Digitale zorg VVT: van pilot tot structureel

di 15 juni 2021 - 09:45
Astrid-Westerbeek-FWG-Trendrapport-VVT-Conny-Helder
Digitalisering
Nieuws

Steeds meer zorgorganisaties zetten pilots met technologie om naar standaardzorg. Slimme vloeren, slim incontinentiemateriaal, slimme brillen, leefcirkels, beeldbellen en digitale overdracht van ziekenhuis naar thuiszorg worden in toenemende mate toegepast in de thuis- en verpleeghuiszorg. De coronapandemie werkt hierbij als ‘boost’. Dat blijkt uit het trendrapport VVT van FWG. met name de dubbele trend van groeiende personeelskrapte en toenemende zorgvraag door vergrijzing wordt vanuit diverse hoeken bekeken.

Conny Helder, bestuursvoorzitter van VVT-organisatie tanteLouise en bestuurslid van brancheorganisatie ActiZ, kreeg vorige week het eerste exemplaar van het rapport #Hoedan uitgereikt. Naast een algemeen beeld van de uitdagingen die de branche te wachten staan, maakt het trendrapport een doorvertaling van trends naar functies/het werken in de VVT. Zo leidt de opkomst van technologie in de zorg tot de nieuwe functie van digicoach en ontstaat door de focus op leefplezier de functie van leefpleziercoach.

VWS dringt ook steeds meer aan op de toepassing van technologie, zowel via stimuleringsregelingen, als via wetgeving. De RVS (raad voor Volksgezondheid en Samenleving) adviseert de overheid om inhoudelijk richting te geven aan de doorontwikkeling van digitale zorg, vooral digitalisering die personeelstekort in de zorg helpt terug te dringen. De Patiëntenfederatie Nederland stelt dat iedere zorgorganisatie binnen vijf jaar hybride zorg moet bieden: een appje, een afspraak bij de specialist of de verpleegkundige aan huis, de patiënt moet kunnen kiezen.

Groei zorg op afstand

Technologie voorbij de pilotfase kan ook grensverleggend worden, stelt FWG. Nu de mogelijkheden voor zorg op afstand hun weg naar de praktijk hebben gevonden, groeit de interesse snel. Met name medische service centra, zoals NAAST en Hartwacht, groeien. Zo biedt het meldcentrum van NAAST (voorheen onderdeel van Sensire) digitale zorg aan meer dan 100.000 mensen.

De digitale dienstverlening van deze centra varieert van het verzorgen van een digitale dubbele controle op medicatie, beeldzorg, personenalarmering, nachtzorg met camera’s of sensoren, monitoring van de medicatie-inname tot uitgebreide telemonitoring voor patiënten met COPD en hartfalen.

Ketensamenwerking digitale zorg

Ook regio ’t Gooi gaat samenwerken met NAAST. Samen met de huisartsen, de verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties en zorgverzekeraar Zilveren Kruis werkte het Tergooi ziekenhuis een nieuwe regiovisie uit. In 2024 wil het Tergooi ziekenhuis via samenwerking met NAAST jaarlijks 80.000 minder bezoeken aan de polikliniek en 11.000 ligdagen buiten de ziekenhuismuren houden.

De medische service centra zullen het werken in de zorg, en dan met name de thuiszorg, gaan veranderen. Een medisch servicecentrum kan namelijk in theorie cliënten in heel Nederland op afstand monitoren. De vragen die binnenkomen bij het centrum gaan mede bepalen hoe de dienst van het wijkteam eruitziet.

Deze vormen van zorg op afstand roepen misschien nog vragen op, zoals: hoe werkt het precies? Wat kan en mag er digitaal op afstand? Maar met het oog op de stijgende zorgvraag, de langer thuiswonende ouderen en de arbeidsmarktkrapte, kunnen deze vormen van zorg er wellicht
voor zorgen dat er veel meer mensen zorg kunnen ontvangen.

Gegevensuitwisseling

Een andere impactvolle ontwikkeling is het delen van digitale gegevens. Ook hier beweegt de VVT van pilots naar standaarden. Zowel stimuleringsprogramma’s als InZicht als wetgeving (de Wegiz) geven hier een duw in de rug. Wel is er nog wat vertraging op het gebied van toestemming geven voor het delen van gegevens (Wet gespecificeerde toestemming elektronische uitwisseling).

Het rapport stelt dat over de hele linie VVT-organisaties vaker digitaal werken en gegevens uitwisselen. Zo introduceerde Pantein in 2020 communicatieplatform BeterDichtbij in de thuiszorg. Zorgverleners van Pantein Thuiszorg kunnen via de app veilig en snel digitaal in contact treden met cliënten.

