‘Koude’ technologie maakt ‘warme’ zorg mogelijk

ma 16 april 2018
‘Koude’ technologie maakt ‘warme’ zorg mogelijk
Overheid

ICT gaat de menselijke zorg breed ondersteunen. Dat geloven zorgministers Hugo de Jonge en Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis. De bewindslieden zijn goed op de hoogte van e-health in de zorg en willen de handen uit de mouwen steken om innovaties in de praktijk toegepast te krijgen.

Nieuwe VWS-bewindslieden maken zich sterk voor innovatie via slimme ICT
Ook in de zorg wordt digitaal het nieuwe normaal: ICT gaat de menselijke zorg breed ondersteunen. Dat is de overtuiging van zorgministers Hugo de Jonge en Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis. Net vijf maanden uit de startblokken blijken ze goed op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van e-health in de zorg. Ze zijn bereid de handen uit de mouwen te steken als het gaat om het stimuleren van innovaties en de implementatie daarvan in de praktijk. ICT&Health sprak met hen over hun visie op de inzet van slimme ICT-oplossingen in de zorg. “Technologie gaat helpen de zorg in te richten zoals we het eigenlijk zouden willen,” zegt Hugo de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). “Tien jaar geleden waren de technologische ontwikkelingen nog niet zo ver dat dit ook inderdaad kon. Nu, met draadloos internet en smartphones, kunnen we opeens ons werk écht rond de patiënt organiseren, waar en wanneer het de patiënt zelf uitkomt.” Hij verwacht dat patiënten de zorg als persoonlijker en prettiger gaan ervaren door de inzet van ICT en e-health. “Koude’ technologie gaat bijdragen aan ‘warme’ persoonlijke zorg.” Uiteindelijk is het een kwestie van tijd voordat technologie overal in de zorg wordt gebruikt. “Hierin loopt de sector nu nog achter”, constateert Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg & Sport. “Dat we digitaal een afspraak maken om ons paspoort bij de gemeente op te halen, vinden we heel gewoon. Maar de meeste huisartsen bellen we nog voor een afspraak. De mogelijkheden zijn er, nu nog het benutten ervan. Voorbeelden zijn er oneindig, denk aan 3D-geprinte medicijnen.” Ook staatssecretaris Paul Blokhuis vindt dat de zorgsector met zijn tijd mee moet blijven gaan. Zijn focus ligt vooral op de geestelijke gezondheidszorg. “Daar is al aangetoond dat een behandeling die deels door technologie wordt ondersteund, tot betere resultaten kan leiden.” Het gebruik van ICT-toepassingen in de zorg is niet zozeer een keuze, maar pure noodzaak gezien het verwachte tekort aan werknemers in de sector, stellen de drie bewindslieden, die betrokkenheid en daadkracht uitstralen. “We moeten de zorg zo slim mogelijk inrichten en overbodig werk zien te voorkomen. Daarbij staat voorop dat mensen de best mogelijke zorg op het juiste tijdstip en de juiste plaats moeten kunnen ontvangen.”
DE JONGE: “TECHNOLOGIE GAAT HELPEN DE ZORG IN TE RICHTEN ZOALS WE HET EIGENLIJK ZOUDEN WILLEN”

Hoe kan e-health naar uw mening de zorg helpen?

Bruins: “Met de huidige technologie brengen we de zorg van de wachtkamer naar de woonkamer. Daarmee voorkomen we dat mensen zich melden bij het ziekenhuis wanneer dit niet per se nodig is. Als ik kan beeldbellen met mijn arts, waarom zou ik dan een halve dag vrij nemen om naar het ziekenhuis te gaan. Technologische mogelijkheden kunnen ook een belangrijke bijdrage leveren aan veilige medicatie en het voorkomen van medische fouten. Daarnaast krijgt de patiënt met de beschikbare informatie zelf een grotere rol. Wanneer een patiënt meer weet over zijn persoonlijke gezondheid kan hij beter het gesprek aangaan met de medisch specialist over welke behandeling het beste bij hem past.” De Jonge ziet in de inzet van e-health een belangrijk hulpmiddel om ouderen langer thuis te kunnen laten wonen. “Met slimme sensoren kan een oogje in het zeil worden gehouden. Als om 10 uur de koelkast nog niet open is geweest, terwijl de gewoonte is de dag met een boterham met kaas te beginnen, gaat er een berichtje naar de buurvrouw. Die kan dan even een kijkje nemen. Als zij niet kan reageren, gaat een melding naar de familie en als die niet tijdig in de gelegenheid is om langs te gaan, wordt de thuiszorg gesignaleerd. Zo voorkomen we dat mensen halve of hele dagen aan hun lot zijn overgelaten als ze zijn gevallen of ziek zijn. En dankzij digitale manieren van communicatie wordt ook sociaal contact een stuk makkelijker, wat eenzaamheid tegengaat. Denk aan beeldschermbingo voor ouderen.”
BRUINS: “DE GROOTSTE UITDAGING ZIT NIET IN HET INTRODUCEREN VAN IETS NIEUWS, MAAR IN HET LOSLATEN VAN HET OUDE”
Ook in de geestelijke gezondheidszorg heeft de inzet van e-health voordelen voor zowel zorgverleners als patiënten, is de ervaring van Blokhuis. “In de praktijk is gebleken dat ICT- innovaties behandelmethoden naar een hoger plan kunnen tillen, terwijl patiënten met allerlei slimme apps de regie over hun gezondheid en leefstijl in eigen hand kunnen nemen.”

