Digitale transformatie vereist wereldwijde consensus

vr 14 juni 2024
Digitale transformatie vereist wereldwijde consensus
Coverstory
Premium

“In 2012 bestond de verbinding tussen WHO en de internationale telecommunicatie uit de E-health Toolkit”, begint Alain Labrique, directeur afdeling Health & Innovation, WHO (Wereldgezondheidsorganisatie). “Die toolkit was ontstaan vanuit de behoefte om landen voor te bereiden op een ander soort faciliterende omgeving: één waarin digitale gezondheidszorg een belangrijke pijler zou kunnen zijn. Daartoe moest er worden geïnvesteerd in belangrijke bouwstenen als ‘menselijke vaardigheden’, beleidsomgeving en technische randvoorwaarden. Alles moet in samenhang met elkaar worden ontwikkeld om te voorkomen dat digitale gezondheidszorg zich beperkt tot losstaande technische snufjes en experimenten.” De laatste vijf jaar karakteriseren zich dan ook tot een omslag van digitaal experimenteren naar digitale transformatie, ziet de WHO-directeur. “Voorwaarde hierbij is dat we maatwerk leveren en successen delen. Dat we met elkaar een wereldwijde consensus bereiken. Initiatieven zoals de ICT&health World Conference geven hier een boost aan.”

De in Bangladesh geboren en getogen Alain Labrique werkte de eerste tien jaar van zijn werkzame leven in zijn geboorteland. Daar werd hij dagelijks geconfronteerd met de schrijnende werkelijkheid dat met name veel vrouwen en kinderen onnodig stierven, simpelweg omdat er niet beschikt kon worden over bijvoorbeeld digitale toepassingen die notabene wel al bestonden. Hoe Labrique de rest van zijn leven wijdt aan het verbeteren van deze situatie, en waarom hij vindt dat we wereldwijd bereid moeten zijn onze successen te delen, vertelt hij in het onderstaande interview met ICT&health.

Wat ziet u als uw belangrijkste opdracht als directeur Digital Health and Innovation bij WHO?

“Digital Health and Innovation is een relatief nieuwe wetenschappelijke afdeling binnen WHO, ingericht in het kader van de noodzakelijke en gewenste transformatie van het wereldwijde zorglandschap. Dit onderdeel is in 2019, vlak voor de Covid-pandemie, opgericht, gestoeld op 20 jaar WHO-ervaring in het ondersteunen van landen op het gebied van technologie, met name informatie- en communicatietechnologie. Doel ervan is het verbeteren en versterken van de gezondheidszorg en het algehele welzijn ter plaatse.”

“In de loop der jaren is de invulling en betekenis van digitale gezondheidszorg veranderd en heeft het concept zich meer en meer ontwikkeld. Aanvankelijk beperkte het zich tot technieken als videoconsulting, telegeneeskunde en e-health, die relatief los van elkaar ontwikkeld werden. Nu zijn we tot de conclusie gekomen dat dit allemaal valt onder de noemer Digital Health.”

Wat zijn daarbij de belangrijkste uitdagingen?

“De belangrijkste uitdaging voor mij is het mogelijk maken van deze transitie voor de verschillende belanghebbenden, zoals de financiers van digital health en de mensen die zorgen voor de politieke randvoorwaarden. Maar ook voor de mensen aan de basis, die het bewustzijn moeten creëren dat duurzaamheid niet zit in kleinschalige ‘verticale’ oplossingen die slechts pleisters op de wonden zijn, maar dat het gaat om het bouwen van een samenhangend ecosysteem. Daarbij hebben de regeringen van landen een leidende rol, want zij moeten de parameters van de samenwerking bepalen en een gunstig klimaat scheppen voor ondernemers en andere partijen uit de private sector, om in te spelen op de behoefte aan oplossingen voor de vragen op het gebied van digital health. Samengevat is mijn uitdaging dus tweeledig: ik wil pleitbezorger zijn voor de mogelijkheid van systemen, partijen of individuen, om met elkaar samen te werken, te communiceren en informatie uit te wisselen. Daarnaast wil ik pleitbezorger zijn voor de verbinding en uitlijning tussen de verschillende stakeholders. Daarmee bedoel ik alle partijen die van belang zijn in het proces van de transformatie, dus zowel de politici, de beleidsmakers als de investeerders, bouwers, techneuten, creatievelingen, etc.” 

Het gaat ook om juiste wetten en regelgeving

Prof. Dr. Alain Labrique

“Het is met name van cruciaal belang dat regeringen en financiers investeren in overheidsinstellingen die de benodigde digitale transformatie bewaken, volgen en stimuleren.  Want op dit moment zijn er legio landen die werken met een digital health strategie of blauwdruk, maar er is nergens een instantie binnen de overheden benoemd die de regie voert en verantwoordelijkheid draagt over de digitale transformatie.”

