IBC 2019: wat kan zorg van broadcasters leren?

ma 7 oktober 2019 - 16:21
Young man suffering at home
Innovatie
Blog

Op de jaarlijkse International Broadcast Convention (IBC) in de RAI afgelopen september ging het zoals de naam al aangeeft over tv en videofilms maken en uitzenden en alle nieuwe technologie hiervoor. Als je inhoud (content) voor tv, videoproducties en bioscoop gaat maken, moet je goed weten wat de klant, toeschouwer of bioscoopbezoeker wil. Daar zitten overeenkomsten met de communicatie en (informatieve) boodschappen overbrengen in de zorg (e-health, zorg-ICT). De gezondheidszorg kan het nodige van de broadcasters leren.

Steeds belangrijker wordt het om de content (beeld- en geluidsmateriaal) af te stemmen op de wensen van de individuele gebruiker / ontvanger. tv, film, series en entertainment op de persoonlijke maat en smaak gehuld in een eigen belevingsjasje. Dan slaat deze namelijk optimaal aan.

Zo ook bij e-health toepassingen: informatie over gezondheid, ziekte en uit te voeren behandelingen komen pas echt goed over als deze met beleving en het kennisniveau van de client / patiënt stroken.

Op de IBC sprak men zelfs van content zo individueel als een vingerafdruk. Lag eerst de focus op big data als belangrijkste informatiebron over de kijkersgroep, nu gaat het om individuele metadata per afzonderlijke afnemer van tv en entertainment. Een andere term in opkomst voor gepersonaliseerd uitzenden, zoals bij de BBC, is object based broadcasting (OBB).

Generatie Z en millennials

Een belangrijk deel van onze gezondheidsinformatie is gericht op hoe millenials deze consumeren. Een foldertje, tv-programma, telefonisch spreekuur of een website was wel voldoende. Inmiddels valt een kentering naar een multichannel clientbenadering te bespeuren. Eenzelfde verschijnsel zien we bij broadcasters, deze zijn van huis uit georiënteerd op het klassieke kijkerspubliek bij tv, in de bioscoop en op evenementen.

Dan missen we de generatie Z die geboren is tussen 1996 en 2010. Een duidelijk te onderscheiden gebruikersgroep bij social media en consumptie van AV-materiaal. Zij kijken gemiddeld 3,5 uur per week video online en laten een groot deel van hun sociale contacten en interactie met aanbieders via social media verlopen.

Ze zitten meer achter hun smartphone of tablet dan oudere generaties achter de tv. Dus een generatie met een behoorlijk ander kijkgedrag en mediaconsumptie. Ook is generatie Z volledig gewend aan voice-assist, beeldcommunicatie, toepassing van AI, de mogelijkheden van VR/AR/MR en smart home.

Snackable streaming content

Het merendeel van generatie Z consumeert ‘snackable’ streaming content op de smartphone of tablet. Zowel informatie als entertainment in hapklare korte AV-brokken. Rewind speelt daar al goed op in. Verder natuurlijk het domein van Instagram, Whatsapp, YouTube, Periscoop en soortgelijke diensten.

Generatie Z is naast ook wel kritisch behoorlijk gevoelig voor influencers. Social influencers en betrouwbare social media-uitgevers bepalen in belangrijke mate de contentconsumptie van generatie Z. Dat biedt ook kansen voor eHealth -influenzers. Het spreekt voor zich dat ook de ICT achter e-health afgestemd moet worden op generatie Z.

Video On Demand en verder

Relatief nieuw is het koppelen van live en Video On Demand (VOD zoals Netflix) in één gepersonaliseerd tv-kanaal. Dit aangevuld met spraakherkenning die naast de inhoud van het gesprokene ook de stemming van de gebruiker analyseert. Zo kan de aanbieder films, series en tv-programma’s op basis van de stemming voor de kijker selecteren

Een aardige uitspraak over op maat: “The biggest challenge the industry faces… is understanding available data to create viewer-tailored experiences”: Peter Szabo, 3SS.
Vertaald naar e-health komen we uit op specifieke informatiekanalen, zoals ziekte-tv, waar de patiënt alle informatie over diens aandoening op persoonlijk geoptimaliseerd niveau kan afnemen. Een heel effectieve vorm van kennisoverdracht en het motiveren tot therapietrouw.

