Lectoraat ‘Technologie voor Gezondheid’ werkt aan toekomstbestendig maken zorg

15 juni 2023
Lectoraat ‘Technologie voor Gezondheid’ werkt aan toekomstbestendig maken zorg
Opleiding
Premium

Op 6 juni jongstleden hield dr. Maurice Magnée zijn installatierede als lector ‘Technologie voor Gezondheid’, met als titel ‘De Toekomst is Nu’. Vanuit zijn achtergrond als neuropsycholoog is zijn fascinatie ontstaan voor technologie. Na jarenlang als onderzoeker verbonden te zijn geweest aan het UMC Utrecht, maakte Magnée de overstap naar de HAN. Hij is ervan overtuigd dat praktijkgericht onderzoek echt impact heeft op maatschappelijke vraagstukken.

Tijdens zijn rede in de zaal van de HAN in Nijmegen, schetste Magnée op boeiende wijze welke uitdagingen er zijn die met behulp van het lectoraat gepareerd moeten worden om de zorg toekomstbestendig te maken. De noodzaak daartoe is groot. “De cijfers over de toekomst van de zorg liegen er niet om: de personele en financiële druk op de zorg is immens en er moeten scherpe keuzes gemaakt worden om de zorg in Nederland ook in de (nabije) toekomst houdbaar te houden. De urgentie wordt daarbij steeds sterker gevoeld en de term ‘zorg-infarct’ wordt nadrukkelijker uitgesproken”, aldus de lector.


Gefundeerd onderzoek
Volgens Magnée kunnen afnemende toegankelijkheid van zorg en toenemende gezondheidsverschillen een negatieve spiraal veroorzaken, waardoor de solidariteit in de samenleving afneemt. In tijden van verandering is solidariteit – naast vertrouwen en perspectief - juist essentieel om belangrijke uitdagingen aan te pakken.


Magnée gelooft dat goed gefundeerd onderzoek de praktijk ondersteunt en bijdraagt aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Het is zijn ambitie en die van het lectoraat om de komende jaren een verschil te maken. Niet alleen met partners in de zorg en het bedrijfsleven, maar ook met andere kennisinstellingen die werken aan deze vraagstukken.


Drie onderzoekslijnen
Er is gekozen voor drie onderzoekslijnen. Allereerst de burgeraanpak, gericht op de individuele burger. Magnée: “Daarvoor gaan we aan de slag met een inwonergerichte aanpak, om ervoor te zorgen dat de burger zelf echt aan de slag gaat met de eigen gezondheid en een gezonde levenswijze. Daarmee is het geen technisch vraagstuk, maar een psychologisch vraagstuk. Vanuit mijn achtergrond als psycholoog hoop ik daarvoor mijn eigen kennis in te kunnen brengen.”


Magnée benadrukt dat de tweede lijn zich richt op de zorgmedewerker en de noodzaak om anders te gaan werken. Het doel is om burgers of patiënten in staat te stellen zelf zijn of haar gezondheid te monitoren, wat ook vraagt om het durven overdragen van de regie. Dit vereist dat de zorgmedewerker digitaal vaardiger wordt en zich nog meer aanpast aan veranderende processen. De focus van de tweede lijn is daarmee het ondersteunen van de zorgmedewerker om toekomstige gezondheidszorg mogelijk te maken.


De derde lijn richt zich specifiek op de organisatie van de zorg en heeft als doel om de zorg daadwerkelijk te transformeren. Magnée benadrukt het belang van gezondheidszorg die meer in de wijken plaatsvindt en het opzetten van een regionale infrastructuur voor het uitwisselen van gegevens. Ook suggereert hij dat medewerkers wellicht tussen organisaties kunnen worden uitgewisseld, zodat de regio als geheel gezonder kan worden in plaats van alleen individuele organisaties te handhaven. Samengevat is de integrale aanpak van burger, professional en organisatie noodzakelijk. Magnée streeft ernaar deze drie perspectieven in het onderzoek te integreren.


Onderscheidend vermogen
Het lectoraat 'Technologie voor Gezondheid' onderscheidt zich van andere lectoraten gericht op technologie in Nederland door een krachtige regionale infrastructuur in de regio Arnhem-Nijmegen. Samenwerking met zorg-instellingen, studenten en bedrijven in de regio is duurzaam en gericht op langdurige innovatie. Het lectoraat heeft een lerende aanpak om iedereen mee te krijgen en werkt naar langjarige perspectieven en stappen voorwaarts.


