De afgelopen jaren is de vraag naar geestelijke gezondheidszorg enorm gestegen. “Dit komt door de evolutie van sociale structuren na COVID-19, beperkingen in de capaciteit van de beroepsbevolking, economische druk en de effecten van klimaatverandering”, aldus professor Anil Thapliyal, directeur van de eMental Health International Collaborative (eMHIC). Volgens hem onderstreept de cumulatieve impact van deze factoren de dringende noodzaak om de toegang tot tijdige en gemakkelijk toegankelijke geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Digitaal ondersteunde oplossingen kunnen hiervoor een oplossing zijn, mits ze worden geïntroduceerd via een transformatieve aanpak en niet alleen in de vorm van aanvullingen op bestaande kaders. Thapliyal sprak hier al over tijdens de ICT&health World Conference (28-30 januari) in MECC Maastricht. In deze eerste editie van ICT&health van dit jaar legt hij zijn motivatie voor deze aanpak uit.
U bent expert en een veelgevraagd spreker over naadloze integratie van digitale technologieën ter verbetering van de toegang tot geestelijke gezondheidszorg. Waarom heeft dit uw speciale aandacht en wat is het belang ervan?
“Onlangs heb ik de meest recente documentatie over het aantal voltooide zelfmoorden in Nederland bekeken. Wat mij opviel, was dat slechts 40 procent van de zelfmoorden bekend was bij de hulpverlening. De grotere vraag is dus hoe we een alomvattende strategie voor de geestelijke gezondheid van de bevolking ontwerpen, die rekening houdt met de 60 procent van de mensen die geen contact zoeken met traditionele geestelijke gezondheidszorgdiensten. Deze uitdaging geldt niet alleen voor Nederland, maar ook voor de rest van de wereld. Dr. Shekhar Saxena, voormalig directeur van geestelijke gezondheidszorg van de WHO, zei ooit: ‘Als het gaat om geestelijke gezondheid, zijn alle landen ontwikkelingslanden’.”
'Oplossingen ongeacht de locatie van de cliënt'
“Voor mij is het gedurende mijn hele carrière een grote motivatie geweest om ervoor te zorgen dat de toegang tot geestelijke gezondheidszorg verbetert, waarbij digitale ondersteuning een sleutelrol speelt. Het moet snel en te allen tijde beschikbaar zijn, maar dan op een heel laagdrempelige manier, dus zonder al te ingewikkelde technische handelingen of andere drempels. We moeten bovendien oplossingen bieden ongeacht locatie en tijdstip: thuis, 's avonds laat na werktijd, in het weekend, achter de laptop, via een smartphone, etc.”
Hoe kan digitalisering van geestelijke gezondheidszorg een oplossing zijn voor de huidige problematiek?
“Eigenlijk denk ik niet dat digitalisering het belangrijkste aspect is, maar het spreken van de taal van de cliënt. We gebruiken bijna allemaal een smartphone. Als ik mensen vraag waarvoor ze denken dat we de smartphone het meest gebruiken, is het antwoord vaak ‘om te bellen’. Helaas staat bellen met onze telefoon op nummer 11. De nummer 1 activiteit vanaf onze telefoon is het versturen van berichtjes! Dit onderstreept het belang van het spreken van de taal van de cliënt. Als we dat niet doen, bereiken we de ‘consumenten’ van de geestelijke gezondheidszorg niet.”
“Ik ben dan ook een fervent voorstander van authentiek co-design. Ik ben ervan overtuigd dat om echt de connectie te maken, het noodzakelijk is dat we middelen en oplossingen ontwerpen in overleg met de potentiële eindgebruiker. Anders lopen we het risico de plank volledig mis te slaan. Punt hierbij is wel dat je alle partijen gelijkelijk moet belonen voor hun inbreng. Je moet dus zowel de professionele kant als de inbreng van de (potentiële) gebruiker serieus nemen.”
Samen met ‘gebruikers’ van geestelijke gezondheidszorg heeft u verschillende digitale initiatieven ontworpen. Welke visie schuilt er achter deze aanpak?
