Op vrijdag 2 februari komt Apple komt met een nieuwe bril, die de fysieke en digitale wereld verregaand laat samensmelten. Dankzij onder meer zes microfoons en twaalf camera’s scant de nieuwe Vision Pro de omgeving, en projecteert daarover digitale informatie. De bril is bijvoorbeeld te gebruiken in je werk of voor ontspanning. Ook in de zorg worden dergelijke VR-toepassingen steeds vaker ingezet, bijvoorbeeld bij het verlichten van angst of pijn. Maar volgens experts van het Rathenau Instituut zijn gebruikers van dit soort technologie nog onvoldoende beschermd. Dat komt omdat er nog geen goed ontwikkelde regels zijn omtrent de inzet van VR-brillen, waardoor consumenten blootgesteld worden aan risico’s rond privacy en zelfbeschikking.
Vooralsnog is de nieuwe bril van Apple alleen nog in de Verenigde Staten te koop. En met en prijs van 3.500 dollar is hij natuurlijk ook nog lang niet voor iedereen betaalbaar. Toch is de lancering een teken dat Apple investeert in toenemend consumentengebruik van virtual reality (VR) en augmented reality (AR). In vaktermen worden deze innovaties aangeduid met de term immersieve technologieën, die gebruikers onderdompelen in een fysiek-digitale wereld.
Apple noemt zijn nieuwe bril zelf overigens geen VR-bril, maar een apparaat voor ‘spacial computing’. In reviews wordt daar echter soms anders over gedacht. Op een podcast van BNR staat bijvoorbeeld: “Het apparaat is duidelijk beter dan de rest van de concurrentie, maar het is niet perfect. Ondanks dat Apple het niet zo noemt, merk je tijdens het gebruik zeker dat het een VR-bril is. En het gewicht is ook wat zwaarder dan concurrerende modellen.”
VR-bril verzamelt data
Voor een optimale werking hebben dit soort brillen veel gegevens nodig over je gedrag en je lichaam. Denk bijvoorbeeld aan pupilgrootte, stem of je positie ten opzichte van je omgeving. Je kunt als gebruiker of omstander moeilijk overzien wat er, nu of later, voor intieme informatie is af te leiden uit die gegevens. Door het immersieve karakter van de technologie liggen manipulatie en beïnvloeding op de loer. Immersie betekent letterlijk: onderdompeling. Onder deze technologieën scharen we een verzameling technologieën die gebruikers onderdompelen in volledig virtuele werelden of in een hybride mix tussen fysieke en digitale werelden.
De twee belangrijkste technologieën die dit mogelijk maken zijn Augmented reality (AR) en Virtual reality (VR). In AR ziet een gebruiker een virtuele laag over de fysieke wereld, in VR betreedt de gebruiker een volledig virtuele omgeving. Met immersieve technologieën wordt het mogelijk om een nieuw soort ‘echtheid’ te ervaren die ook als realiteit kan worden beschouwd, ook al is de ervaring volledig of deels virtueel. De technologie zit dus letterlijk een stuk dichter op de huid en op de zintuigen dan smartphones of computers.
Risico’s
Onderzoek van het Rathenau Instituut laat zien dat Europese regels voor gegevensverzameling door brillen de mogelijkheid voor beïnvloeding en manipulatie beperken. Tegelijkertijd zijn er allerlei soorten intieme gegevens, die nog wel mogen worden verzameld na toestemming van de gebruiker van de bril. Er zijn volgens het onderzoek daarom op korte termijn betere afspraken nodig over welke typen persoonlijke data VR-brillen mogen verzamelen, onder welke voorwaarden en voor welke toepassingen.
Dat geldt des te meer nu VR-brillen langzaam maar zeker, zoals nu door Apple maar ook door andere leveranciers, op grote schaal op de consumentenmarkt worden geïntroduceerd. Overheden moeten hier scherp op zijn, want als consument ben je niet goed in staat om de ontwikkelaars van dit soort brillen te dwingen tot verantwoord gedrag.
VR-bril in de zorgsector
Ook in de zorg worden tegenwoordig steeds vaker VR-brillen - en soms ook AR - ingezet. Onder meer voor trainingsdoeleinden, het voorbereiden van patiënten op een operatie of om patiënten af te leiden in het geval van pijn of angst. Het probleem van onvoldoende bescherming van gebruikers van VR-brillen is dan ook bijzonder relevant in de context van de gezondheidszorg, waar de verzameling en het gebruik van gevoelige persoonlijke gegevens onder strenge voorwaarden zouden moeten vallen.
Gezien de diepte van gegevens die deze apparaten kunnen verzamelen - van pupilgrootte tot stemherkenning en de positie van de gebruiker in hun omgeving - is de bezorgdheid over wat er met die gegevens kan worden gedaan, zowel nu als in de toekomst, volgens het Rathenau Instituut gerechtvaardigd.