Hoe moet de GGZ zich de komende tien jaar ontwikkelen? Die vraag staat centraal in het onlangs gepubliceerde onderzoek ‘De GGZ van morgen’. Uit het onderzoek blijkt dat vijf thema’s de GGZ van morgen domineren. Het gaat achtereenvolgens over mentale gezondheid, aantrekkelijk werkgeverschap, beter samenwerken, gebruik van technologie en data en het behandelen van mensen om een zinvol leven te realiseren.
Het adviesbureau Morgens heeft in kaart gebracht wat de belangrijkste thema’s zijn voor de GGZ in de toekomst. Het rapport ‘De GGZ van morgen’ is gemaakt op basis van literatuuronderzoek, interviews, een online survey en een onderzoekswebinar met 75 personen die werkzaam zijn in de GGZ-sector. Een conclusie is onder meer dat het gebruik van big data over tien jaar bij de GGZ heel gewoon is geworden. Tevens bestaan er dan goed samenwerkende samenwerkingsverbanden en is de behandeling in de GGZ niet meer op de eerste plaats is gericht op ‘genezing’, maar vooral op het leiden van een zinvol leven.
Patiënten staan open voor digitalisering
Het grootste probleem waar de GGZ momenteel tegen oploopt is het tekort aan zorgprofessionals. En dat probleem wordt de komende jaren alleen maar groter. Een deel van de oplossing die in het onderzoek wordt aangekaart, is inzetten op preventie en betere samenwerking tussen instellingen én met het sociaal domein en de gemeentes.
Mark Reitsma van het adviesbureau Morgens ziet ook een oplossingsrichting in de inzet van nieuwe technologie in de GGZ. “Patiënten zijn vaak al veel verder als het gaat om inzet en gebruik van technologie dan de GGZ. Digitale toepassingen als e-health, digitale platforms en e-communities hebben veel potentie, maar worden nog onvoldoende benut. Ook het gebruik van domotica en zorg op afstand zit in de lift en biedt tal van extra mogelijkheden. Beeldbellen met de patiënt heeft sinds corona trouwens bij de GGZ al een grote vlucht genomen en we hebben geleerd dat dit op veel plekken prima kan.”
Big data
Wie technologie zegt, zegt natuurlijk ook data. Het uitwisselen van digitale gegevens is bij de GGZ bijvoorbeeld nog steeds een uitdaging, hoewel er de afgelopen tijd wel degelijk meters zijn gemaakt. GGZ-instellingen en -zorgverleners hebben in het kader van de stimuleringsregeling VIPP GGZ bijvoorbeeld de eerste stappen gezet met betrekking tot digitale gegevensuitwisseling en de GGZ bereidt zich expliciet voor op MITZ. Maar data gaan niet alleen over gegevensuitwisseling, het gaat ook over data-analyse, snellere diagnostiek en preventie bijvoorbeeld door data-analyse met AI.
Op het gebied van big data is er volgens Reitsma voor de GGZ de komende tien nog flink wat werk aan de winkel. “Datagedreven werken staat binnen de GGZ echt nog in de kinderschoenen. Uit ons onderzoek blijkt dat 45% van respondenten denkt dat ‘Big Data & Analytics’ over 10 jaar onderdeel is van de dagelijkse praktijk van behandelaren. Algoritmes en AI-toepassingen worden in de toekomst ingezet om in een vroeg stadium signalen en gedragspatronen te herkennen die bijvoorbeeld een terugval in depressie of psychose aanduiden.”
“Tegelijkertijd komt in ons onderzoek naar voren dat 58% van de respondenten het oneens is met de stelling dat over 10 jaar binnen de GGZ het adagium ‘digitaal tenzij’ geldt. Dat laat ook zien dat er voor snelle digitalisering in de GGZ nog een hoop zendingswerk te doen is.”
De toekomst is nú
Het rapport adviseert GGZ-instellingen om nu te starten met het zetten van stappen richting de toekomst, want de problemen van vandaag gaan niet vanzelf weer weg. Er moet echt iets gebeuren en daar is leiderschap voor nodig en dat ontbreekt volgens het rapport nog dikwijls binnen de GGZ. Het onderzoek adviseert GGZ-instellingen om te investeren in een toekomstgerichte, lerende organisatie die als werkgever aantrekkelijk is voor medewerkers.