“De behoefte aan geestelijke gezondheidszorg is veel te hoog. Wereldwijd zijn er circa 280 miljoen mensen die geestelijke gezondheidszorg nodig hebben voor een ernstige depressieve stoornis. Maar slechts een deel daarvan is zich bewust van de noodzaak van behandeling, of men zoekt bijvoorbeeld geen hulp omdat er een stigma op zit, men zorgvermijdend is of zich schaamt. Er is dus maar een minimaal deel van het totale aantal patiënten dat behandeld wordt. In lagelonenlanden zijn de cijfers nog schrijnender. Het is mijn drijfveer om de mensen te bereiken die (nog) niet bereikt worden. Ik bedacht me dat het lastiger is voor mensen om een kliniek binnen te lopen en uit te spreken dat ze hulp nodig hebben, dan om dat meer anoniem op een digitale manier te doen. Dan streep je stigmatisering en schaamte etc. al door als mogelijke belemmerende factoren. Digitale ondersteuning kun je bovendien ook inzetten tussen twee fysieke afspraken door en buiten kantoortijden. Een crisis vindt immers niet per definitie plaats tussen 9 en 5. In samenspraak met onder meer professionals uit de klinische geestelijke gezondheidszorg ben ik bovendien gaan zoeken naar allerlei niet-medicatieve mogelijkheden om mensen te kunnen helpen.”
Waar ligt, als u kijkt naar de concrete zorg voor patiënten met mentale problemen en hun familie/verzorgers, de belangrijkste uitdaging?
“De grootste uitdaging is om de juiste focus en het juiste te behouden. Je moet weten wat je zoekt, wat je nodig hebt en waar je het kunt vinden. Er gebeurt zoveel op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en het is beschikbaar via websites over geestelijke gezondheidszorg, toonaangevende kranten, tijdschriften en publicaties. Het is alleen vaak moeilijk voor mensen in crisis om door de talloze opties te navigeren die er zijn. Oftewel: het is vaak zoeken naar de speld in de hooiberg. Dit geldt voor zowel professionals als cliënten. Systeemnavigatie, het snel en eenvoudig overzicht kunnen krijgen in het aanbod, is dan ook cruciaal. Nu komt het nog steeds te vaak voor dat mensen niet weten welke opties voor hulp beschikbaar zijn en hoe ze toegang kunnen krijgen tot de juiste hulp.”
“Ik kan je een voorbeeld geven van een situatie waarin een digitale oplossing voor geestelijke gezondheidszorg het leven redde van iemand die in grote psychische nood verkeerde. Het betreft een jonge vrouw in Canada, die keer op keer haar toevlucht nam tot zelfbeschadiging en zelfmoordpogingen. Ze belandde vervolgens op de spoedeisende hulp, waar niet veel meer werd gedaan dan wondverzorging, waarna ze weer naar huis werd gestuurd. Er werd niets gedaan aan de onderliggende oorzaak, dus deze situatie herhaalde zich telkens opnieuw. Totdat ze op een dag een digitale oplossing op haar smartphone tegenkwam in de vorm van een helpdesk, waar ze sprak met iemand die haar op een empathische manier kon ondersteunen en geloofde in de pijn en het lijden dat ze doormaakte. Ze noemde dit het ‘aha-moment’, waarop ze zich voor het eerst volledig gehoord en gevalideerd voelde. Ze zag vanaf dat moment weer redenen om te leven. Dit zie ik als een 'bewijs' dat er digitaal hulp kon worden geboden, ter plekke en wanneer nodig. Hulp die er verder niet was, want wat is er nog meer open om 3 uur 's nachts op zaterdag? Deze jonge vrouw heeft nu een masterdiploma behaald en leeft een productief leven met een veelbelovende toekomst, terwijl de zaken anders misschien heel anders waren gelopen zonder de tussenkomst van de digitale hulp die ze kreeg.”
Middelen ontwerpen in samen-spraak met eindgebruikers
“Digitale geestelijke gezondheidszorg, of digitale therapie, wordt grofweg gecategoriseerd in drie typen. Ten eerste het type lage complexiteit - hoog volume. Denk aan mindfulness-achtige toepassingen zoals Headspace en CALM etc. Deze toepassingen zijn meer preventief van aard en gericht op welzijn. Het tweede type valt onder de noemer milde tot matige complexiteit en milde tot matige omvang. Voorbeelden hiervan zijn Thubble en SAM in Nederland, Just a Thought in Nieuw-Zeeland en Kooth in het Verenigd Koninkrijk. Ze kunnen allemaal bogen op goede evidence based resultaten. Als zorgprofessionals allemaal op de hoogte zouden zijn van deze toepassingen, zou dit de noodzaak tot het voorschrijven van medicatie deels voorkomen en substantieel bijdragen aan het welzijn van patiënten met mild-gemiddelde klachten.”