Wat maakt dat een grootschalige verandering als digitale transformatie noodzakelijk is?

“Ik denk dat deze stap een logische, maar ook noodzakelijke evolutionaire ontwikkeling is. Om je verder te kunnen ontwikkelen en te kunnen voldoen aan vragen vanuit de praktijk, moet je experimenteren. Vanuit het experimenteren kun je bewijzen dat iets werkt en van daaruit bouw je vertrouwen op. In 2019 publiceerde de WHO de eerste evidence based richtlijnen voor digitale gezondheidsinterventies. Dat was de eerste keer dat de WHO aanbevelingen deed naar landen inzake hun digitale strategie, onderbouwd met sterke evidence based argumenten, zoals de aanbeveling om videoconsulting in te zetten.”

“In feite zijn we bezig met een gezamenlijke reis waarin we bouwen aan bewijs en vertrouwen in nieuwe mogelijkheden en technieken. De Covid-pandemie was in dit opzicht echt een eyeopener, want uit noodzaak moesten ineens alle landen zich overgeven aan alle mogelijkheden die maar voorhanden kwamen om het gezondheidsonheil te bestrijden. We werden door de omstandigheden gedwongen om onze gezondheidszorg anders vorm te geven dan we tot dan toe gewend waren. De pandemie leverde paradoxaal genoeg ook voordelen op: bijvoorbeeld dat overheden zich realiseerden dat digitale gezondheidszorgtechnieken een cruciale rol speelden in de aanpak van gezondheidsproblemen. Of het nu ging om het bestrijden van infectieziekten, het bestrijden van chronische ziekten, immunisatie of het bestrijden van epidemieën.”

“Bovendien leerden we vanuit de pandemie dat voor een succesvolle en lange-termijntoepassing van de oplossingen een adequate basis nodig is. Maleisië is een goed voorbeeld van een land dat de vaccinatiestrategie vanuit de pandemie heeft geïntegreerd in hun basisvaccinatieprogramma."

"Een van de dingen die de Covid-pandemie ook opleverde en waar ik erg enthousiast over ben, is de mondiale gezondheidscertificatie die in Nederland het Covid-ID werd genoemd. De pandemie bleek dus een soort van ‘boost’ voor mondiale samenwerking op het gebied van gezondheidscertificering. Een van de belangrijke doelen die de WHO op haar lijstje had.”

Wat is de ultieme droom van de WHO? 

“We dromen van een wereld waarin gezond- heidszorg voor iedereen voorhanden is doordat we gerealiseerd hebben dat het meer betaalbaar is, meer beschikbaar is, toegankelijker is en waarbij de patiënt centraal staat. Om dat voor elkaar te krijgen, is het noodzakelijk dat je als land een duidelijke visie hebt op digitale gezondheidszorg, want vanuit die visie kun je werken aan de realisatie ervan. Immers, pas als je weet waar je naartoe wilt, kun je een routekaart maken aan de hand waarvan je je doel kunt bereiken. Inmiddels heeft meer dan 75 procent van de landen een heldere visie op digitale gezondheidszorg geformuleerd en daar zijn we als WHO uiteraard heel erg blij mee.”

Waarom moest het zo lang duren voordat de digitale transformatie in de zorg werd ingezet?

“Ik denk dat dat te maken heeft met het feit dat de gezondheidszorg zichzelf altijd heeft beschouwd als ‘anders dan andere sectoren’ en het als onmogelijk beschouwde om zichzelf te transformeren. Maar, zoals gezegd, heeft de pandemie laten zien dat videoconsulting op grote schaal wel degelijk mogelijk is en een oplossing blijkt voor zowel afgelegen delen van de wereld als dichtbevolkte gebieden. We zien een opschaling op dat vlak van 10 keer tot 100 keer zoveel als voór de pandemie. Sindsdien stellen we ons de vraag op welke manier we onze gezondheidszorg opnieuw kunnen uitvinden en inrichten in dit digitale tijdperk en de analoge wereld kunnen loslaten. Dat vind ik een hele opwindende opdracht.”

“We weten dat landen door willen met de digitale toekomst en stappen willen zetten, maar we weten ook dat ze daarbij niet voorbij willen gaan aan principes als gelijkheid en inclusiviteit. De WHO wil landen ondersteunen in het realiseren van de transformatie op deze grondslagen, dus zonder wie dan ook uit te sluiten. Bovendien willen we ervoor zorgen dat landen kunnen beschikken over regelgevende platforms om digitale en op AI gebaseerde oplossingen te kunnen evalueren, maar ook om ervoor te zorgen dat ze de juiste wetten en regelgeving hanteren die de veiligheid en privacyrechten van de inwoners bewaken. Het gaat ons dus om verantwoordelijke en verantwoorde digitale gezondheidszorg en AI.”