Magnée vindt het van groot belang er zorg voor te dragen dat iedereen mee kan komen met innovatie, dus ook de zwakkeren in de samenleving. Daarnaast ondervond hij tijdens onderzoeken gedurende de afgelopen jaren dat er veel aandacht ging naar technologie als productinnovatie en veel minder naar de veranderkundige context waarbinnen organisaties pogen de zorg te transformeren. “Uiteindelijk wil je loskomen van individuele experimenten en met elkaar ook echt grootschalig opschalen. Daarom kiezen we ervoor om de techniek die er al is op te schalen en er voor te zorgen dat mensen er ook mee aan de slag gaan.”


Waar het lectoraat ook zijn onderscheidende vermogen laat zien, is het gebruik van Virtual Reality (VR)1. “Ik denk dat we daarmee voorop lopen en landelijk koploper zijn. Zowel in onderwijs en training als ons onderzoek naar VR in de zorg.”


Challenge Lab
Het lectoraat is er ook om vragen van zorg-instellingen en bedrijven te beantwoorden. Voor burgers zal dit op termijn ook mogelijk worden. “We willen met het Challenge Lab in samenwerking met regionale partners een platform creëren waar individuele inwoners hun vragen kunnen stellen en waar we oplossingen kunnen ontwikkelen. ”


Momenteel richt het lectoraat zich voornamelijk op zorginstellingen en bedrijven die hulp nodig hebben bij het opschalen van zorgtechnologie binnen hun organisaties. Er komen vaak vragen binnen over hoe zij technologie succesvol kunnen implementeren en opschalen na een pilotfase. Het lectoraat kan hierbij ondersteuning bieden.

Digital Health Challenge Lab
Na de zomer gaat het regionale innovatieproject ‘Digital Health Challenge Lab’ van start. Daarmee wordt beoogd snel te kunnen reageren op vragen van inwoners en samen te werken met bedrijven om geschikte technologie in te zetten en op te schalen. “Hierdoor kunnen we een continu proces van innovatie en zorgaanpak realiseren, van individuele inwoners tot aan de hele regio”, aldus Magneé. “Hoewel de zorg en het bedrijfsleven twee verschillende werelden zijn, hoop ik dat we ze kunnen samenbrengen en zo innovatiekracht kunnen creëren. Dit is een doel dat ik de komende jaren samen met de onderzoekers en partners van het lectoraat wil bereiken.”


Aan de andere kant komen er ook bedrijven naar het lectoraat met veelbelovende technologieën of oplossingen die ze graag in een relevante context willen valideren. Deze vragen worden eveneens bij het lectoraat gesteld. “Daarnaast hebben we aan de HAN het iXperium Health, een innovatielab voor technologie in zorg en welzijn”, stelt Magnée. “Dit is een plek waar startups en bedrijven met nieuwe technologieën aan de slag kunnen. Daar worden kleinschalige onderzoeken uitgevoerd om de waarde van de technologie te beoordelen. Zodra er hoopvolle resultaten zijn, kunnen wij als lectoraat de verdere opschaling oppakken.”


Technology Readiness Level (TRL)
Het lectoraat pakt nieuwe technologie op vanaf niveau TRL4-5. Magnée daarover: “Bij niveau 1 tot en met 3 gaat het nog om prototypes. Vanaf niveau 4 worden de eerste onderzoeken naar de werkzaamheid van de innovatie uitgevoerd, terwijl bij 7, 8 en 9 al sprake is van een product dat volledig is doorontwikkeld, gevalideerd en gecertificeerd. Bij de fasen die daar tussen zitten, gaat het in 80- of misschien wel 90 procent van de innovaties mis. In die fase willen we als lectoraat gaan ingrijpen om te zorgen dat we niet heel veel geld en tijd weggooien aan nutteloze innovatie. Maar ook om te bewerkstelligen dat we de juiste innovaties eruit lichten en die ook ondersteunen om tot een opgeschaalde technologie te komen die ook echt ingezet wordt.”


Door deze werkwijze wil het lectoraat efficiënter zijn in het oppakken van waardevolle ideeën en ervoor zorgen dat er een goede match is tussen ontwikkelde technologieën en de vraag in de zorg. “We streven ernaar ervoor te zorgen dat waardevolle producten daadwerkelijk terechtkomen bij zorginstellingen en burgers. We willen actief ingrijpen om dit te bereiken.”

Referentie
1. Link

Door innovation partner