Storytelling

Ook een effectieve manier om informatie over te brengen is dit doen in vorm van een verhaal vertellen. Een goed verhaal pakt de aandacht, wekt de interesse en noopt tot het verder volgen van de story. Daarnaast is storytelling een belangrijk marketing- en branding-instrument. Bijvoorbeeld een verhaal van een tevreden client over een ziekenhuis of behandelaar.

Reden te meer om storytelling in te zetten bij -health. Dat vormt een interessant medium bij het veranderen van ongezond gedrag, het leren hoe om te gaan met ziekte of gebrek en het kunnen gebruiken van de tips van ervaringsdeskundigen.

Rewind en podcasts

Twee grote groeiers in de broadcast-wereld:

  1. De Rewind. Dat is iets anders dan alleen een herhaling of playback. Bij rewind gaat het om het ‘terugspoelen’ van de hoogtepunten in een compilage. Bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd van 90 minuten in 9 minuten met pakkende highlights. Dat schept perspectieven voor een Rewind van de eigen ziekte. Wat is er ook al weer belangrijk bij de symptomen, welke voortgang is er geboekt en hoe ziet de behandeling er ook al weer uit? Uiteraard ook goed bruikbaar bij het aansturen van gezondheidsgedrag
  1. De podcast is een geluidsreportage. Vaak in de vorm van een soort interview of het aantrekkelijk aan elkaar spreken van commentaren of pitches van deskundigen. Daar kan hetzelfde mee als bij Rewind en valt eenvoudiger te maken en te verspreiden.

Esports

Een ander nieuw fenomeen is esports: uit de kluiten gegroeide sport-gaming. Gespeeld op toernooien met professionele spelers in evenementenhallen met de inzet van VR/AR/MR. Een beleving waarbij het publiek net zo meegaat als in een sportstadion of muziekfestival.

Nu weten we al dat gaming het bij gezondheid aardig doet. Maar met de allure van esports kan dit ook grootschalig (collectief). Ideaal voor campagnes gericht op gedrag, het uitbannen van risicofacturen en gevolgen van de klimaatcrisis. Wellicht iets voor zorgverzekeraars om iets dergelijks te organiseren?

Groepswerk en in the cloud

Groupwork, workflow en in the cloud zijn gevleugelde termen op de IBC. Het (online) in werkgroepen samen aan een project werken is effectief, creatief en bespaart veelal flink op de kosten. Een uitgekiende workflow bespaart tijd, kosten, fouten en valt gemakkelijker te leren voor nieuwe gebruikers.

Beiden gebeuren steeds meer in the cloud. Bij de gezondheidszorg gebeurt dit alles aanmerkelijk minder. Met het oog op de schaarste aan expertise, deskundig personeel en uit de pan rijzende zorgkosten eigenlijk ook een must voor e-health toepassingen.

De FAAG’s

Dan de FAAG’s: Facebook, Apple, Amazone en Google. Zij profileren zich met de dag meer als interactieve broadcasters en aanbieders van entertainment on demand. Het zijn inmiddels geduchte concurrenten van de reguliere broadcasters. Die zullen zich moeten aanpassen aan de wensen & behoeften van de doelgroepen waarop de FAAG’s zich richten. Anders raak je marktaandeel en kijkers kwijt. De roep om regulatie van de social media is groot.

Idem bij (digitale) zorg. Daar duiken eveneens derde partijen alsdisruptors op die expertise en vaardigheden inkopen en daarmee de conventionele gezondheidsmarkt op gaan, gestoken in een nieuw jasje. Kwaliteit, betrouwbaarheid en vriendelijke dienstverlening zijn dan voor de oude garde niet meer voldoende. Afstemmen op de beleving en behoefte, via de juiste kanalen en snackable verkopen deze beproefde waarden aan zowel millenials als generatie Z.