Het Leids Universitair Medisch Centrum is sinds 1966 het bolwerk van de transplantatiekunde. De eerste niertransplantatie vond daar in 1966 met medewerking van Jon van Rood plaats. Ook tegenwoordig wordt de pioniersrol voortgezet en koppelt het LUMC Transplantatie Centrum de patiëntenzorg aan de nieuwste wetenschappelijke innovaties. Het Transplantatie Centrum biedt zorg aan patiënten, die een lever-, alvleesklier, eilandjes-, of niertransplantatie moeten ondergaan.
Behalve dat al deze buikorganen nauw met elkaar zijn verbonden, zijn ook de betrokken afdelingen nauw in contact met elkaar. We hebben het dan over: heelkunde, maag-, darm- en leverziekten en nierziekten. Daarbij is de inbreng van de afdelingen immunologie en pathologie en van de ziekenhuisapotheek ook erg belangrijk. Zorg, onderzoek en onderwijs werken in het LUMC Transplantatie Centrum nauw met elkaar samen.
LUMC Care Box
Deze samenwerking tussen medewerkers en de verschillende disciplines werpt zijn vruchten af voor de patiëntenzorg. Zo worden de opgenomen patiënten gezamenlijk bezocht tijdens het doen van de rondes. De samenwerking zorgt er ook voor dat bepaalde transplantaties worden gecombineerd, zoals als nier en lever-, nier en pancreas- en nier en eilandjes-transplantatie. Daarbij wordt de zorgverlening zoveel mogelijk gepersonaliseerd waarbij data en eHealth-tools worden ingezet. Een voorbeeld hiervan is dat patiënten thuismetingen doen met behulp van de LUMC Care Box. Ook maakt het Transplantatie Centrum gebruik van een internationale databank, waarin allerlei multidisciplinaire data zijn samengebracht.
Robotchirurgie en celtherapie
De ontwikkelingen binnen het LUMC staan niet stil en ook daarvan profiteren de patiënten. Er wordt nog steeds veel onderzoek gedaan bij het LUMC op het gebied van transplantatiegeneeskunde, onder meer met robotchirurgie. Inmiddels is de technologie zo ver dat een chirurg vanuit een console een operatierobot kan besturen. Dankzij deze precisiechirurgie zijn de snijvlakken minder groot, waardoor de patiënt sneller herstelt. De techniek wordt binnenkort ook bij de meeste operaties van levende orgaandonoren toegepast.
Een ander goed voorbeeld van de multidisciplinaire samenwerking is celtherapie. Er lopen meerdere studies naar het toedienen van een celproduct gemaakt uit geherprogrammeerde stam- of immuuncellen aan patiënten met een nieuwe donornier. Het streven is om een behandeling te krijgen die het afstoten van de geïmplanteerde nier helpt voorkomen. Eerder werd in het LUMC succesvolle studies gedaan met stamcellen uit beenmerg.
Levertransplantaties
Als het gaat om levertransplantaties dan richten de onderzoekers in het LUMC zich onder meer op levercirrose en leververvetting. Ongeveer een kwart van de Nederlanders heeft leververvetting dat vaak ontstaat door leefstijl- en voedingsgewoonten. Zo’n vervette lever is niet geschikt voor donatie en dus wordt onderzocht in het LUMC hoe de lever kan worden ontvet en geschikt kan worden gemaakt voor transplantatie.
Levercirrose kan leiden tot acuut-op-chronisch leverfalen (ACLF). Daarom kijken de onderzoekers ook of ze op basis van kunstmatige intelligentie (AI) een betere voorspelling kunnen geven van ACLF.
Beter benutten beschikbare donoren
De intensieve samenwerking leidt tot een betere benutting van beschikbare donoren en langere overleving van transplantatieorganen. Zo gaan de nieren, die in Leiden zijn getransplanteerd volgens het LUMC ruim zeven procent langer mee over periode van tien jaar dan gemiddeld in Nederland.
Eind mei werd in het Maria Middelares ziekenhuis in België de nieuwe Da Vinci SP (single port)robot gebruikt voor een autotransplantatie van een nier. Met deze robot kunnen complexe ingrepen worden gedaan via een enkele incisie. Bij de patiënt bleek de beste oplossing om de nier dichter bij de blaas te plaatsen. Het ging om een transplantatie binnen in het lichaam wat autotransplantatie wordt genoemd.