“Het derde type valt onder de noemer hoge complexiteit - laag volume en is gericht op klinische settings en ernstige problemen zoals verslavingszorg. Ook deze vorm kent verschillende versies in verschillende landen, zoals CHESS Health in de Verenigde Staten en Psyomics in het Verenigd .Koninkrijk ”
In januari jl. heeft u op de ICT&health wereldconferentie in MECC Maastricht een keynote-toespraak gehouden onder de noemer ‘Reimagining Mental Health Care: Leveraging Digital Solutions for Enhanced Access and Outcomes’. Waarom voldoet de traditionele zorg niet meer volgens u en waarom is het transformeren van de geestelijke gezondheidszorg noodzakelijk?
“Ik zou niet willen beweren dat traditionele zorg niet meer voldoet, want voor de 40 procent van de mensen die wel de ingang vindt tot de zorg werkt deze vorm zeker. Traditionele zorg heeft daarmee haar eigen waarde en dat moeten we ook zeker respecteren. Maar dat betekent niet dat er geen blinde vlekken bestaan. We moeten ons daarvan bewust blijven, net zoals van de stigma’s die er nog leven, zoals het stigma dat er rust op mannen die mentale problemen hebben. Hoe kunnen we er voor zorgen dat ook deze mannen hulp durven zoeken? Alle landen van de wereld kennen zo hun eigen beperkingen ten aanzien van de hulpvraag en hun eigen stigma’s, die immers vaak ook cultureel afhankelijk zijn. Mijn insteek is dan ook niet om traditionele zorg te vervangen, maar te onderzoeken hoe we deze kunnen aanvullen.”
Mentaal welzijn staat los van sociale status
“Ik deed in Maastricht mijn verhaal vanuit de gedachte dat veranderingen moeten voortkomen uit de combinatie van alle verhalen van sprekers tijdens het congres, de inspiratie die dat geeft, en vanuit de nieuwe contacten die worden gelegd. Mijn keymessage was dan ook: Let’s join hands!”
Wat is er voor nodig om een effectieve implementatie van technologieën voor geestelijke gezondheid te realiseren?
“Dat is een goede vraag en daarbij kun je de standaard als uitgangspunt nemen of een aangepast ontwerp. Een goede implementatie van digitale toepassingen heeft naar mijn mening niets te maken met digitale standaarden maar met het totale digitale ‘ecosysteem’ van een organisatie. Je hebt niets aan toepassingen die maar een jaar of twee jaar bruikbaar zijn. De uitgangspunten zijn duurzaamheid en schaalbaarheid.”
“Een duurzaam ecosysteem kun je definiëren aan de hand van vijf pilaren. De eerste is om samen met ervaringsdeskundigen digitale oplossingen voor geestelijke gezondheidszorg te ontwerpen. De tweede pijler is om een digitaal beleid en strategie voor geestelijke gezondheid te hebben. De derde pijler is personeelsontwikkeling en de betrokkenheid van clinici. Dit moet in orde zijn over het hele spectrum van gereguleerde en ongereguleerde ggz-werkers: psychiaters, psychologen, huisartsen, verpleegkundigen, counselors, maatschappelijk werkers, peer support-werkers en gezondheidsverbeteringsbeoefenaars, om er een paar te noemen. De vierde pijler is de academische wereld die onderzoek en evaluatie uitvoert. De vijfde pijler is de sector die schaalbare digitale mentale toepassingen mogelijk maakt. En dan bedoel ik met name ook in de vorm van jonge getalenteerde, creatieve ontwerpers. Laten we de industrie niet wegzetten als de vijand die er alleen maar op uit is om geld te verdienen. Het is ook de partij die nieuwe, nuttige toepassingen levert waarmee mensen geholpen kunnen worden. Dus laten we de industrie dan ook beschouwen als de partij die deel uitmaakt van de oplossing van ons probleem. Zo spelen alle partijen uit alle componenten die ik noemde hun specifieke rol en creëren ze met elkaar, als afzonderlijke muzikanten in een orkest, de ultieme symfonie. Je kunt dus niet zeggen dat de ene pilaar belangrijker is dan de andere, want ieder levert een specifiek en onmisbaar aandeel. En door onderling macht en evenwicht evenredig te verdelen, kunnen we samen zorgen voor een gelijkheid die duurzaam is en die ten goede komt aan de mensen die het nodig hebben.”
