VWS stimuleert gebruik PGO's met keurmerk MedMij

do 26 april 2018 - 14:28
ICTH-dame-bed-tablet-1450
Databeschikbaarheid
Nieuws

Het ministerie van VWS gaat het gebruik van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO's) die voldoen aan de standaarden en afspraken van het MedMij-stelsel stimuleren met een subsidie. De in het Regeerakkoord opgenomen middelen voor digitaal ondersteunde zorg zullen hiervoor deels worden ingezet. Hierover vindt nog definitieve besluitvorming plaats, zo schrijft minister Bruno Bruins (Medische Zorg & Sport) in een brief aan de Tweede Kamer. bruins zegt ook zich te realiseren dat in de praktijk nog lang niet alle medische gegevens vanaf 2019 beschikbaar zullen zijn voor burgers.

In de Kamerbrief reageert de bewindsman op een reeks vragen van SP Tweede Kamerlid Hijink naar aanleiding van berichtgeving over VWS-geld voor de ontwikkeling van PGO's. Bruins liet eerder dit jaar weten hiervoor drie miljoen euro in 2018 beschikbaar te stellen. De minister benadrukt nu dat het hier gaat om de al geplande bijdrage vanuit VWS voor de ontwikkeling van MedMij standaarden en afspraken waarmee medische informatiesystemen gegevens kunnen ontsluiten voor PGO's.

Later dit jaar besluit over VWS-bijdrage

Hij stipt aan dat het ministerie samen met zorgverzekeraars al sinds 2016 de programmakosten voor het MedMij-stelsel betalen. 'De in de Volkskrant genoemde 3 miljoen euro is een indicatie van de bijdrage van VWS aan de programmakosten van MedMij in 2018,' aldus Bruins. 'Dit bedrag is vergelijkbaar met de bijdrage van VWS aan MedMij in 2016 en 2017. Over mogelijke financiële bijdragen van VWS aan het MedMij-programma voor aankomende jaren vindt later dit jaar besluitvorming plaats.' De minister onderstreept ook nog eens dat MedMij geen PGO wordt, maar een keurmerk voor andere PGO's en een (technisch) raamwerk dat IT-leveranciers van systemen zoals EPD's en HIS'en kunnen gebruiken om hun toepassing te onsluiten voor PGO's en andere zorginformatiesystemen.

Vanaf 2019 eerste gebruik PGO met keurmerk MedMij

Bruins herhaalt dat er momenteel een praktijkproef gaande is met de werking van de standaarden van MedMij. Komende zomer (per juli) zullen de uitkomsten daarvan zijn verwerkt in de zogeheten 1.1 versie van het afsprakenstelsel, zodat vervolgens de leveranciers van ICT-systemen voor zorgaanbieders en PGO-leveranciers kunnen gaan voldoen aan MedMij. Dit gaat ertoe leiden dat in 2019 de eerste groepen mensen gebruik kunnen maken van een PGO dat voldoet aan MedMij en veilig en betrouwbaar kunnen gaan beschikken over gezondheidsgegevens. Volgens de minister klopt berichtgeving niet dat er aan het einde van dit jaar nog een testgroep van patiënten bezig gaat met het uitproberen van het beheer van hun medische gegevens via computer of smartphone. Voordat de 1.1 versie van het afsprakenstelsel komende zomer live gaat, zal de stuurgroep van MedMij wel over een go/no go besluiten. Deze stuurgroep bestaat uit patiënten, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, Nictiz en VWS en wordt voorgezeten door Patiëntenfederatie Nederland, dat ook verantwoordelijk is voor de dagelijkse aansturing van medMij.