Is de digitale transformatie haalbaar voor alle landen in de wereld?

“We zijn bezig met het ontwikkelen van manieren om te wegen en beschrijven in welke mate landen in staat zijn tot de digitale transformatie. We gebruiken hier de tool ‘Digital health monitor’ voor, die de zeven onderdelen van de ‘enabling environment’ beschrijft en bepaalt waar in de cyclus van digitale volwassenheid een land zich bevindt.  Op die manier kunnen we duidelijkheid krijgen over wat er nodig is om de transformatie mogelijk te maken en ook gericht aangeven welke investeringen en digitale oplossingen nodig zijn op welke terreinen. Een soort maatwerk per land dus.”

De Covidpandemie bleek echt een eyeopener

Prof. Dr. Alain Labrique

“Een paar maanden geleden hebben we de ‘Global Initiative on Digital Health’ gelanceerd. Dit is een nieuw WHO-platform waar allerlei verschillende partijen, denk aan donateurs, financiers, implementatiepartners en technische partijen, met elkaar worden verbonden. Zo kunnen zij op een gecoördineerde manier werken aan de ondersteuning van landen bij het tot stand brengen en implementeren van de voor hun benodigde digitale oplossingen.”

Telehealth Quality of Care Tool

Uit de WHO-enquête 'Digital health in Europe' bleek onder meer dat er grote verschillen zijn in het vermogen van verschillende landen om daadwerkelijk de benodigde digitale transformatie te bewerkstelligen. In het licht van deze uitdagingen en mogelijkheden heeft de WHO de TQoCT ontwikkeld, met als doel het bewustzijn omtrent kwalitatieve telezorgpraktijken te verhogen. Daarnaast wil de telehealth tool een evaluatiekader bieden voor zorgkwaliteit, beleidslijnen en strategieën op nationaal, regionaal of organisatorisch niveau.

De nieuwe tool is ontwikkeld door het WHO-kantoor voor Kwaliteit van Zorg en Patiëntveiligheid in Athene, samen met de WHO/Europa Data en de Digitale Gezondheidseenheid. Volgens WHO is TQoCT een allesomvattend hulpmiddel om het internationale bewustzijn omtrent over de mogelijkheden van hoogwaardige e-health, en dan met name telezorg, te verhogen. Het ambitieuze doel is uiteindelijk om landen en gezondheidszorgorganisaties te inspireren om verantwoorde, veilige, en hoogwaardige digitale zorgdiensten te realiseren.

Wat zijn in dit verband de grootste horden die genomen moeten worden en welke rol kan de WHO daarbij spelen?

“De grootste basale horde is denk ik toch wel het vermogen van de ‘enabling environment’ om te voldoen aan de diverse randvoorwaarden en ook het menselijk vermogen. Gelukkig is er een snelle ontwikkeling gaande binnen diverse landen, zoals op het gebied van de kennis en competentie van mensen. Daarnaast vormt de technologische infrastructuur een hindernis die overwonnen moet worden. Denk daarbij aan elektriciteit, connectiviteit, bandbreedte en internettoegang. En dan is er nog de horde van de ‘digitale kloof’. Er zijn immers heel veel mensen op de wereld die niet of nauwelijks toegang hebben tot digitale middelen als gevolg van uiteenlopende oorzaken zoals sociaal economische, of gender-gebonden belemmeringen.”

“Als WHO proberen we alle randvoorwaarden voor alle landen zo helder mogelijk te formuleren via duidelijke richtlijnen, normen en standaarden, maar ook door voorbeelden te geven van ‘best practices’. Daarnaast kijken we met de benodigde partijen naar mogelijke oplossingen, zoals met grote telecombedrijven. Met hen bespreken we onder andere de mogelijkheden om  connectiviteit, zoals internettoegang en netwerkcapaciteit voor bepaalde landelijke, afgelegen gebieden beter en goedkoper beschikbaar te maken.”

“Misschien is de belangrijkste rol van de WHO hierbij wel die van verbinder. We doen niets alleen. De kracht van het succes, of het nu gaat om digitale ontwikkeling of het ontwikkelen van AI, zit hem in de samenwerking. We beseffen heel goed dat het hier gaat om een collectieve inspanning en dat dat ook noodzaak is. Als we het allemaal op ons eigen houtje willen doen komen we er niet. Sowieso niet zo snel en niet zo ver.”

