In de zorg klinkt steeds weer het geluid dat ouderen niet meekomen, als het gaat om e-health. Maar ja, ze facetimen zich wel een slag in de rondte met hun kleinkinderen. Hoe zit dat nu? 65% 65-plussers vindt zichzelf digitaal vaardig, zo blijkt uit onderzoek van Google en ANBO. Slechts 13% vindt zichzelf te oud om nieuwe technologie te leren. Het beeld van ouderen die digitaal onvaardig zijn, klopt dus niet.
Al vindt ruim de helft van de 65-plussers het moeilijk om bij te blijven met de technologische ontwikkelingen, verreweg de meeste 65-plussers - maar liefst 87 procent - vindt zichzelf niet te oud om nieuwe technologieën te leren. Redenen die men aangeeft om niet actiever te worden online zijn dat men liever in het echte leven contacten onderhoudt, dat het teveel tijd kost of men zichzelf al actief genoeg vindt.Pas na de 75 jaar beginnen mensen zich langzaamaan te oud te vinden om nieuwe dingen te leren, met nog steeds een geringe piek van 22% van de 80-plussers. Redenen die men aangeeft om niet actiever te worden online zijn dat men liever in het echte leven contacten onderhoudt, dat het teveel tijd kost of men zichzelf al actief genoeg vindt, aldus ANBO.
Wat doen ouderen dan zoal online?
De top-5 van online activiteiten onder 65-plussers is als volgt:1. Informatie opzoeken (93 procent)
2. Internetbankieren (88 procent)
3. Nieuwsbrieven lezen (79 procent)
4. Reis/route plannen (77 procent)
5. Winkelen (75 procent)
E-health is waarschijnlijk niet meegenomen in het onderzoek, dus daar kunnen we geen conclusies uit trekken. Maar het onderzoek, dat werd uitgevoerd onder 5819 ouderen van 65 jaar en ouder, geeft wel aan dat het niet doorzetten van e-health minder in de bereidheid of vaardigheid van ouderen gezocht moet worden.
Online aanwezig
De respondenten zijn vooral online met een laptop (62 procent), smartphone (61 procent) en/of tablet (61 procent). Vier op de tien 80-plussers zegt een smartphone te hebben; een percentage dat hoger wordt naarmate de respondent jonger is. Online bekijkt zo’n twee op de drie 65-plussers wel eens naar video’s op YouTube. De videodienst wordt vooral geraadpleegd voor video’s met gebruiksaanwijzingen (64 procent). Ook voor instructiefilmpjes (61 procent) en informatie (59 procent) wordt regelmatig YouTube gebruikt.Privacy
Ook zijn de ouderen goed op de hoogte van privacy maatregelen. Ruim negen op de tien senioren (93%) geeft aan maatregelen te nemen om hun privacy en veiligheid te waarborgen. Wat doen ze dan? Bijvoorbeeld het checken van de betrouwbaarheid van de site via het ‘slotje’ linksboven (72 procent) of de check of het webadres begint met ‘https’ (68 procent).Zeventig procent probeert zo weinig mogelijk persoonsgegevens achter te laten op internet en 60 procent denkt e-mails van onbetrouwbare afzenders direct te herkennen. De laptop en smartphone zijn vaker beveiligd (met name met een pincode of wachtwoord) dan desktop en tablet; slechts 15 procent beveiligt apparaten niet, aldus ANBO op haar website.
Digivaardig in de zorg? Maak het leuk!
Wat moet de zorg leren uit dit onderzoek? Duidelijk is dat het beeld dat alle ouderen niet digivaardig zijn in de kast kan. Maar kijk vooral naar de dingen die ouderen wél doen op internet. Het zijn dingen die het leven leuker, gemakkelijker en goedkoper maken. Ontwikkelaars van gezondheidsapps kunnen hier wellicht nog meer aandacht aan besteden.Bekijk hier de infographic