Vergoeding e-consult eerste stap naar behandeling in leefomgeving patiënt

ma 8 januari 2018 - 13:52
Beedbellen-1-scaled
eHealth
Nieuws

Sinds 1 januari 2018 krijgen medisch specialisten e-healthconsulten op de polikliniek op eenzelfde wijze vergoed als een fysiek poliklinisch herhaalbezoek. Dat heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bepaalt. Cardioloog Marcel van der Linde van Nij Smellinghe nam het voortouw om samen met de Federatie en andere partners de vergoeding te regelen, zo schrijft het blad de medisch specialist. Een volgende stap is het vergoeden van telemonitoring voor bestaande zorg.

Een jaar duurde het van eerste initiatief tot het invoeren van de vergoeding voor e-consulten: herhaalconsulten op de poli via mail, telefonisch of screen-to-screen. Hoe snel dat ook lijkt, het was niet voor de tijd, meent cardioloog Marcel van der Linde van het ziekenhuis Nij Smellinghe (Drachten) en lid van de Raad Beroepsbelangen van de Federatie Medisch Specialisten. “We praten en schrijven al meer dan vijftien jaar over e-health,” vertelt Van der Linde in De Medisch Specialist. Maar in de praktijk kwam er weinig van terecht. Ondertussen gingen we in vergelijking met de landen om ons heen achterlopen met elektronische of e(health)-consulten. Die achterstand merkten we ook in de praktijk van alledag. Patiënten wilden graag de mogelijkheid voor een consult per e-mail of telefoon, thuis, in de eigen omgeving. Dat voelt veilig: de partner kan meedenken en het scheelt veel reistijd.”

Stimulans ontbrak

Medisch specialisten doen al langer aan de genoemde alternatieven voor een fysiek consult. Maar omdat er geen passende zorgprestatie voor stond en dus geen vergoeding, ontbrak een belangrijke stimulans om deze zorg te innoveren en meer rondom de patiënt te organiseren. Reden voor de cardioloog om eind 2016 de projectgroep E-health registratie en vergoeding bijeen te roepen. Hierin zitten onder meer medisch specialisten, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Zorginstituut Nederland (ZIN), de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie (FME) en Nefemed, de belangenorganisatie van producenten, importeurs en handelaren van medische hulpmiddelen. Verder betrekt Van der Linde als voorzitter van de Federatie-werkgroep Substitutie van zorg de Federatie medisch Specialisten erbij om de ideeën verder uit te werken.

Zorg meer rondom patiënt

“Onze insteek was praktisch: we vroegen ons af wat er nodig was om de zorg meer rondom patiënt en zijn verwijzer te organiseren. Al snel werd duidelijk dat daarvoor diverse e-healthzorgprestaties nodig waren. Dat was de schakel die ontbrak.” Ook gesteund door het Ministerie van VWS, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) wisten de projectgroep en de FMD de NZa er van te overtuigen om alle medewerking te verlenen om tot de gewenste zorgvergoeding te komen. ‘Met de mogelijkheid van een e-consult geven we de patiënt de service waar hij om vraagt. Nu de vergoeding is geregeld, kunnen we de keuze daarvoor maken op basis van de wens van de patiënt én of het medisch verantwoord is. Zo hebben we afgesproken dat het eerste consult áltijd in de spreekkamer plaatsvindt. En een slechtnieuwsgesprek voer je niet over de telefoon. Dat hoort thuis in de spreekkamer. Maar nu zijn dat medisch-inhoudelijke overwegingen, en geen financiële.” Er zijn afspraken gemaakt om te voorkomen dat de medisch specialist bij een e-consult behandelinformatie mist. Zo moet de medisch specialist de uitvraag, EPD-verslaglegging en terugkoppeling naar de huisarts bij e-health-consulten op dezelfde manier uitvoeren als bij face-to-face-contacten.

Volgende stap: vergoeding telemonitoring

Vervolgstappen zijn al in de maak. Zo wordt de vergoeding van telemonitoring van bestaande zorg voorbereid. In 2018 start er een pilot met telemonitoring, in 2019 moet passende vergoeding geregeld zijn. Verder werkt de FMD amen met huisartsen (via brancheorganisatie LHV) aan de vergoeding van het medisch-specialistische e-consult voor de huisarts. Van der Linde: “Als we dit goed regelen, scheelt dat in het aantal verwijzingen of kan de huisarts gerichter wél verwijzen.” Ten slotte moet ook telemonitoring door specialisten bij ziekenhuisverplaatste zorg beter geregeld worden. Van een aantal lokale initiatieven moet dat tot een landelijke uniforme aanpak komen, met een passende vergoedingenstructuur. Bij alle initiatieven geldt dat de betrokken partijen ook tijd en kosten kunnen besparen. Centraal staat echter dat de patiënt meer in de eigen leefomgeving behandeld kan worden.