“We zijn de metaforische wagen met paarden: span de paarden aan tegenoverliggende kanten van de wagen en je komt nergens. Span ze aan één kant en je gaat als een speer.” 

Wat is er nog meer voor nodig om de digitale transformatie tot een succes te maken?

“Het succes zal ook in hoge mate afhankelijk zijn van de verwachtingen van de nieuwe generatie. De generatie van nu groeit op in het digitale tijdperk en is gewend aan het gebruiken van bijvoorbeeld de telefoon om allerlei zaken te regelen, te communiceren en informatie in te winnen. Deze generatie verwacht ook dat zorg meer individueel vraaggestuurd zal zijn. Bovendien, de digitale revolutie voltrekt zich al, dus de zorg kan het zich niet veroorloven achter te blijven. Dat moeten we ook niet willen. Want wat we zeker niet willen, is dat digitale toepassingen in de zorg alleen beschikbaar zijn voor mensen die genoeg geld, kennis of macht hebben, zoals dat ging met de commerciële nieuwe snufjes die op de markt kwamen. Het is zaak dat we vooruitkijken en ons bezighouden met vraagstukken als beschikbaarheid voor iedereen om de digitale transformatie ook toekomstbestendig te maken. Toekomstbestendig in de betekenis van verantwoordelijk, verstandig, beschikbaar voor iedereen en inclusief.”

Kijk verder dan de korte termijnvoordelen

Prof. Dr. Alain Labrique

"Bijeenkomsten zoals de ICT&health World Conference kunnen daar een bijdrage aan leveren doordat mensen met elkaar in verbinding worden gebracht en kennis, ervaring, vragen en oplossingen kunnen worden uitgewisseld.”

Is men in Europa al goed bezig met die benodigde verbinding?

“Men is in Europa op zowel landelijk als regio- naal niveau goed bezig om de voorwaarden te scheppen voor een (ethisch) verantwoord en veilig gebruik van data en de uitwisseling ervan. Dat gaat een hele belangrijke bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van nieuwe inzichten, nieuwe digitale toepassingen en nieuwe behandelingen.” 

“Ook de Telehealth Quality of Care Tool (TQoCT, zie linksboven), die kortgeleden in Athene werd gelanceerd, is een goed voorbeeld van de Europese inspanningen in het kader van de digitale transformatie.” 

Bestaat er zoiets als de tien geboden voor het bewerkstelligen van de digitale transformatie?

“Ik kan niet echt tien geboden als zodanig noemen. Maar er bestaan wel richtlijnen voor bijvoorbeeld het toepassen van AI binnen de gezondheidszorg en er bestaat een document met basisprincipes voor digitale ontwikkeling. Dit is niet door de WHO opgesteld, maar het wordt wel door veel zorgprofessionals gehanteerd. Het beschrijft hoe digitale toepassingen de ontwikkeling van gezondheidszorg kunnen bevorderen.”

“De vraag naar die ‘tien geboden’ roept bij mij eigenlijk meer een filosofisch antwoord op, in de zin van dat het een soort consensus vereist om wereldwijd iets dergelijks als digitale transformatie te bewerkstelligen. Er zijn immers zoveel landen met elk hun eigen cultuur, capaciteiten, perspectieven, etc. Wat de WHO wil, is een multidisciplinaire omgeving creëren waarbinnen een diversiteit aan expertises bij elkaar wordt gebracht, uiteenlopend van bouwkundigen, architecten, advocaten, ethici tot zorgprofessionals en ICT-ers, om samen richtlijnen en handvatten op te stellen voor landen om in consensus te komen tot goede digitale gezondheidszorg.”

Wat was uw motivatie om voor de WHO te willen werken?

“Ik werkte in de zorg voor moeder en kind in Afrika en Azië. De omvang van sterfte onder deze groep greep me enorm aan, omdat het in te veel gevallen ging om sterfte die voorkomen had kunnen worden. Tijdens deze periode in mijn leven begon de opkomst van de mobiele telefoon en ik ervaarde hoe het gebruik ervan levens kon redden door mensen met elkaar in verbinding te brengen en er zo voor te zorgen dat mensen de zorg kregen die ze verdienden. Deze ervaring van vele jaren geleden inspireerde me om digitale toepassingen serieus te nemen en me verder te verdiepen in de mogelijkheden ervan binnen de gezondheidszorg. En wat is dan een betere plek om dit grootschalig op te pakken en uit te rollen dan de WHO? Dus die keuze lag voor mij voor de hand.”

Wat drijft u in het leven en hoe beïnvloedt dat uw stijl en ambitie als directeur?

