De zorgvraag neemt de komende jaren sterk toe door vergrijzing. Tot 2040 stijgt het aantal 65 plussers met 1,8 miljoen. Voor elke niet-werkende zijn er nu drie werkenden, dat worden er twee. Deze stijgende zorgvraag zal met name ‘opgepakt’ moeten worden in de thuissituatie van mensen. Dit is voor de thuiszorg zoals we die nu kennen (wijkverpleging en thuisondersteuning) een onmogelijke opgave. De demografische ontwikkelingen, de wijze waarop we de arbeidsmarkt vormgeven en hoe we het werk organiseren, zorgt ervoor dat de zorgverlening vast gaat lopen. Dat is geen sombere voorspelling maar een realiteit die al zichtbaar wordt.
Een tijdperk van personeelsschaarste is aangebroken. Globaal zijn er twee knoppen om aan te draaien. Het vergroten van de instroom (zoals onbenut arbeidspotentieel en zij-instromers) en het werk anders organiseren zodat werkprocessen efficiënter verlopen waardoor meer arbeidscapaciteit beschikbaar komt.
Capaciteit
Als je uitgaat van de mindset dat alleen goed gekwalificeerde zorgprofessionals in het zorgproces worden ingezet (zodat zorg via de zorgverzekeraar wordt vergoed), lopen we vast. Zo ontstaat schaarste bij te weinig instroom (of hoog verzuim/verminderde inzet vanwege een coronapandemie).
Er moet gekeken worden naar andere groepen die structureler kunnen bijdragen om de zorg te blijven bieden. Zoals vrijwilligers, studenten, mantelzorgers, burennetwerken in de wijk, mensen die (tijdelijk) tijd over hebben. Het inzetten van mensen zou niet meer alleen gekoppeld moeten zijn aan het diploma.
Tijdens de coronapandemie bleek dit een hardnekkig probleem: gediplomeerd en een actieve BIG-registratie waren voorwaarden voor de inzet – ongeacht de uit te voeren taken. Capaciteit voor zorg kun je ook breder zien: wie kunnen een bijdrage leveren aan de zorgvraag? Een andere vraag stellen betekent een ander perspectief op beschikbare capaciteit. Digitale platformen kunnen bijdragen om deze capaciteit inzichtelijk te maken en gericht te benutten.
Platformen
In de arbeidsmarkt van de gezondheidszorg doen de platformen net hun intrede. Een studie van het ING Economisch Bureau uit 2018 plaatst medisch personeel nog op de lijst van uitgesloten beroepen voor typische platform-beroepen. Uitgesloten beroepen zijn beroepen waarbij de welzijns- of bedrijfsrisico’s van een verkeerde ‘match’ te groot zijn.
In de praktijk zien wij nu dat zorgaanbieders zich momenteel oriënteren voor de inzet van een platform gericht op het anders organiseren van werk en meer flexibele inzet van zzp’ers. Een voorbeeld is het initiatief van ActiZ waarbij vijf organisaties in de VVT actief aan de slag gaan met de vraag: hoe krijgen we het werk in de zorg thuis verricht door het anders en slimmer te organiseren? Een onderdeel is de oriëntatie hoe een digitaal systeem kan helpen om dit te faciliteren.
Vier voordelen
Zorgaanbieders zien bij een platform voordelen op vier hoofdthema’s:
• Vraag en aanbod zo goed mogelijk in beeld krijgen en efficiënter matchen. Het is voor een organisatie een uitdaging om zicht te houden op welk aanbod er is, binnen of buiten de organisatie, zzp-ers, flexibele schil en eventueel binnen een regionale samenwerking. Een platform kan ondersteunen door te matchen. Zo kunnen betere en andere matches tot stand komen en worden mogelijk ook de kosten verlaagd. Bijvoorbeeld zoekkosten, of kosten rondom de administratie en contract.
• Andere mensen kunnen makkelijker betrokken worden bij het zorgproces. Door meer te denken in taken dan in functies, kunnen bepaalde taken worden ingevuld door mensen die eerder geen of op een andere wijze onderdeel uitmaakte van het zorgproces, zoals mantelzorgers, vrijwilligers in de wijk, studenten, onbenut arbeidspotentieel. Platformen kunnen ook ondersteunen bij het inplannen op taken in plaats van alleen volledige diensten van gekwalificeerd personeel.
• Platformen kunnen ondersteunen bij optimaal inzetten van talent en vaardigheden naar taken en rollen, in plaats van volgens diensten of functies (in lijn met het denken in taken). Door bijvoorbeeld medewerkers zelf in te laten tekenen op taken die voor hen aantrekkelijk zijn en passen bij hun voorkeuren en talenten. Medewerkers kunnen dus zelf de taken kiezen waarmee ze aan de slag gaan.
• Het lerend vermogen van een platform. Organisaties hebben de mogelijkheid om data te verzamelen rondom zoekacties, inzet, reviews en tevredenheid. Ze kunnen met meer data hun algoritmes die ze gebruiken bij ondersteuning en matching steeds verbeteren.