Kunt u voorbeelden noemen van schaalbare en duurzame digitale oplossingen voor geestelijke gezondheid zoals u die voor ogen heeft?
“Ik zou tientallen voorbeelden kunnen noemen, maar om er één uit te lichten: de regering van de provincie Newfoundland en Labrador in Canada. Goede zorg of verbetering heeft niet per se of uitsluitend met geld te maken. Vaak heeft het meer te maken met goed leiderschap, een sterke visie en de moed om risico's te nemen. Uit mijn jarenlange werk in dit nichedomein is dit een geweldig voorbeeld van samenwerking, mogelijk gemaakt door synchrone afstemming tussen politieke wil en de uitvoerende macht van de provinciale overheid. Door deze samenwerking worden leiders in de geestelijke gezondheidszorg in positie gebracht door het beschikbaar stellen van budget om te innoveren en met beleid dat deze ontwikkeling ondersteunt. Voor mij is dit voorbeeld wereldwijd het beste voorbeeld van hoe goede geestelijke gezondheidszorg die zowel schaalbaar als duurzaam is, in het echte leven werkt.”
Je digitale ecosysteem moet samenhangend zijn
“Het tweede voorbeeld dat ik wil geven, betreft de Australische overheid. De regering heeft fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van digitale middelen en standaarden om goede geestelijke gezondheidszorg te kunnen bieden. Het gaat hierbij om lange termijn-investeringen om impactvolle projecten mogelijk te maken. Projecten met een focus op laagdrempelige digitale toepassingen. Een groot compliment voor hun langetermijnvisie en draagvlak voor digitale ondersteuning.
Daarnaast organiseert eMHIC een groot jaarlijks evenement, het 10e Digital Mental Health Global Congress in Toronto, Canada: van 19 tot en met 21 november met deelname van de Verenigde Naties, UNICEF en alle eMHIC-lidstaten. Het thema is 'Global Mental Health Equity: Digital Solutions for an Interconnected World'. Ik ben lid van een VN Expert Advisory Group die werkt aan geestelijke gezondheidszorg en psychosociale ondersteuningsdiensten (MHPSS) in humanitaire settings die wereldwijd ingezet kunnen worden. Dus ook voor mensen die geen onderdak en voedselzekerheid hebben en mensen die in vluchtelingenkampen leven.”
Wat is de rol van eMHIC bij dit alles en waarom koos u ervoor om uw expertise in te zetten voor deze organisatie?
“We zijn een bescheiden liefdadigheidsinstelling voor geestelijke gezondheidszorg, maar een zeer impactvolle wereldwijde organisatie die zich met een laserscherpe focus richt op de rol van digitale technologieën om tijdige toegang tot informatie, zorg, ondersteuning en behandeling op het gebied van geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Wat de organisatie probeert te doen, is zorgen voor verbinding en vertrouwen tussen alle lidstaten om zo samen te kunnen werken aan de ontwikkeling van de geestelijke gezondheidszorg. Sommige mensen kiezen voor een carrière omdat ze er rijk mee kunnen worden en anderen kiezen vanuit de motivatie een verschil te willen maken. Ik hoor bij die laatste categorie.”
Wat drijft u in het leven en hoe beïnvloedt dat uw stijl van leidinggeven en uw ambities als executive director?
“Wat mij drijft in het leven en wat ik erg waardeer, is het versterken van samenwerking tussen organisaties, het mogelijk maken van samenwerking met het oog op het verbeteren van deze wereld voor iedereen. Het zaadje van die visionaire zoektocht werd geplant in 1999, toen ik in mijn eigen praktijk voor gezinstherapie werkte. De wachttijd voor eerstelijnszorg was toen 18 weken en ik vond dat onacceptabel. Ik concludeerde dat een week, of zelfs twee dagen te lang kan zijn en ik begon te onderzoeken hoe digitale technologieën de tijdige toegang tot informatie over geestelijke gezondheid, zorg, ondersteuning of behandeling zouden kunnen verbeteren.”
