandeldoelen gezamenlijk afgestemd en uitgevoerd worden. Van Summeren stelt dat de hartfalenpatiënt dan beter geïnformeerd is en daardoor samen met behandelaars kan bepalen wat de best passende behandeling is en haalbare doelen stellen.

“Daarnaast gaan we gebruik maken van telemonitoring, zodat patiënten thuis kunnen meten en minder vaak naar het ziekenhuis of de huisarts hoeven. Zorgverleners zien op afstand hoe het gaat en kunnen ingrijpen bij bijzonderheden.”

Telemonitoring vaker ingezet

Telemonitoring wordt steeds meer ingezet door ziekenhuizen en andere zorgverleners. Het levert een besparing in tijd en kosten en biedt meer structurele monitoring. Bij Gezondheidscentrum Dillenburg heeft de inzet van telemonitoring bij stabiele, laagcomplexe CVRM-patiënten met een zelfzorgapplicatie van Philips geleid tot een besparing van drie fysieke consulten per jaar. Uit onderzoek van hartpatiënten die de telemonitoringdienst Hartwacht gebruiken, bleek eerder dit jaar dat er een forse afname was van het aantal verpleegdagen, spoedritten en vooral bezoeken aan de spoedeisende hulp (70%).