Wat kunt u als bewindspersoon doen om e-health verder te implementeren?

“Uiteindelijk gebeurt dat natuurlijk in de ziekenhuizen en behandelkamers zelf en niet op het ministerie,” stelt De Jonge. “Wij bieden veel mogelijkheden om te innoveren aan mensen die in de zorg werken. Maar altijd wel op een zorgvuldige manier als het gaat om de privacy van mensen. Het is natuurlijk plezierig en nuttig als je makkelijk online bij je gegevens kunt komen en die kunt delen met de arts. Maar je wilt wel zeker weten dat dit veilig gebeurt. Als je daaraan twijfelt, komt technologie niet goed van de grond.” Daarnaast wil VWS het voor iedereen aantrekkelijker maken om de stap naar innovatieve technologie in de zorg te zetten. “Bijvoorbeeld door goede initiatieven in de schijnwerpers te zetten zodat anderen geïnspireerd raken en deze zelf ook overnemen,” licht Bruins toe. “We vinden vaak liever het wiel nog een keer uit zodat het ons eigen wiel is, dan dat we iets van de buren overnemen.” Dit laatste kan onder meer via de ‘Health Deals’: afspraken waarin zorgverleners, patiënten, verzekeraars en bedrijven gezamenlijk met de overheid optrekken om innovatie in de zorg te stimuleren. “Individuele instellingen hebben al veel mooie initiatieven ontwikkeld, maar die blijven vaak op zichzelf staan”, vindt Blokhuis. “Ik denk dat er voor mij een rol is weggelegd om verschillende instanties aan elkaar te koppelen en te kijken waar zij samen kunnen optrekken en kennis kunnen delen. Een manier daarvoor is inderdaad zo’n Health Deal. 15 maart is er zo’n deal gesloten tussen 15 organisaties over onder andere een betere infrastructuur voor gezondheidsapps. Maar denk ook aan het nog te sluiten Nationaal Preventieakkoord, waarbij verschillende betrokken instellingen met elkaar aan tafel zitten.”

Welke plannen zijn al in uitvoering of staan op de rol?

De Jonge: “Samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat investeert VWS in veelbelovende bedrijven die met hun innovatie willen uitbreiden. In die fase moet alles samenkomen: de effectiviteit van de innovatie moet aangetoond zijn, maar ook het verdienmodel moet kloppen. Verder moet je in de zorg nu eenmaal voldoen aan veel eisen op het gebied van veiligheid en privacy. Samen met investeringsfondsen is er in totaal 24 miljoen euro geïnvesteerd. Twee jaar geleden hebben we samen met het Radboudumc de Zorginnovatieschool opgezet, waar elk jaar 50 mensen van zorginstellingen, bedrijven, verzekeraars en overheid de nieuwste inzichten in concrete praktijkprojecten leren toepassen. Ook organiseren wij de nationale e-healthweek, waar zich dit jaar meer dan 250 technologische initiatieven hebben gepresenteerd aan het geïnteresseerd publiek.” Daarnaast is er in totaal 50 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het terugdringen van wachttijden in de GGZ via onder andere e-health. Blokhuis: “De patiënt moet uiteindelijk meer regie krijgen over persoonlijke gegevens en de mogelijkheid krijgen om e-health in te zetten tijdens de behandeling.” In het regeerakkoord is bovendien geld vrijgemaakt om het gebruik van digitaal ondersteunde zorg en innovatie te bevorderen. “Daarmee kunnen we meer werk maken van het informeren en ondersteunen van patiënten en zorgprofessionals bij het gebruik van e-health,” zegt Bruins. “We gaan er vaak nog te makkelijk van uit dat iedereen wel met alle nieuwe technieken kan omgaan. Vaak willen mensen wel, maar ontbreekt het aan kennis en ervaring. Vergeet ook niet dat er in Nederland twee miljoen mensen zijn die moeite hebben met lezen. Laaggeletterden kunnen vaak prima gebruik maken van nieuwe technologie, maar dan moeten we daar wel rekening mee houden.”