Vanaf deze maand wil het instituut Health Innovation NL medische innovaties toetsen voordat ze op de markt komen. Mede-initiatiefnemers en hoogleraren Maroeska Rovers en Carl Moons hopen zo dat innovaties met weinig meerwaarde niet zomaar op de markt komen, terwijl veelbelovende innovaties het juist niet redden.
Een steun in de rug van het instituut is de komst van de MDR (medical device regulation), die vanaf mei 2020 nieuwe verplichtingen voor medische hulpmiddelen meebrengt en bestaande regels duidelijker moet maken. Ook op zorg en gezondheid gerichte apps (software dus) gaat straks als medisch hulpmiddel onder de MDR vallen, zo stelt adviesbureau Deloitte in de eerstkomende editie van ICT&health, dat in februari uitkomt.
Maroeska Rovers is werkzaam bij het Nijmeegse Radboudumc, Carl Moons bij het UMC Utrecht. Zij hebben de afgelopen twee jaar in presentaties bij ruim 50 ziekenhuizen, overheidsinstanties en beroepsverenigingen proberen aan te tonen dat de huidige omgang met medische hulpmiddelen weinig bijdraagt aan goede en betaalbare zorg. Het gaat dan om alles van implantaten tot diagnostische en screeningstests, van e-health software en -apps tot robotrollators, aldus de hoogleraren in de Volkskrant.
Medische innovaties maken beloften niet waar
Terwijl er in Nederland op jaarbasis zo’n 4,7 miljard euro aan dergelijke hulpmiddelen uitgegeven wordt, zouden ze nog weinig waarmaken van hun beloften: aanpakken van het personeelstekort, betaalbaar houden van de zorg, verlagen van de werkdruk en mogelijk maken van de juiste zorg op de juist plek – de verplaatsing van zorg vanuit instellingen dichterbij een patiënt of cliënt.
Zorghulpmiddelen worden tot nog toe vooral getest op veiligheid en niet op zaken zoals effectiviteit en efficiency (iets waar een instituut zoals het NeLL ook verandering in probeert te krijgen). Als ze veilig genoeg blijken te zijn in kleinschalig onderzoek of in het laboratorium, dan krijgen ze een CE-keurmerk en kunnen patiënten en zorgverleners ze gebruiken.
Moons noemt deze situatie voor alle partijen onwenselijk. Leveranciers willen echt wel dat hun producten doen wat zij zeggen. Zorgverleners weten nu niet altijd goed voor welke doelgroep welke innovaties het meest geschikt zijn, terwijl patiënten en cliënten niet weten of ze baat bij een hulpmiddel hebben door een gebrek aan goede evaluaties.
Alle stappen ontwikkelproces
Health Innovation NL, voorheen Hii~Holland, wil nu alle relevante partijen uit alle stappen van het ontwikkelproces van een medische innovatie bij elkaar om tafel zet. Voorbeelden zijn patiëntenorganisaties, Toezichthouders zoals de Nederlandse Zorgautoriteit en het Zorginstituut (dat beslist wat uit de basisverzekering mag worden vergoed), universiteiten die onderzoek doen. zorgverleners, CE-experts en verzekeraars.
Vertegenwoordigers van deze partijen moeten samen adviseren welke stappen voor een bepaalde innovatie gemaakt moeten worden, zodat elke innovatie op een aantal punten geëvalueerd wordt naast veiligheid. Gefragmenteerde subsidies voor medische innovaties zouden ook gebundeld moeten worden. Rovers: “In eerste instantie zien bedrijven ons wellicht als horde. Maar we merken nu al dat ook de ontwerpers hier blij mee zijn. Zij stellen hun producten bij, zodat die effectiever voor de patiënt zijn.”
Zorg betaalbaarder
Moons: “Er gaat veel geld verloren. Als we dat geld zouden kunnen inzetten voor onderzoek naar innovaties die er echt toe doen, wordt de zorg betaalbaarder.” Als voorbeeld noemt de hoogleraar de steeds vaker aangeschafte Da Vinci operatierobots, waarvan alleen bij operaties van prostaatkanker meerwaarde zou zijn aangetoond.