Risico’s inzet platform
Er zijn ook risico’s die ervoor kunnen zorgen dat niet alle beoogde voordelen van een platform behaald worden. Wellicht dat daarom de platformeconomie nu pas zijn intrede doet in arbeidsmarkt van de gezondheidszorg en dat de hoge (toenemende) druk op de arbeidsmarkt een facilitator hierbij vorm. Wij zien risico’s op vijf onderdelen.
• Een sociaal risico. Het verlenen van zorg bestaat niet enkel uit het vervullen van een bepaalde zorgtaak. Het is geen lopende bandwerk. De relatie die een zorgverlener heeft met de client kan een essentieel onderdeel vormen om betere zorg te verlenen of de kwaliteit van leven te verhogen voor de client.
• In andere sectoren blijkt vaak dat het werk via platformen niet altijd leidt tot de beste kwaliteit en dat medewerkers die werken via platform zeer beperkt zeggenschap hebben. Terwijl de ontwikkeling bestaat om medewerkers juist meer zeggenschap te geven, die hier ook behoefte aan hebben.
• Ook is niet altijd de informatie over de werkomstandigheden onderdeel van het algoritme. Hierbij moet ook oog zijn voor het welzijn van de medewerker en niet enkel vanuit het aanbod.
• Om voordeel te halen uit een platform en een voldoende lerend algoritme, moet het platform voldoende vraag en aanbod bevatten. Als dit versnipperd is over veel platformen is het mogelijke voordeel beperkt.
• Terughoudendheid om voor de inzet van arbeid afhankelijk te zijn van een commerciële marktleider.
Huidige markt
Aan de kant van de platformmarkt zien wij veel startups die platformen aanbieden en (door)ontwikkelen, sommigen ook actief met zorgorganisaties. Vanuit de Living Labs (zie kader) van ActiZ is naar voren gekomen dat er nog geen dominant platform is dat zich onderscheidt (of lijkt te onderscheiden) met veel meer aanbod of aanbieders, dan hun concurrenten. Naar onder andere de volgende platformen is gekeken; Dytter, Part-up, Regionet, PIDZ.
Er zijn typen platformen gericht op matching of optimaliseren van het proces van inzetten van personeel. Andere typen richten zich meer op slimmer en taakgericht organiseren van het potentieel dat een bijdrage zou kunnen leveren in of op de randen van een organisatie. De verschillen in focus zien we terug in de verdienmodellen, van een percentage van het uurtarief tot vaste kosten om gebruik te maken van het platform.
Een platform telt verschillende rollen: klanten, aanbieders, een marktmeester. De rol van de marktmeester is heel belangrijk: die organiseert de markt, zorgt voor vergunningen, en organiseert de regels van het spel. In de opkomende platformmarkt in de zorg is er (nog) geen marktmeester die de regels van het spel (op sectorniveau of centraal niveau) formuleert. Die is wel nodig om centraal kaders te stellen en afspraken te maken, zodat daarbinnen lokaal en regionaal de mogelijkheden van platformen op een goede wijze benut kunnen worden.
Uitkomst nog onduidelijk
Het is de vraag of we uitkomen op één dominant platform zoals Uber of Werkspot, of dat er ruimte blijft voor verschillende platformen met verschillende focus; of wellicht dat het gebruik van platformen geen duurzame plaats krijgt.
De vraag blijft ook of we het gewenste en beoogde voordeel kunnen behalen met behulp van deze platformen. Op dit moment is het niet te voorspellen, maar wel kan geconcludeerd worden dat de platformeconomie zijn eerste intrede doet in de ouderenzorg en de krapte op de arbeidsmarkt een facilitator vormt.
Anders organiseren in de zorg thuis – Living Labs
Eén manier om de zorgverlening toekomstbestendig te maken, is het werk anders te organiseren. Actiz (VVT) ondersteunt vijf Living Labs waarin zorgorganisaties in de wijk gaan experimenteren met manieren om de zorg anders te organiseren. Vanuit de ideeën van de wijkteams en andere direct betrokkenen voeren de zorgprofessionals in het klein experimenten uit in het hier en nu. Samen bekijken ze wat werkt en hoe het kan bijdragen aan een andere organisatie in de toekomst.
Onderwerpen zijn onder andere:
• Volledige capaciteit benutten met inzet van slimme digitale oplossingen.
• Breder kijken naar kwaliteit van leven en positieve gezondheid, veel vragen van cliënten in de thuiszorg zijn niet zorggerelateerd.
• Zorgprofessionals alleen de zorgtaken laten bieden, andere vragen bij anderen neerleggen (zoals via digitale platforms).
• Beter samenwerken in de wijk en regio, in het hele netwerk van preventie, welzijn, thuiszorg en verpleging, eerstelijnszorg, etc.
Actiz faciliteert deze lokale experimenten in het hart van de uitvoering. Aanjagers van lokale zorgorganisaties creëren experimenteerruimte mét Actiz, om los van bestaande kaders en belemmeringen oplossingen in de praktijk te zoeken. Zij hopen zo komen tot vernieuwende ideeën die antwoord geven op de grote hoofdvraag: hoe krijgen we het werk in de zorg thuis ook in de toekomst verricht?
De uitkomsten van de Living Labs worden na afloop zo breed mogelijk gedeeld zodat ook andere organisaties gebruik kunnen maken van de ervaringen uit de Living Labs.