Na bijna zes maanden coronacrisis mag wel geconcludeerd worden dat het videoconsult uitgegroeid is tot hét alternatief voor fysieke afspraken in het ziekenhuis en andere zorginstellingen. Los van het kunnen voldoen aan alle contact beperkende maatregelen en de voorwaarden 'intelligente lockdown' heeft het videoconsult ook andere voordelen. Het beperken van de reistijd van patiënten bijvoorbeeld. Maar is het videoconsult een blijvertje?
Volgens orthopeed Jaco Caron ven het Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis (ETZ) in ieder geval wel. “Videoconsulten zijn een geweldige manier om ons gezamenlijke kraakbeen-spreekuur te doen! Patiënten met kraakbeen afwijkingen komen vaak van heinde en verre en we besparen op deze manier veel reistijd. Onze patiënten zijn net zo enthousiast als wijzelf. Dit is een blijvertje", zou liet hij via LinkedIn weten. De afgelopen maanden startten veel ziekenhuizen en zorginstellingen met videobellen als alternatief voor fysieke afspraken. Over het algemeen wordt dit alternatief goed ontvangen, zowel door zorgverleners als patiënten. Dat bleek, amper anderhalve maand na de ingebruikname, ook bij het ETZ.
Nu, ruim drie maanden na de uitrol, vond het ETZ de tijd rijp om patiënten en artsen te vragen naar hun ervaringen met het videoconsult. “We willen zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen en behoeften van de gebruikers. Daarom hebben we zowel artsen als patiënten gevraagd naar wat zij vinden van videoconsulten. We wilden vooral de voor- en nadelen afwegen en zien waar nog kansen en belemmeringen liggen”, zo vertelt Sophie Truijens, zorgadviseur bij het ETZ.
1700 videoconsulten in vier maanden
Net ETZ rolde medio maart, vlak nadat de coronamaatregelen en intelligente lockdown een feit werden, videobellen versneld uit. Tot dan werd op de polikliniek een videoconsult alleen bij uitzondering aangeboden als alternatief voor een fysieke afspraak. Het op korte termijn breed uitrollen van videobellen had nogal wat voeten in aarde. Naast de technische voorbereidingen, zoals het installeren van webcams en computers, moesten ook de zorgverleners en poliplanners getraind worden. Dat verliep, ondanks te tijdsdruk, soepel en succesvol. Sophie heeft daar wel een verklaring voor. "Iedereen vond het belangrijk om poliklinische zorg te blijven leveren in de corona-crisis. De samenwerking met ICT, leverancier Microsoft , het zorgadviesbureau en de betrokken zorgcollega’s ging goed en snel”
Inmiddels, tussen april en juli, hebben artsen bij het ETZ al zo'n 1700 videoconsulten gehouden. Hoog tijd voor een evaluatie, zo vonden ze bij het ETZ. Wat opvalt is dat meer dan 1100 videoconsulten gehouden zijn door de afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie. Hoewel ze daar ervan overtuigd zijn dat het digitale consult niet in alle situaties een goed alternatief is, is de meerwaarde ervan wel doorgedrongen. “Het biedt echt meerwaarde en scheelt de cliënt en ons tijd. Maar je moet het wel gericht inzetten, bijvoorbeeld bij nazorg en meer steunende gesprekken", zegt medisch psycholoog Martje van der Wielen.
Evaluatie zorgverleners en patiënten
Afgelopen maand heeft het ETZ de videoconsulten middels specifieke vragenlijsten voor zorgverleners en patiënten geëvalueerd. In totaal hebben 49 specialisten en 733 patiënten diverse vragen beantwoord. Vragen over de voor- en nadelen, wat goed en niet goed ging en of het videoconsult een vast onderdeel van de zorgverlening kan en moet worden.
Uit de evaluatie van het ETZ komen de bekende voordelen van een videoconsult ook weer bovendrijven: het bespaart wachttijd en reistijd. Daarnaast is het voor sommige patiënten minder belastend wanneer zij vanuit thuis met de zorgverlener spreken. Al was het maar omdat het makkelijker is om een familielid of naaste te laten 'aanschuiven'. Zowel de zorgveleners als patiënten geven ook aan dat een videoconsult persoonlijker is dan een telefonisch consult. Een veelgenoemd nadeel van het videoconsult is het gemis aan non-verbale communicatie. Daarnaast worden ook het gebrek aan digitale vaardigheden en de minder goede kwaliteit van de videoverbinding genoemd.
Van de 733 reacties vanuit het patiëntpanel geeft bijna vier op de vijf (79%) aan wel of misschien open te staan voor een videoconsult. Een op de vijf (21%) zegt niet open te staan voor een videoconsult. Twee op de vijf zorgverleners (41%) wil de videoconsulten gaan of blijven inzetten en nog eens iets meer (43%) denkt erover na om dat te gaan doen. Bijvoorbeeld bij een medicatiecontrole of intakegesprek waarbij geen lichamelijk onderzoek nodig is kan een videoconsult geschikt zijn. In sommige gevallen kan het beoordelen van een wond of lichaamsdeel zelfs prima digitaal.
Uit de evaluatie van het ETZ blijkt overduidelijk dat veel zorgverleners en patiënten openstaan voor het gebruik van videoconsulten. Wel is er behoefte aan optimalisatie van het proces om het als duurzame oplossing te blijven gebruiken. “Hoewel het verschilt per specialisme en afspraaktype in hoeverre een videoconsult een geschikt alternatief kan zien, zijn de eerste reacties positief genoeg om het videoconsult in ons aanbod te houden en verder te verbeteren”, aldus Sophie Truijens.