Gebaseerd op de ontwikkelingen die u nastreeft op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg, heeft u nog een boodschap of tip voor uw collega-bestuurders?
“Ik heb de volgende acht boodschappen:
- Veranker digitale geestelijke gezondheidszorg in je beleid. Laten we het goed doen vanuit de basis
- Bouw digitale kampioenen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg, om verandering mogelijk te maken.
- Stimuleer en waardeer personeelsont- wikkeling.
- Bevorder en promoot collectief eigenaarschap van digitale geestelijke gezondheid. Laat het dus niet alleen over aan psychiaters en psychologen, maar werk samen op alle gebieden.
- Maak tijdige toegang tot geestelijke gezondheidszorg mogelijk op het moment en de plaats die de persoon kiest.
- Draag zorg voor een goed overzicht van de beschikbare hulp in de vorm van een eenvoudige navigatiemogelijkheid. De meerderheid van de mensen met mentale problemen is in tijden van crisis cognitief niet in staat om ingewikkelde of bewerkelijke acties te ondernemen om hun weg naar hulp te vinden. Zorg ervoor dat dit op een zo eenvoudig mogelijke manier te regelen is.
- Focus op partnerschap en samenwerking.
- Omarm authentieke co-designprincipes door ervaringsdeskundigen te betrekken bij de ontwikkeling van digitale toepassingen.

CV
Professor Anil Thapliyal is een vooraanstaand leider op het gebied van digitale geestelijke gezondheid en is momenteel uitvoerend directeur van de eMental Health International Collaborative (eMHIC). Hij zet zich in voor het verbeteren van de wereldwijde geestelijke gezondheid door middel van innovatieve digitale oplossingen die prioriteit geven aan de behoeften van servicegebruikers, hun families en verzorgers. Zijn filosofie benadrukt dat ‘als digitale oplossingen voor geestelijke gezondheid niet werken voor mensen met een levenservaring, hun families en verzorgers, ze helemaal niet werken’, wat een gebruikersgerichte benadering weerspiegelt die zijn initiatieven aandrijft.
Onder leiding van professor Thapliyal is eMHIC uitgegroeid tot een vooraanstaande wereldwijde denktank binnen de digitale geestelijke gezondheidssector, die schaalbare en duurzame oplossingen bevordert door overheden, gezondheidsorganisaties, leiders op het gebied van levens-
ervaring, academici en belanghebbenden in de industrie te verenigen. Zijn samenwerking met talloze regeringen en mondiale zorgorganisaties, waaronder de Verenigde Naties, UNICEF, de Wereldgezondheidsorganisatie en de APEC Digital Hub for Mental Health, tonen de grote invloed en het vertrouwen dat hij geniet, en benadrukken de wereldwijde impact van zijn werk.
Thapliyal heeft gediend als adviseur voor de speciale commissies van het Department of Prime Minister and Cabinet in New Zealand on Mental Health and Data & Digital. Hij is een belangrijke adviseur geweest voor de eMental Health Section bij de World Psychiatric Association en UNICEF. In 2020 werd hij benoemd tot Leadership Fellow bij St. George's House, Windsor Castle, Berkshire, VK.
Als erkenning voor zijn unieke expertise op het gebied van digitale geestelijke gezondheid is Thapliyal benoemd tot de kerngroep van internationale experts die de adjunct-secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Amina J. Mohammed, adviseren bij het ontwikkelen van een implementatieplan voor de uitrol van geestelijke gezondheids- en psychosociale ondersteuningsdiensten (MHPSS) in humanitaire settings. Hij wordt vaak uitgenodigd voor parlementaire denktanks en presenteert aan alle partijcommissies over geestelijke gezondheid, middelenmisbruik en verslavingen in verschillende landen over de hele wereld.
(Bronnen: emhicglobal.com en LinkedIn).
Mentale gezondheidszorg maakt ook in 2026 een belangrijk onderdeel uit van de ICT&health World Conference. De conferentie wordt dan van 27-29 januari gehouden in het MECC, Maastricht.