In een wereld waarin de zorg steeds meer onder druk staat door een krimpende arbeidsmarkt, zou kunstmatige intelligentie (AI) de sleutel kunnen zijn om menselijke kwaliteiten niet alleen te behouden, maar ze zelfs te versterken. Door AI in te zetten voor routinetaken krijgen zorgprofessionals de tijd en ruimte om zich te richten op datgene wat echt telt: patiëntenzorg, empathie en kritisch denken. Hierdoor kunnen zij werk leveren dat niet alleen betekenisvoller is, maar ook meer werkplezier oplevert. De centrale vraag is dus: wat maakt ons als mensen uniek in de context van de zorg? En hoe kan AI ons helpen deze kwaliteiten nog beter tot hun recht te laten komen?
Laten we beginnen met een stukje historie. Al tientallen jaren worden de cognitieve functies van mensen steeds meer ondersteund, en soms zelfs overtroffen, door rekenkracht. Halverwege de 20e eeuw deden menselijke ‘rekenmeisjes’ ingewikkelde berekeningen met de hand en uit het hoofd1. Dit gebeurde bijvoorbeeld in het Mathematisch Centrum in Amsterdam. Met de opkomst van computers ontwikkelden diezelfde ‘rekenmeisjes’ zich tot een voorhoede van programmeurs. Zo maakten ze zelf hun rekenwerk overbodig. Hetzelfde patroon zien we bijvoorbeeld voor navigeren. Vroeger was dat een vaardigheid die menselijke kennis van geografie, menselijk abstract denkvermogen en menselijke ervaring vereiste, nu is deze vaardigheid geautomatiseerd door GPS-systemen. Ritten worden uitgevoerd met meer efficiency en betrouwbaarheid en bestuurders en reizigers ervaren minder belasting.
Schaken werd ooit beschouwd als het toppunt van menselijk intellect. Toen IBM’s Deep Blue schaakcomputer in 1997 won van Gary Kasparov, was dat een mijlpaal in de geschiedenis van AI. Taken als schrijven, visuele waarneming en besluitvorming worden nu (deels) door AI uitgevoerd, terwijl we voorheen aannamen dat daarvoor menselijke cognitieve functies nodig waren. Mensen hebben de neiging te overschatten hoe exclusief menselijk onze cognitieve vermogens zijn. Humanity is overrated, zou je kunnen zeggen. Wat vandaag als typisch menselijk wordt gezien, zou over twintig jaar zomaar een standaardfunctie van een machine kunnen zijn. De vraag is: wat betekent dit voor de zorg?
Rol van AI in de zorg
Zorgprofessionals kiezen vaak voor hun vak omdat ze waarde hechten aan menselijk contact, anderen willen helpen en iets willen betekenen. Velen worden gemotiveerd door de wens om te werken in een dynamische omgeving waar ze hun vaardigheden kunnen inzetten. Na een intensieve opleiding werken ze als professionals samen om passende zorg van hoge kwaliteit te leveren. Ze ervaren veel voldoening bij het maximaal benutten van hun kennis en kunde. Maar nu de zorg verandert, wordt de rol van AI steeds groter. Hoe kan AI deze professionals ondersteunen zonder afbreuk te doen aan de menselijke kant van hun werk?
1. AI ondersteunt zorgprofessionals
AI kan de administratieve en logistieke lasten verminderen die vaak ten koste gaan van het directe contact met de patiënt. AI-systemen kunnen bijvoorbeeld gesprekken met patiënten documenteren om in het dossier op te nemen, de dossiers samenvatten voor een soepele overdracht tussen zorgverleners onderling en zelfs automatische antwoorden genereren voor e-mails van patiënten.
Andere toepassingen zijn het beheren van roosters, het op tijd bestellen van medicijnen en hulpmiddelen zodat ze niet over de datum raken, en voorspellen waar ambulances het beste kunnen wachten op een volgende oproep om de aanrijtijd te verkorten. In landelijke gebieden kan AI de routes voor huisartsen tijdens hun dienst optimaliseren of het vervoer van patiënten naar ziekenhuizen plannen. AI kan dus processen stroomlijnen, zodat zorgmedewerkers ruimte krijgen om zich meer te richten op patiëntgerichte taken.
2. Verbetering zorgkwaliteit door AI
De mogelijkheden van AI om de kwaliteit van de zorg te verbeteren zijn enorm. AI kan bijvoorbeeld ondersteunen bij behandelbeslissingen voor complexe oncologische behandelingen, door grote hoeveelheden data te analyseren en evidence-based opties te bieden. In de radiologie kan AI helpen bij het detecteren van fracturen. AI kan crises zoals een MS-schub voorspellen. Daarnaast kan AI risico-inschattingen maken voor bijvoorbeeld infecties na een operatie.