“Dat is een interessante vraag… Ik denk dat wat mij drijft in het leven het streven naar het hoogst haalbare is. Ik denk dat het voor een mens goed is om altijd te zoeken naar de uiterste grens en te proberen die grens dan nog te verleggen. Status quo is niet goed genoeg, met andere woorden: stil staan is achteruitgang. Dan verliezen we de strijd tegen infectieziekten, SOA’s en alle aandoeningen die ervoor zorgen dat mensen overlijden. Het is nog steeds zo dat moeders en baby’s vandaag de dag overlijden in onacceptabel grote aantallen en dat feit vormt voor mij de simpele drijfveer om door te willen gaan. We wéten dat we de oplossingen in handen hebben om levens te redden, de uitdaging is om die oplossingen te kunnen brengen bij de mensen die het nodig hebben. Deze drijfveer heb ik zo lang ik me kan herinneren. Het is een passie die gekoppeld is aan mijn interesse en nieuwsgierigheid naar nieuwe technologieën. Ik wil altijd ontdekken en nieuwe dingen uitproberen en dat is denk ik ook een voorwaarde als je een goede wetenschapper wilt zijn. Je moet de wil hebben om jezelf continu kritisch te bevragen op wat je doet en weet.”

Tot slot: welke boodschap of tip zou u uw collega zorgprofessionals en bestuurders willen meegeven?

“Mijn boodschap op dit moment is gericht aan iedereen die het voorrecht heeft te beschikken over de benodigde autoriteit, om zich in te spannen voor landen met minder (financiële) middelen om de juiste toegang te krijgen tot de gezondheidstools waarover ik sprak. Dus door ze te helpen met technische en andere randvoorwaarden. De boodschap is echt om jouw bevoorrechte positie in te zetten en te delen met landen die minder goed bedeeld zijn, te weten landen met een laag – en middeninkomen. Kijk verder dan de korte-termijnvoordelen van laaghangend fruit dat mooie plaatjes oplevert, maar investeer in toepassingen die duurzaam zijn en haalbaar blijven, ook als externe financiering stopt. Denk verder dan je eigen succes en ga voor financiering van duurzame fundamenten, juist ook in landen die minder rijk bedeeld zijn, want alleen daarmee komt de wereldgezondheidszorg alle mensen ten goede.” 

Zes ethische principes voor toepassing AI

De WHO onderstreept het belang van het toepassen van ethische principes en passend bestuur bij AI-toepassingen. Dit is vertaald in de WHO-richtlijnen over ethiek en het bestuur van AI voor de gezondheid, bij het ontwerpen, ontwikkelen en inzetten van AI voor de gezondheid. 

De zes kernprincipes die de WHO heeft geïdentificeerd zijn: (1) autonomie beschermen; (2) het bevorderen van het menselijk welzijn, de menselijke veiligheid en het algemeen belang; (3) zorgen voor transparantie, verklaarbaarheid en begrijpelijkheid; (4) verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bevorderen; (5) inclusiviteit en gelijkheid garanderen; (6) AI bevorderen die responsief en duurzaam is.

CV

Prof. Dr. Alain Labrique is geboren en getogen in Bangladesh en momenteel directeur van de afdeling Digitale Gezondheid en Innovatie bij de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO). Labrique is de oprichter en directeur van het Johns Hopkins University Global mHealth Initiative en hoofdredacteur van het Oxford Open Digital Health-tijdschrift. Als infectieziekte- en populatie-epidemioloog was hij tot september 2022 hoogleraar en de inaugurele Associate Chair for Research in Department of International Health aan de Johns Hopkins University Bloomberg School of Public Health. 

Dr. Labrique heeft onderzoek geleid naar de gezondheid van moeders, pasgeborenen en kinderen in omgevingen met beperkte middelen en werd in 2011 erkend als een van de Top 11 mHealth Innovators. Hij was hoofdauteur van de Bellagio Declaration on mHealth Evidence uit 2012. In 2018 ontving hij de Excellence in International Public Health Practice Award en een Distinguished Alumnus Award van de Johns Hopkins University. Labrique is auteur van meer dan 375 publicaties in toonaangevende tijdschriften, evenals vele hoofdstukken in boeken en technische rapporten over digitale gezondheid en opkomende infectieziekten. Zijn raamwerken voor digitale gezondheid blijven een van de meest geciteerde. 

Labrique heeft gediend als technisch adviseur voor verschillende internationale en mondiale gezondheidsagentschappen en ministeries van Volksgezondheid, was co-voorzitter van de WHO Digital Health Guidelines Development Group en lid van de WHO Digital Health Roster of Experts.