Uit het jaarverslag van de Dutch Breast Implant Registry (DBIR) blijkt dat afgelopen jaar (2019) alle ziekenhuizen en 94 procent van de privéklinieken gegevens in de DBIR geregistreerd hebben. Dit is de centrale database voor de monitoring van zowel de zorg voor als de kwaliteit van borstimplantaten. Momenteel bevat de database informatie over meer dan 42.000 patiënten, 45.000 procedures en 92.000 implantaten.
Door registratie, onderzoek en evaluatie van de zogenoemde kwaliteitsindicatoren en benchmarks, krijgt de DBIR inzage in de kwaliteit van borstimplantaatchirurgie. Bovendien wordt door registratie, onderzoek en evaluatie ook bijwerkingen van verschillende typen borstimplantaten gemonitord.
Om een zo compleet mogelijk beeld te kunnen krijgen van de kwaliteit van implantaten is het belangrijk dat zoveel mogelijk, bij voorkeur álle, ziekenhuizen en klinieken aan de DBIR deelnemen. Dat is ook van belang om patiënten snel te kunnen traceren wanneer er iets mis blijkt te zijn met een bepaald type implantaat.
Standaard database voor borstimplantaten
Met de informatie uit de DBIR kunnen artsen, patiënten en verzekeraars inzicht krijgen in de kwaliteit van de borstimplantaatchirurgie in Nederland. "De DBIR vormt zo de basis voor het steeds beter inrichten van deze zorg. De registratie is uniek en we merken dat steeds meer landen grote interesse hebben hoe we dit in Nederland hebben georganiseerd”, aldus Dr. Hinne Rakhorst, plastisch chirurg en voorzitter van de wetenschappelijke Commissie DBIR.
De afgelopen jaren is de DBIR daardoor al uitgegroeid tot de Europese- en wereldstandaard voor kwaliteitsregistratie voor borstimplantaatchirurgie. "Het is heel waardevol dat alle Nederlandse centra meedoen want daardoor hebben we data van hoge kwaliteit. Vanuit de DBIR willen we daarom constant doorontwikkelen zodat we het hoge niveau kunnen vasthouden en de bruikbaarheid van de data verder toeneemt”, vertelt Rakhorst.
In 2019 is de DBIR samen met de partners van de International Collaboration of Breast Registry Activities (ICOBRA) gestart met het eerste internationale jaarverslag om de impact van de database verder te vergroten. “Het doel is om internationale vergelijking mogelijk te maken. De ambitie is een jaarrapport met data van 1 miljoen borstimplantaten wereldwijd. Het rapport maakt internationale vergelijkingen mogelijk en stelt ons in staat om gezamenlijk te innoveren. Dit jaar is er een belangrijke start gemaakt door 200.000 implantaten van vier landen te vergelijken. Er zijn uniforme tabellen en grafieken ontwikkeld. Dit klinkt misschien eenvoudig, maar er komt veel bij kijken”, licht Rakhorst toe.
Registratie én kwaliteitsmeting
De DBIR vormt zowel een implantatenregister als een systeem voor kwaliteitsmetingen en voldoet aan de Europese en Nederlandse privacyrichtlijnen. De registratie is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC). In de database kunnen alle borstimplantaten en de uitkomsten van de zorg geregistreerd worden.
Dankzij de DBIR is het mogelijk dat ziekenhuizen en klinieken de kwaliteit van de zorg die zij leveren, vergelijken met andere centra. Dat gebeurt door middel van terugkoppeling van kwaliteitsinformatie aan behandelaars. De kwaliteit van een centrum of zorgverlener wordt vergeleken met een landelijk gemiddelde: een benchmark. Zo kan de geleverde zorg geëvalueerd worden en kunnen verbeterpunten worden aangewezen.
Vorig jaar werd de DBIR uitgebreid met de zogenoemde digitale implantatenkaart. Hierop staat aangegeven welke gegevens een vrouw nodig heeft om haar implantaat online te vinden. Daardoor krijgen vrouwen meer regie en kunnen ze snel en gemakkelijk de status van hun borstimplantaat controleren.