De gezondheidszorg heeft behoefte aan databeschikbaarheid. Die moet zorgen voor grotere veiligheid en kwaliteit van de zorg en een verminderde registratielast van het zorgpersoneel. Lianne Ringoir, klinisch data analist van het Rijnstate Business Intelligence & Data Analytics (BIDA), helpt zorgketens met uiteenlopende datavraagstukken.
Zorgketens zijn multidisciplinaire teams waarin zorgprofessionals uit verschillende vakgebieden zich inzetten voor een specifieke patiëntengroep. Zo’n zorgketen onderzoekt bijvoorbeeld hoe de patiënt beter kan worden betrokken in het zorgproces. Met als doel maximale waarde toe te voegen voor de patiënt.
Data zo goed mogelijk inzetten
Het inzichtelijk maken van data levert waardevolle gesprekken op binnen zorgketens, vindt Lianne. En het onderbouwt aannames. Als bijvoorbeeld het idee heerst dat er vaak patiënten met dezelfde aandoeningen worden gezien, wordt gekeken of dit ook klopt. “Maar het dwingt ons ook om kritisch met elkaar te kijken naar hoe we het nu echt doen. De uitkomsten brengen een zorgketen weer een stap dichter bij een oplossing. Ik zie het echt als mijn missie om te onderzoeken hoe we data zo goed mogelijk kunnen inzetten om de zorg te verbeteren”, zegt Lianne.
Het is echter nog niet zo makkelijk om bruikbare data te vinden. Het is vaak zoeken naar wat er concreet nodig is om een nuttige analyse te maken. De ingewikkelde processen in de zorg maken het niet makkelijker, vertelt Lianne. “Voor de meeste vraagstukken zijn geen kant-en-klare oplossingen. We komen er soms achter dat iets niet uniform of zelfs helemaal niet wordt geregistreerd. Dat maakt het lastig om iets over de data te zeggen.”
Twee voorbeelden uit de praktijk
Het team van de zorgketen Luchtwegallergie in het Rijnstate wilde graag weten hoeveel patiënten een traject voor immunotherapie opstarten. Uit de beschikbare data kon alleen worden afgeleid hoeveel mensen deze therapie al krijgen, maar het team wilde juist de mensen in beeld krijgen waarbij onderzocht wordt of het een optie voor ze is. Hier wordt namelijk veel tijd ingestoken. Lianne: “We kwamen erachter dat we dit niet uit de data konden halen, omdat patiënten bij verschillende specialisten komen en geen specifiek kenmerk meekrijgen. We hebben toen samen met Functioneel Beheer Zorgapplicaties gekeken hoe we dit kunnen veranderen. Dat zijn leuke uitdagingen om mee te puzzelen.”
Een mooi voorbeeld van een dataproduct dat Lianne en haar team hebben gemaakt, zijn speciale dashboards voor Oncologie, die in het Rijnstate worden gebruikt voor patiëntenvoorlichting in de spreekkamer. De dashboards laten de uitkomsten zien van vragenlijsten die patiënten invullen na een operatie, bijvoorbeeld bij prostaatkanker. Het dashboard liet zien dat de incontinentieklachten bij patiënten 3 maanden na de operatie op hun hoogtepunt zijn en dat ze tussen de 6 en 9 maanden afnemen. Als een patiënt na 3 maanden dus het gevoel heeft dat het niet meer beter wordt, kan de arts laten zien dat dit bij de meeste patiënten in de komende maanden verbetert.
Zo’n dashboard kan alleen maar ontstaan door multidisciplinair samen te werken, benadrukt Lianne. “Deze wisselwerking is echt nodig, want een data-analist alleen kan geen zinnig dataproduct maken. Er is altijd iemand nodig die verstand heeft van de inhoud en het product in de praktijk gaat inzetten.”
Kamerbrief voor betere databeschikbaarheid
Onlangs hebben de Patiëntenfederatie Nederland, de NVZ en zeventien andere zorgpartijen een kamerbrief ingediend waarin ze de Tweede Kamer dringend oproepen om vaart te maken met een betere en snellere uitwisseling van gezondheids- en medicatiegegevens van patiënten, zeker in acute zorgsituaties. Deze oproep werd doelbewust gedaan in de aanloop naar het debat over de toekomst van de acute zorg, dat op woensdag 3 april plaatsvond. In de praktijk blijkt dat de beschikbaarheid van patiëntdata nog steeds niet optimaal geregeld is.