Kenniscentrum Nictiz is begonnen met een tweede consultatieronde om stakeholders uit de gezondheidszorg om feedback te vragen op een onderdeel van de invulling van het MedMij-programma.
Afgelopen mei begon Nictiz een eerste openbare consultatie voor de verdere invulling van MedMij. Het kenniscentrum kwam op 18 mei met twee rapporten - Governance en eisen standaarden – waarop alle betrokken stakeholders een reactie konden geven. op 19 juni start Nictiz met Basisgegevensset Zorg (BGZ). Feedbsck kan gegeven worden tot en met 4 augustus.
MedMij moet patiënten meer grip geven op hun eigen gezondheidsgegevens, stelt Nictiz. In 2016 is het MedMij-programma gestart met een set van standaarden om gezondheidsinformatie uitwisselbaar te maken tussen systemen van (zorg)professionals en systemen van zorggebruikers/patiënten. Samen met het veld ontwikkelt het kenniscentrum voor MedMij producten om veilige informatie-uitwisseling tussen zorgprofessionals en patiënten mogelijk te maken. Dit proces moet transparant zijn en aansluiten op de wensen van het veld die de producten gaan toepassen. Reden om feedback te vragen van de diverse gebruikersgroepen.
Samenvatting gezondheidsgegevens
Dit jaar streeft MedMij ernaar om patiënten/burgers in hun persoonlijke gezondheidsomgeving te laten beschikken over een samenvatting van hun gezondheidsgegevens. Dit moet gebeuren op basis van de BGZ die binnen het programma Registratie aan de Bron is ontwikkeld. De BGZ bestaat uit 26 onderdelen, waaronder bijvoorbeeld tabaksgebruik en wilsverklaring maar ook de contactpersoon en de woonsituatie.
In de BGZ is alles gedefinieerd op basis van zorginformatiebouwstenen, ook wel ZIB’s genoemd. Door zaken op een eenduidige en gestandaardiseerde manier vast te leggen kunnen de gegevens door verschillende organisaties meervoudig gebruikt worden. De BGZ, is door Nictiz samen met experts uit het veld klaar gemaakt om te ontsluiten naar persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s). Dit is gedaan door aan deze al bestaande standaard technische specificaties toe te voegen, zodat de informatie ook ontvangen kan worden in een PGO.
Uitbreiding standaarden
In 2017 breidt het MedMij-programma de set van standaarden verder uit naar andere relevante domeinen. Het MedMij-afsprakenstelsel neemt verwijzingen naar de standaarden op. Standaarden moeten aan een aantal eisen voldoen voordat ze onderdeel kunnen worden van het MedMij-afsprakenstelsel.
Dit alles vergt coördinatie, aldus Nictiz. Het in mei gepubliceerde rapport Coördinatie standaarden MedMij – Governance beschrijft de besturing (governance) voor het ontwikkelen en indienen van standaarden (rollen, toetsingsproces en beheer). En het rapport Coördinatie standaarden MedMij – Eisen beschrijft de eisen die hierbij gelden. Feedback over deze twee rapporten kan tot en met 29 juni 2017 gegeven worden.
Betere uitwisseling gezondheidsinformatie
Nictiz stelde in december 2016 dat het de eerste MedMij-standaarden had opgeleverd. Deze standaarden moeten uitwisseling van gezondheidsinformatie tussen persoonlijke gezondheidsomgevingen en systemen van zorgaanbieders mogelijk maken. Samen met marktpartijen als leveranciers van persoonlijke gezondheidsomgevingen, systemen voor zorgaanbieders, apps en patiëntvertegenwoordigers is volgens het kenniscentrum nu geïnventariseerd welke informatie als eerste uitwisselbaar wordt gemaakt.
Ontwikkeling zib’s
Nictiz gaf in december 2016 aan dat het de MedMij-standaarden aan de hand van de Basisgegegevensset Zorg en een reeks zorginformatiebouwstenen (zib’s) uit het programma ‘Registratie aan de bron’ ontwikkeld heeft. De Basisgegevensset Zorg vormt een basisset van de zib’s. Zo’n zib beschrijft nauwkeurig wat er over een bepaald onderwerp van het zorgproces van de patiënt kan worden vastgelegd en omvat verder afspraken over een (medisch) concept, zoals een diagnose of een verrichting.
In Rotterdam en in Groningen werkt Nictiz samen met een aantal partijen om de MedMij-standaarden te testen. In Rotterdam gaat het om het Havenziekenhuis, het Franciscus Gasthuis & Vlietland, Curavista en VANAD Enovation. Deze ziekenhuizen zullen meetwaarden naar de persoonlijke gezondheidsomgeving van longpatiënten sturen. Patiënten kunnen deze informatie zelf aanvullen en delen met andere zorgaanbieders.