De Europese Commissie heeft een tijd geleden al de wens uitgesproken om de digitale bijsluiter voor medicijnen in 2022 in te voeren. Deze zogenoemde Elektronische productinformatie (ePI) is bedoeld voor geneesmiddelen die in Europa gebruikt worden. Bij de ontwikkeling van de ePI zijn ook Europese zorgverleners en patiëntenorganisaties betrokken. Daarbij komen onder andere de gevolgen voor therapietrouw en goed gebruik van geneesmiddelen aan de orde.
Over de invoering wordt op dit moment op Europees niveau gesproken en onderhandeld, zo schrijft demissionair minister van Ark in antwoorden op schriftelijke vragen over de Europese farma-strategie. In die strategie wordt met name ook de nadruk gelegd op het versterken van de leveringszekerheid, innovatie en betaalbaarheid van geneesmiddelen.Of de digitale bijsluiter uiteindelijk de papieren versie helemaal kan en zal vervangen is ook nog een onderwerp van de gesprekken.
Daarbij wordt gekeken of het plaatsen van een zogenoemde scan-code op de verpakking van de medicijnen, met daarin een link die verwijst naar de digitale bijsluiter met goedgekeurde informatie, voldoende is. Die digitale productinformatie zal op de website van het EMA (Europees Medicijnagentschap) of het CBG (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen) geplaatst worden.
Rol apothekers voor digitale bijsluiter
De demissionair minister bespreekt in de kamerbrief ook de rol die apothekers kunnen spelen bij de toegankelijkheid van de digitale bijsluiter voor patiënten met minder digitale vaardigheden. Volgens van Ark is het aan de apotheker om de behoefte voor het alsnog meeleveren van een papieren bijsluiter bij de afgifte van de medicijnen te inventariseren.
Apothekersorganisatie KNMP liet eerder al aan de Tweede Kamer weten welke gevolgen het invoeren van een digitale bijsluiter voor hen heeft. Daarbij werd ook het probleem met betrekking tot patiënten die minder digitaal vaardig zijn aangekaart, evenals de extra administratieve lasten voor apothekers.
Europese samenwerking
In de kamerbrief stelt demissionair minister van Ark dat internationale samenwerking nodig is om veranderingen teweeg te kunnen brengen. "In de recent aan de Tweede Kamer gezonden voortgangsbrief over het algemeen geneesmiddelenbeleid is de aandacht voor internationale samenwerking dan ook uitgebreid toegelicht. De deelnemers aan het BeneluxA initiatief verwelkomen bredere samenwerking met andere regionale samenwerkingsverbanden en individuele lidstaten. Daarbij moeten de inspanningen en de complexiteit van nauwe samenwerking, bijvoorbeeld bij gezamenlijke prijsonderhandelingen, niet onderschat worden", aldus de minister.
In Nederland hebben sinds enkele maanden ruim 4 miljoen patiënten via het portaal al toegang tot informatie op maat over hun geneesmiddelen. Om dat mogelijk te maken is het patiëntenportaal uitgebreid met Geneesmiddelinformatie voor de Patiënt (GIP) in combinatie met Kijksluiter.