De afdeling IC Neatologie van het UMC Groningen zet sensors in plakkers in om het zuurstofgehalte in hersens en darmen van te vroeg geboren baby’s op non-invasieve wijze te meten. Zo moeten stress en overbodige prikkels zo veel mogelijk voorkomen worden bij deze kwetsbare baby’s.
Elk jaar liggen er honderden vroeggeboren baby’s op de IC Neonatologie van het UMCG. In sommige gevallen liggen deze baby’s er maanden. In deze periode vinden er ook metingen van het zuurstofgehalte plaats in de darmen en hersens. Om dit op een zo min mogelijk invasieve wijze te doen, werkt de afdeling met plakkers die eenvoudig op de huid te plakken zijn.
Sensor meet zuurstofgehalte
De sensoren in de plakkers maken gebruik van de technologie NIRS - Near-InfraRed Spectroscopy – waarbij er licht via de plakker door het weefsel heen gaat. Het licht komt vervolgens bloed tegen en waar er te weinig zuurstof in het bloed zit, geeft dat een andere weerkaatsing. De sensor kan vervolgens het zuurstofgehalte meten.
De behandelend artsen kunnen de informatie gebruiken om in te grijpen, omdat er door te weinig zuurstof in het bloed hersen- en darmschade kan ontstaan. Zo kan zuurstoftekort een factor zijn bij necrotiserende enterocolitis (NEC), een ernstige darmontsteking die vooral voorkomt bij te vroeg geboren baby’s, aldus het UMCG in een nieuwsbericht in het kader van Wereld Prematurendag.
“Als we zien dat er te weinig zuurstof in het bloed zit, kunnen we niet simpelweg meer zuurstof geven”, vertelt afdelingshoofd Elisabeth Kooi. “We moeten eerst onderzoeken wat de oorzaak is van het zuurstoftekort. Nemen de longen niet genoeg zuurstof op, is er sprake van bloedarmoede, of haalt het omliggend weefsel teveel zuurstof uit het bloed?” De diagnose kan per baby verschillen en zo een andere behandeling vergen.
Meer rust, minder stress
De informatie uit de plakkers geeft het behandelend zorgpersoneel ook meer rust, vervolgt Kooi. Omdat zij zo continu weten of er voldoende zuurstof in het bloed zit, Zijn er minder – overbodige -behandelingen nodig. Dit zorgt voor minder stress bij de baby’s, wat hun ontwikkeling bevordert, maar ook bij de ouders.
Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 15.000 baby’s te vroeg geboren. Van hen overlijden er circa premature baby’s. De baby’s die overleven, hebben vaker meer kans op ontwikkelingsstoornissen, handicaps en andere beperkingen. Het verminderen van elke vorm van stress helpt hiertegen, legt Kooi uit. Daarnaast wordt er bijvoorbeeld muziektherapie ingezet om de hersenontwikkeling van de baby’s te bevorderen en worden de kinderen na ontslag nog tot hun achtste jaar gevolgd om ze optimaal te begeleiden.
Eerder naar huis
Eerder deze maand introduceerde het Amsterdamse OLVG de digitale tool BabyThuis zodat ouders eerder met hun te vroeg geboren kinderen naar huis kunnen. Baby’s groeien het allerbeste thuis, ook wanneer ze te vroeg zijn geboren. Met de app kunnen ouders in de gaten houden hoe hun baby groeit. De zorgprofessionals van het OLVG kijken op afstand mee en hebben regelmatig contact met de ouders.
Met BabyThuis kan de ziekenhuiszorg worden verplaatst naar de thuisomgeving. Eenmaal thuis doen de ouders iedere dag de metingen bij hun baby, zoals het meten van de temperatuur, het gewicht en hoeveel het kind drinkt. Die gegevens kunnen zij direct invoeren in de BabyThuis. De verpleegkundig specialisten en artsen van de afdeling Neonatologie kijken vanuit het ziekenhuis mee met de ontwikkeling van de baby. De baby blijft onder supervisie van een arts. Verder is er op vaste momenten telefonisch contact om de ingevoerde metingen en de ontwikkeling van de baby te bespreken.