Met een doordacht en duurzaam design blijkt het interactieve zorginstrument CRDL goed aan te sluiten op een behoefte: op een ongedwongen manier persoonlijk contact maken met mensen die daar vanwege hun aandoening moeite mee hebben. Ook besteedt de ontwikkelaar veel aandacht aan de ondersteuning van gebruikers. Om die reden zijn er drie jaar na de introductie al ruim 800 exemplaren in gebruik. Ruim 90 procent daarvan wordt ingezet bij zorginstellingen in Nederland, maar sinds 2019 vindt de CRDL ook zijn weg naar het buitenland.
CRDL raakt de juiste snaar
CRDL (Cradle) is een houten object in de vorm van een ellipsoïde, dat onderling fysiek contact omzet in geluid en muziek. In een notendop werkt hij als volgt: de CRDL wordt op schoot of op tafel gelegd en als twee mensen zowel de CRDL als elkaar huid-op-huid aanraken, brengt hij geluid voort. Dat kunnen bekende geluiden zijn, zoals een kerkklok en het ruisen van de zee, of meer abstracte klanken, waardoor een bepaalde sfeer ontstaat. Het geluid wordt beïnvloed door elkaar op verschillende manier aan te raken, je kunt elkaar als het ware als instrument bespelen. De combinatie van aanraking en geluid roept een reactie op en vormt zo de basis voor een ‘gesprek’.
Bijzonder aan de CRDL zijn naast dit interactiemodel ook de vormgeving en het materiaal: “Hij is gemaakt van walnoten- of essenhout en de vorm is gebaseerd op de gulden snede, een verhouding die vaak wordt ervaren als natuurlijke schoonheid”, vertelt Ger Schuivens, directeur van CRDL. “Het materiaal en de speelse, organische vorm nodigen bovendien uit om hem aan te raken. Je ziet aan de buitenkant niet dat het om een technologisch hulpmiddel gaat.”
Ontwerpers met missie
CRDL is aanvankelijk ontworpen voor mensen in een vergevorderd stadium van dementie. Ontwerpers Dennis Schuivens en Jack Chen werden tijdens een ontwerp-onderzoek bij een zorginstelling geraakt door het sociale isolement dat deze ziekte met zich meebrengt. Daar wilden ze iets aan doen. Beiden zijn afgestudeerd aan het Sandberg Instituut, de masteropleiding van de Rietveld Academie in Amsterdam. Sinds 2014 hebben ze een eigen ontwerpstudio die de ontwikkeling en productie van de CRDL voor zijn rekening neemt. Daarnaast is een aparte verkooporganisatie opgericht en de twee ondernemingen tellen nu gezamenlijk 19 werknemers.
Met het eerste ontwerp zijn de twee ontwerpers drie jaar bezig geweest. “In deze periode hebben ze een aantal maanden als vrijwilliger gewerkt in een verzorgingshuis”, zegt Ger Schuivens. “Toen zagen ze dat mensen met dementie zintuiglijk in het hier-en-nu vaak nog goed te bereiken zijn. Door dynamische prikkels te creëren, konden reacties bij bewoners worden uitgelokt. Maar het doel was niet om mensen bezig te houden met een apparaat, maar juist om hen een manier te bieden zich weer met een dierbare of zorgverlener te verbinden. Dat is het principe van de CRDL: een schakel vormen in de communicatie met mensen die dat uit zichzelf niet meer goed kunnen.”
Naast ouderen met dementie zijn dat inmiddels ook kinderen met autisme en mensen met een verstandelijke of visuele beperking of niet-aangeboren hersenletsel. Ook wordt de CRDL steeds meer binnen logopedie en muziektherapie gebruikt.
Duurzame constructie
Sinds 2019 is versie 2 van de CRDL op de markt. Dit betekent niet dat de gebruikers van het eerste uur een nieuw exemplaar moeten aanschaffen. “Duurzaamheid is een belangrijk aspect in het ontwerp”, zegt Schuivens. “De behuizing van de CRDL is zo geconstrueerd dat nieuwe technische functionaliteit achteraf kan worden ingebouwd. Hiermee bieden we bestaande gebruikers de mogelijkheid hun CRDL te laten upgraden. De eerste versie had bijvoorbeeld vilten sensoren, waarop je je hand moest leggen om de aanraking om te zetten naar geluid. Vanwege de hygiëne gebruiken we daarvoor nu elastomeer. Bij een upgrade wordt de CRDL voorzien van deze nieuwe sensoren, krijgt de behuizing een onderhoudsbeurt, worden technische onderdelen vervangen en de uitgebreide geluidsbibliotheken geïnstalleerd. Dan is hij weer als nieuw.”
De geluidsbibliotheken van de CRDL zijn elk gericht op een specifieke ervaring. Schuivens: “Met natuurgeluiden streven we bijvoorbeeld naar rust en harmonie en met muziekinstrumenten naar emotie en muziekbeleving. Stads- of boerderijgeluiden zijn vooral gericht op herinnering en activatie en huiselijke geluiden op geborgenheid en vertrouwen.” Naast de standaard geluidsbibliotheken kunnen gebruikers ook zelf geluiden toevoegen aan de CRDL.
Demonstratie en workshop
Schuivens geeft aan dat de CRDL goed past bij zorginstellingen die welzijn en kwaliteit van leven van bewoners als wezenlijk onderdeel van hun strategie zien. “De aanschaf wordt vaak bekostigd vanuit het Waardigheid en Trots-programma van het ministerie van VWS, met kwaliteitsgelden of door sponsors die aan dit aspect willen bijdragen.”
Als een zorginstelling belangstelling heeft voor de CRDL, krijgen de mensen die er in de praktijk mee gaan werken eerst een kosteloze demonstratie. “Tijdens deze sessie kunnen ze de CRDL uitproberen bij hun eigen cliënten en zelf ervaren welke reacties dit teweegbrengt”, aldus Schuivens. “Wij begeleiden ook de implementatie en maken van de ingebruikname een feestelijk moment.”
Elk half jaar neemt CRDL contact op met de gebruikers voor een evaluatie. De ervaringen die daaruit naar voren komen, worden gepubliceerd in nieuwsbrieven. “Ook kijken we of er zaken zijn, die we in het doorontwikkelen kunnen meenemen”, zegt Schuivens. “En we vragen of het proces rondom de CRDL optimaal is ingericht. Zijn daar nog verbeteringen gewenst, dan bieden we op locatie een workshop, die we hebben laten ontwikkelen door een extern psycholoog. Deze is gecertificeerd bij V&VN en de deelnemers krijgen er accreditatiepunten voor.”
De workshop is gericht op contact maken en rustig aandacht aan iemand schenken. Hij wordt gegeven aan tien tot vijftien personen, een aantal dat bewust gekozen is. Schuivens: “We zagen vaak dat de CRDL werd gedragen door één of twee ambassadeurs binnen de organisatie. Als die wegvallen, dan verdwijnt ook een deel van het draagvlak voor de CRDL. Dat verbreden we met de workshop. Ook werken we nauw samen met opleidingsinstituten, zoals ROCs, MBO’s en HBO’s. Zodat jonge mensen die binnenkort de zorg ingaan, er al vertrouwd mee zijn.”