Wat hebben data-uitwisseling in zorg en Positieve Gezondheid gemeen?

vr 15 april 2022
Wat hebben data-uitwisseling in zorg en Positieve Gezondheid gemeen?
Gegevensuitwisseling
Premium

Het zorgstelsel in Nederland is veelal gericht op het verhelpen of verminderen van klachten en gezondheidsproblemen. Het concept Positieve Gezondheid (PG) zet in op een verschuiving van ziektezorg naar gezondheidszorg. Dit door breder te kijken naar gezondheid en zich niet alleen te richten op de gezondheidsproblemen maar ook op iemands veerkracht: wat iemands leven betekenisvol maakt en wat er voor nodig is om dat te bereiken. PG wordt inmiddels breed omarmd. Niet alleen vanuit de (eerstelijns en tweedelijns) gezondheidszorg maar ook vanuit het sociale- en welzijnsdomein. PG kan hiermee dienen als gemeenschappelijke taal en visie. Dit kan de samenwerking tussen professionals bevorderen. Om dit te kunnen realiseren, is data-uitwisseling tussen professionals een voorwaarde.

PG maakt iemands gezondheid inzichtelijk door middel van zes dimensies:

  1. Lichaamsfuncties (zoals fitheid en je gezond voelen);
  2. Mentaal welbevinden (onder meer onthouden en omgaan met verandering);
  3. Zingeving (onder andere zinvol leven en dankbaarheid);
  4. Kwaliteit van leven (zoals genieten en lekker in je vel zitten);
  5. Meedoen (onder meer sociale contacten en erbij horen);
  6. Dagelijks functioneren (onder andere zorgen voor jezelf en hulp kunnen vragen).

De zes dimensies worden gevisualiseerd middels het ‘spinnenweb’ (zie de volgende pagina). Het spinnenweb kan dienen als een gespreksinstrument voor professionals. Vragen die een professional kan stellen, zijn bijvoorbeeld: Wat is voor jou écht belangrijk in het leven?’ en ‘Zou je ergens aan willen werken en zo ja aan wat?’.

Het doel is om als professional in samenspraak met de patiënt te onderzoeken wie (of wat) kan helpen om de huidige gezondheidstoestand van de patiënt te verbeteren. Of om de patiënt te helpen om te leren omgaan met zijn (blijvende) beperkingen. Het is hierbij van belang dat de patiënt zélf de regie neemt en dat de professional breder kijkt dan zijn/haar eigen vakgebied.

Het draait bij PG om inzetten op veerkracht en de hieraan gerelateerde persoonlijke veranderdoelen van de patiënt, niet om wat een professional de best passende behandeling vindt. Dat betekent soms doorverwijzen naar een aanliggend veld. Om efficiënt rondom een patiënt samen te werken, is onderling met elkaar contact houden en afstemmen wie wat doet van uiterst belang. We lichten de relevantie van data-uitwisseling toe met de casus in het kader links.

Deze casus schetst een mooi beeld van het werken vanuit het gedachtengoed van PG. Een voorwaarde voor het succesvol inzetten van PG als gezamenlijke taal en in de samenwerking met andere disciplines, is dat de gegevens (spinnenweb, voortgang, veranderdoelen, betrokken professionals, ingezette acties, etc.) digitaal uitgewisseld worden.

In een eerder verschenen artikel in ICT&health werd dit belang ook aangehaald (ICT&health nr. 05/2017: ICT speelt een cruciale rol bij de implementatie van PG). In het voorbeeld van de casus is het essentieel dat de psycholoog en de ergotherapeut op de hoogte zijn van elkaars handelen en hiermee de voortgang van Fred uit de casus. Ook de huisarts ziet Fred af en toe terug en is dan graag op de hoogte van de ingezette trajecten en de voortgang ervan. Dit voorkomt dat Fred zijn verhaal steeds weer opnieuw moet vertellen. Door een goede data-uitwisseling rondom PG voorkom je dat verschillende professionals op een ‘georganiseerde’ manier langs elkaar heen werken (kokervisie).

Diverse platforms

Digitale data-uitwisseling kan op twee verschillende manieren plaatsvinden. Ten eerste kan data-uitwisseling tussen professionals onderling plaatsvinden. Er zijn diverse digitale platforms beschikbaar die (regionale) gegevensuitwisseling tussen (zorg)professionals mogelijk maken (o.a. HINQ, Vcare Connect, Zorgplatform). HINQ heeft bijvoorbeeld het concept PG reeds in het platform geïntegreerd. Veel van deze platforms faciliteren eveneens de uitwisseling van gegevens met de patiënt.

Ten tweede kunnen patiënten zelf hun medische gegevens delen met hun professional middels een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Hiermee kan een patiënt digitaal (middels een website of app) zijn persoonlijke gegevens verzamelen en beheren.

Er zijn PGO-aanbieders, waaronder Ivido en Quli, die het concept van PG al geïntegreerd hebben in hun systemen. Het grote voordeel van een PGO is dat een patiënt actief betrokken wordt bij zijn zorgproces en zelf de regie heeft met wie hij zijn gegevens deelt. Het nadeel van deze data-uitwisselingstechniek is dat een professional afhankelijk is van het beschikbaar stellen van gegevens uit het PGO door de patiënt.

Meer regie

Data-uitwisseling zorgt ervoor dat betrokken professionals én de patiënt zélf op de hoogte zijn van wat er besproken is, waarop ingezet wordt, wie hierbij betrokken is en wat de laatste stand van zaken is. Hoewel het belang van data-uitwisseling steeds meer onder de aandacht komt, lukt het veel professionals nog niet goed om data met elkaar uit te wisselen. Dit komt omdat de verschillende softwaresystemen die professionals gebruiken, vaak nog niet goed met elkaar onderling kunnen communiceren.

De overheid heeft diverse subsidies beschikbaar gesteld die als doel hebben om de data-uitwisseling in de gezondheidszorg verder te brengen. Zo is er het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional Ontsluiten van Patiëntgegevens uit de Eerstelijnszorg in Nederland (VIPP OPEN), het Versnellingsprogramma voor Informatie-uitwisseling tussen Patiënt en Professional Medisch Specialistische Zorg en audiologische centra (VIPP 5) en het Versnellingsprogramma gegevensuitwisseling Langdurige Zorg (InZicht).

Daarnaast zien we op regionaal niveau initiatieven die als doel hebben de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg in de regio te verbeteren door het organiseren van elektronische informatie-uitwisseling. Deze samenwerking vindt veelal plaats in de vorm van een Regionaal SamenwerkingsOrgaan (RSO) die zich bezig houdt met het bij elkaar brengen van de zorgaanbieders in de regio; het gezamenlijk bepalen en onderhouden van een koers; het vaststellen van een regionale agenda; het nemen van besluiten over de in de regio te hanteren normen en standaarden en de gemeenschappelijk te gebruiken zorgdiensten.

Deze initiatieven zijn hard nodig, want wanneer professionals integraal kunnen samenwerken en de lijnen tussen de professionals onderling kort zijn, kan de patiënt écht centraal gesteld worden in zijn zorgproces. Daar wordt zowel de patiënt als de professional beter van.