De technisch geneeskundigen die aan de Universiteit Twente (het Technisch Medisch Centrum) hun opleiding hebben gevolgd, weten langzaamaan hun weg niet meer alleen naar het ziekenhuis te vinden, maar ook naar de ouderenzorg. Ook die sector ontwikkelt beleid op het gebied van de inzet van zorgtechnologie. En de BIG-geregistreerde technisch geneeskundige kan daarin de brug slaan tussen wat de zorg en de cliënt aan ondersteuning nodig hebben en wat de technologie kan bieden.
Toen Alieke Sok-Keurhorst startte met de opleiding technische geneeskunde aan de Universiteit Twente, zag ze nog geen carrière in de VVT-sector voor zich. “In de opleiding werd wel stilgestaan bij ouderdomsziekten, maar niet in het perspectief van de sector ouderenzorg”, vertelt ze in ICT&health 1. “En tijdens de open dagen ging de meeste aandacht naar de technologie in de ziekenhuizen.”
Specialist ouderengeneeskunde Jan Visschedijk van Carintreggeland was geïnteresseerd toen hij hoorde over de bijeenkomst die het TechMed Centrum van de UT organiseerde met VVT-organisaties over de vraag wat de technisch geneeskundige kan betekenen in de ouderenzorg.
“In onze organisatieplannen voor 2030 heeft digitalisering een duidelijke plaats”, vertelt hij, “om de kwaliteit van de ouderenzorg te verbeteren en tijdsbesparing voor het personeel te realiseren. Daarmee was de organisatie ook al wel bezig op dat moment. We willen de mogelijkheden graag exploreren en daarin ook een voortrekkersrol hebben. Maar we hebben nog niet op alle vlakken een duidelijk beeld van hoe we dit moeten aanpakken. Daarom was de stage van tien weken voor een technisch geneeskundige in opleiding die het TechMed Centrum voorstelde voor ons interessant.”
De brug slaan
Sok had interesse in die stage. “Ik heb vooral overal in de organisatie meegekeken naar wat daar gebeurt en op welke elementen van de zorgverlening zorgtechnologie zou kunnen worden toegepast. Carintreggeland had al een team zorgtechnologie met een uitleenservice voor de teams. Maar vanwege de onbekendheid van de teams met zorgtechnologie was het voor het team zorgtechnologie moeilijk om opties onder de aandacht te brengen.”
Er was, zo schetst Sok, een gat tussen het aanbod en wat daarmee in de praktijk werd gedaan. Jammer, vindt ze, want er is best veel mogelijk. “Maar daarvoor zijn wel alle professionals in de organisatie nodig en dat is waarin de technisch geneeskundige diens rol kan pakken, als brug tussen de technologie en de zorg. Je staat in contact met de teams en kent de technologie, dus je kunt bepalen of er een vraag is en hoe je daarop kunt inspelen. En je weet wat nodig is voor succesvolle implementatie.”
Dankzij die stage had Sok haar plaats gevonden: ze bleef na haar opleiding bij Carintreggeland. “Net als in het ziekenhuis is het ook op de geriatrische revalidatie wel de bedoeling dat de cliënt weer naar huis gaat”, zegt ze, “maar de benadering is meer holistisch. En voor de bewoners in de ouderenzorg ligt de nadruk veel meer op kwaliteit van leven. Dat trok me aan, evenals het feit dat je hier echt multidisciplinair werkt.”
Andere taal
Ook Visschedijk was blij met Soks keuze om bij Carintreggeland haar carrière te starten. “Die tien weken stage gaf me al een beeld van wat een technisch geneeskundige voor ons kan betekenen”, vertelt hij. “Het is vaak lastig voor zorgprofessionals om over techniek te praten, want zij spreken een andere taal dan bijvoorbeeld ICT’ers. Je hebt dus iemand nodig die de problemen van de professionals kan vertalen voor de techneuten, om zo de inzet van zorgtechnologie te stimuleren.”
Lees het hele artikel in ICT&health 1, die halverwege februari verschijnt.