De innovatie-paradox in de zorg

za 11 december 2021 - 08:00
Blog-innovatie-paradox-10-12
Innovatie
Blog

Dag Fenna, zoals jij al weet maar de lezers nog niet, ben ik arts en zojuist gestart met mijn PhD naar Innovatie en zorgtransformatie. Met één been in Tilburg, standplaats van mijn PhD-traject, één been in Utrecht, hoofdkantoor van de samenwerkende topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ) - en met mijn hart in Amsterdam - ga ik de komende vier jaar aan de slag met de puzzel hoe innovatie leidt tot zorgtransformatie. Onderweg van de ene plek naar de ander draait mijn hoofd overuren en loop ik soms vast met vraagstukken die ik je graag voorleg. Graag trap ik onze brievenreeks af met een wat abstract thema. Een uitdaging om in deze eerste brief kort, bondig doch genuanceerd uit te werken, maar: challenge accepted!

Gedurende mijn opleiding tot arts en in de eerste maanden van mijn promotieonderzoek loop ik namelijk aan tegen het feit dat veel mensen klagen over de trage transitie die we doormaken in de zorg. Zoals het Nederlanders eigen is hebben we heel wat aan te merken op onze omgeving, de industrie, het (demissionair)kabinet, onze collega’s, behalve op onszelf.

Als we de klaagzang rondom innovatie kort analyseren, hoor ik dat er structureel te weinig geld is, de administratieve last te hoog wordt en dat het allemaal zo ontzettend traag verloopt. Al jaren wordt er gesproken over de noodzaak van innovatie in de zorg en wanneer stoppen we nou met de ‘blah-blah-blah’ en gaan we over tot actie?

Worstelen door ‘modderstroom’

Bij mij is dat gevoel ook vaker opgekomen en ik heb respect voor de ondernemende zorgverleners die zich al jaren bezighouden met innovatie en zich door een ‘modderstroom’ worstelen om er een succes van te maken. Maar waarom gaat het nou echt zo traag? Natuurlijk is een financiële component onderdeel hiervan, maar toch niet alles? Zo kom ik op de term innovatie-paradox.

Die schijnbare tegenstelling is in de zorg als volgt aanwezig:

Voor het bereiken van een innovatieve organisatie is ruimte voor creativiteit nodig. Deze creativiteit ontstaat op momenten dat er de vrijheid is om op een andere manier dan gewoonlijk processen door te lopen. Procesvrijheid zorgt ervoor dat een werknemer, in dit voorbeeld de zorgverlener, een proces gaat doorlopen waarop deze het meest efficiënt of makkelijk is. Mijns inziens hoort bij deze vrijheid dan ook een zeker ruimte voor fouten en bijna fouten. Maar is deze vrijheid op de zorgwerkvloer wel realiseerbaar, laat staan, aanwezig?

Enthousiast over innovatie

Voordat je denkt dat ik hiermee de fatalistische houding aanneem dat we allemaal gedoemd zijn en we niet kunnen innoveren in de zorg, neem ik dat argument alvast van je af. Ik ben juist enthousiast maar realistisch over de voortgang van alle productinnovaties en ik denk dat er inmiddels voor elk probleem in het ziekenhuis een oplossing is ontwikkeld.

Ik probeer aan te kaarten dat we ons bewust moeten zijn van niet alleen de protocollen die ons binnen de lijntjes laten tekenen (uiteraard om de beste patiënten zorg te kunnen leveren) maar ook vooral de mindset die ons tijdens onze opleiding wordt aangeleerd. Als zorgverlener zijn we risico avers en is een bijna-fout een kans op een complicatiebespreking, of erger.

Ik merk dat ik de negatieve toon die ik zojuist heb opgegooid niet kan inpakken met een positieve draai, maar wellicht kan jij hier helder licht op schijnen. Want hoe gaan we volgens jou het beste om met innovatie op de werkvloer? En kan toegepast onderzoek hier een rol in spelen?

Ik ben benieuwd hoe jij hier als specialist, directeur van de topklinische ziekenhuizen en mijn co-promotor naar kijkt.