CuraMare experimenteert sinds vorig jaar in een landelijke proeftuin in het kader van InZicht met de e-overdracht. Jacco Weststrate, Chief Information Officer bij CuraMare, vertelt hierover: “Deze overdracht gaat uit van het eenmalig vastleggen van gegevens en hergebruik verderop in de keten, zonder dubbele registraties, zodat de informatie overal beschikbaar is. We willen het de zorgverlener zo gemakkelijk mogelijk maken. Dat betekent dat iedereen in zijn eigen systeem kan blijven werken.”

Dubbele zorg: privacy en veiligheid

Het digitaal werken brengt ook nieuwe issues rondom privacy en veiligheid met zich mee. Afgelopen jaren zijn de investeringen in cybersecurity verhoogd. Inmiddels heeft 41 procent van de zorgorganisaties in de Benelux een plan opgesteld voor de afhandeling van een ransomeware-aanval.
Ook zijn er nieuwe dilemma’s rondom het eigenaarschap van data. Steeds meer wordt erkend dat medische data van de cliënt of patiënt zelf zijn. In dit kader wordt vanuit het MedMij-programma ook gewerkt aan de uitrol van de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Een aantal VVT-organisaties heeft daar al de eerste stappen naartoe gezet.

Het rapport signaleert een sterke en groeiende beweging in de wijze waarop we met data omgaan. Bij alles wat we doen en bij elke keuze die we maken, gebruiken we steeds vaker data. Bij zorgorganisaties is er een dubbele beweging: in de zorg voor individuele patiënten rondom diagnostiek, het kiezen van een behandeling en het monitoren van gezondheid en effecten; in capaciteitsplanning en logistiek, bij ondersteunende diensten en (strategische) beslissingen.

Gebruik data en inzichten

In de VVT zijn er veel voorbeelden van het gebruik van data voor capaciteitsplanning, zorginkoop en vastgoedaankoop. Gemeenten en zorgkantoren kunnen tot op buurtniveau de zorgbehoefte voorspellen met openbare data van Vektis en CBS. Ook zijn er websites en tools beschikbaar die allerlei regionale cijfers en prognoses presenteren, zoals www.regiobeeld.nl en het prognosemodel zorg en welzijn.

Deze nieuwe data bieden nieuwe inzichten. Het leunen op data is aantrekkelijk in tijden van onzekerheid, vooral als organisaties niet precies weten wat er op hen afkomt, wat hen te doen staat en wat de toekomst gaat brengen. Maar filosofen waarschuwen ook voor een oplopende afhankelijkheid.

VVT: data of mens centraal

Daarbij is de VVT bij uitstek een branche waar het gaat om het narratieve en de relatie van mens tot mens, merkt het rapport op. Het verlangen om data te verzamelen kan het doel – kwaliteit van leven van de cliënt – soms voorbij schieten. Als verzamelen en gebruiken van data botst met het leefplezier van cliënten, kunnen zorgverleners zelfs het gevoel hebben dat zij een datawerkelijkheid aan het opdringen zijn. Zo ontdekten verpleegkundigen binnen een telezorgproject dat zij zich soms ongemakkelijk voelden wanneer ze cliënten vroegen om een symptoomdagboek bij te houden.

Een tweede, meer praktisch vraagstuk voor VVT-organisaties gaat over het steeds meer leunen op data: de letterlijke afhankelijkheid van technologie. Netwerken, internet en systemen mogen niet haperen of uitvallen. Toch komt het wel eens voor dat alarmeringen niet aankomen bij de centrale
monitoring in de nacht, of dat vitale waarden niet doorgegeven worden aan de zorgcentrales. Wanneer de zorgverlening steeds meer leunt op technologie en data, dan is het zaak dat alles altijd werkt.

Voorspellende toepassingen AI

Niet alleen in ziekenhuizen, maar ook in de langdurige zorg is er een toename in het gebruik van AI-technologie voor onder meer voorspellende toepassingen. Zo vertelt Greet Prins, voormalig bestuurder van gehandicaptenzorgorganisatie Philadelphia, dat de ‘slimme luier’ niet alleen meldt wanneer hij nat is, maar dat nu dankzij data-analyse voorspeld kan worden of een cliënt voor een ‘droge nacht’ wel of niet verschoond moet worden voordat de nachtdienst start. Dit preventieve verschonen leidt tot 50 procent minder natte bedden gedurende de nacht.

Diverse VVT-organisaties experimenteren momenteel verder met slimme vloeren. De data van bewegingssensoren is in te zetten in de voorspellende preventieve sfeer. Daan Dohmen (e-health aanbieder Luscii en lid RVS) geeft in het trendrapport aan dat de vergaarde data echter ook nieuwe vragen kunnen oproepen. Als bijvoorbeeld blijkt uit de data dat iemand meer kans loopt om te vallen, moet je dan een interventie bedenken? Hoeveel mag dat dan kosten en wordt dat vergoed? Voor deze ‘voorspellingsgeneeskunde’ in de VVT is nog geen duidelijk handelingsprotocol.