Nog lang niet iedereen klaar voor MedMij

SP’er Hijink wijst er in zijn vragen op dat burgers vanaf 2019 in de praktijk nog lang niet kunnen beschikken over alle medische gegevens die opgeslagen zijn in EPD's, huisartsensystemen, apotheken of bij andere zorgverleners en -instellingen. Hij wil van de minister weten hoe miscommunicatie voorkomen zal worden als veel hier nog lang niet klaar zijn voor MedMij en de omgevingen daardoor incompleet zullen zijn én dossiers incompleet kunnen zijn omdat mensen zelf bepalen welke informatie wel of niet in het dossier wordt opgenomen. Het technisch mogelijk zijn van informatie-uitwisseling via MedMij betekent inderdaad niet, dat alle informatie door alle zorgaanbieders vanaf deze zomer al digitaal volgens de gedefinieerde standaarden word vastgelegd en ontsloten, geeft Bruins toe. 'Daarvoor is veelal aanpassing nodig in de ICT-systemen van zorgverleners en op onderdelen ook in hetgeen men digitaal vastlegt. Om ervoor te zorgen dat zorgaanbieders klaar zijn voor digitale ontsluiting van gegevens naar patiënten worden zogeheten sectorale verbeterprogramma’s ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld het VIPP programma voor de ziekenhuizen waar VWS met behulp van resultaatafhankelijke subsidieregelingen zorgaanbieders financiert om sectorspecifieke doelstellingen te behalen.' Een vergelijkbaar programma wordt nu ook opgezet voor de geestelijke gezondheidszorg, VIP GGZ.

Ontsluitingsprogramma's in ontwikkeling

Het voldoen aan de MedMij-informatiestandaarden en -eisen is opgenomen in bovengenoemde regeling en moet zo de ontsluiting van gegevens naar PGO’s verzorgen. In het VIPP-programma voor ziekenhuizen hebben 67 van de 68 algemene ziekenhuizen al ingetekend om begin 2020 patiënten de belangrijkste ziekenhuisinformatie (basisgegevensset zorg) conform de zorginformatiebouwstenen van het programma Registratie aan de Bron) gestructureerd beschikbaar te stellen. 'Ook in de huisartsenzorg en de care zijn vergelijkbare programma’s in ontwikkeling.' VWS zal er bij de stuurgroep van MedMij op aandringen om in de communicatie rond PGO’s en gegevensontsluiting ervoor te zorgen, dat er geen verkeerde verwachtingen worden gewekt ten aanzien van de volledigheid van beschikbare informatie, en ook de rol van de burger daarin duidelijk te beschrijven. Verder stelt Bruins nog dat het MedMij-stelsel gebaseerd is op het AVG-uitgangspunt van 'Privacy by design', ofwel maximale privacy met minimale impact op persoonlijke gegevens. 'De leveranciers van de PGO’s zullen (blijven) moeten voldoen aan de privacywetgeving en blijven hiervoor ook zelf verantwoordelijk. De onafhankelijke toezichthouder – de Autoriteit Persoonsgegevens – bepaalt uiteindelijk of de privacy voldoende gegarandeerd is.'

Uitbesteding operationele beheertaken

Er wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om beheertaken van MedMij over te hevelen naar het VZVZ. MedMij maakt al zoveel mogelijk gebruik van bestaande standaarden en infrastructuren, zoals XDS netwerken en het Landelijk Schakelpunt dat wordt beheerd door VZVZ (de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie). Zo kan voortgebouwd worden op wat er al aan informatie-uitwisseling in de zorg plaatsvindt. Het servicecentrum van VZVZ is een uitvoeringsorganisatie van VZVZ die naast het LSP ook voor andere zorgcommunicatie-initiatieven beheertaken uitvoert, zoals voor stichting Koppeltaal voor de eerstelijnszorg en GGZ. MedMij is volgens Bruins in gesprek met het VZVZ Servicecentrum om een aantal operationele beheertaken uit synergieoverwegingen te laten uitvoeren. Meer weten over  zinnige zorginnovaties en de implementatie? Op 22 juni krijgen honderden zorgprofessionals tijdens de ICT&health World Conference inzichten, antwoorden, handvatten en de beste voorbeelden op het snijvlak van zorginnovatie en de implementatie. Wilt u ook aanwezig zijn? Stel dan hier uw ticket veilig! Want ook dit keer geldt, vol is echt vol.