AI ondersteunt nieuwe vormen van diagnostiek, zoals ademgasanalyses. Ook kan AI zorg op afstand faciliteren bij realtime datamonitoring, door waarschuwingen te versturen wanneer patiënten dringend hulp nodig hebben. Op al deze manieren - en het worden er steeds meer - kan AI zorgprofessionals en patiënten ondersteunen om goed onderbouwde beslissingen te nemen. Zo kan AI uiteindelijk de kwaliteit van de zorg verbeteren.
3. AI in medische apparaten en software-toepassingen
AI is al ingebouwd in sommige apparaten die dagelijks door zorgprofessionals en patiënten worden gebruikt. Er zijn zeer veel mogelijkheden om medische apparaten en software te verbeteren met AI. Slimme protheses, draagbare diagnostische hulpmiddelen, EPD’s: AI kan medische apparaten en softwaretoepassingen transformeren in intelligente systemen. Neem bijvoorbeeld een insulinepomp die met AI-algoritmen automatisch insulinespiegels aanpast, en zo fungeert als een kunstmatige alvleesklier. De FDA heeft enkele jaren geleden de eerste stappen gezet om voorspellende algoritmen en insulinepompen apart te valideren en te sturen op interoperabiliteit tussen die componenten2. Dergelijke duwtjes in de rug voor innovatie zijn nodig. Want hoewel de potentie voor slimmere en responsievere apparaten groot is, lijkt AI op dit gebied relatief minder toegepast te worden in de zorg.
Risico's en ethische overwegingen
Hoewel AI veel mogelijkheden biedt, brengen deze toepassingen ook risico's en uitdagingen met zich mee. Zoals bij elke disruptieve technologie spelen menselijke factoren een rol. Er kan een gevoel van verlies ontstaan omdat gespecialiseerde kennis, ooit het domein van enkelen, toegankelijker en minder noodzakelijk wordt. Dit kan leiden tot gevoelens van overbodigheid en een verminderd gevoel van expertise.
Daarnaast zijn er zorgen over de ethiek van AI-toepassingen. Wat als met een zogenaamde ‘toxic loop’ het AI-algoritme menselijke bias uitvergroot en versterkt? In de VS bleek bijvoorbeeld een algoritme op de Spoedeisende Hulp aan zwarte patiënten minder pijnstilling voor te schrijven dan aan witte patiënten. Algoritmen mogen geen echoput worden van onrechtvaardigheid. Ook de privacy van gegevens is een grote zorg: als AI-systemen worden gehackt, kunnen de gevolgen desastreus zijn. Hoe kunnen we zeker weten dat een algoritme niet is gemanipuleerd door hackers? Een ander opkomend probleem is de vervaging van de grens tussen menselijke en machinale interactie – wat als patiënten niet meer weten of ze met een mens of een AI te maken hebben?
Kwaliteit van data
De kwaliteit van de data waarop AI zijn voorspellingen baseert, vormt eveneens een risico. Zijn de gegevens actueel en representatief voor de huidige patiëntpopulatie? Is er voldoende data om betrouwbare voorspellingen te doen? En wat als de meeste data waarmee een algoritme wordt gevoed afkomstig zijn van slechts een klein en selectief deel van de wereldbevolking?
Om deze terechte zorgen te adresseren is in Europa op 1 augustus 2024 de AI Verordening in werking getreden3. Aan de basis daarvan staat het principe dat ‘Het [Europese] Parlement vindt dat AI-systemen nooit volledig geautomatiseerd mogen zijn, maar altijd onder menselijk toezicht moeten staan om schadelijke gevolgen te kunnen voorkomen’. AI mag dus niet zelfstandig behandelbesluiten nemen.
In Nederland heeft een brede groep AI-zorgexperts de Leidraad voor kwalitatieve diagnostische en prognostische toepassingen van AI in de zorg ontwikkeld4. De Leidraad bevat richtlijnen voor het ontwikkelen en implementeren van kwalitatief goede AI in de zorg. Met deze begrenzingen van AI en richtlijnen lijkt een goede basis geborgd. Gezonde alertheid van zorgverleners blijft geboden.
Menselijkheid omarmen
AI biedt zorgprofessionals de kans om de menselijke kant van de geneeskunde te versterken. Er zullen verliezen zijn: bepaalde vaardigheden worden minder relevant, en de impact op de individuele medewerker van deze veranderingen moet niet worden onderschat. Zoals bij elke grote verschuiving is er echter ruimte voor groei. Naarmate AI routinetaken overneemt, kunnen zorgverleners zich meer richten op kwaliteiten die de mens uniek maken – empathie, verbinding en menselijke zorg.
Het gold altijd al, maar in deze tijd met snelle veranderingen door AI meer dan ooit: zorgverleners blijven continu leren en verbeteren. Zorgbestuurders dienen voor voldoende absorptievermogen in hun organisatie te zorgen, zodat de transformatie gerealiseerd kan worden. Zoals voor ieder innovatietraject, geldt ook hier: klein beginnen, maar met opschaling voor de lange termijn in het achterhoofd. Tegelijkertijd is het noodzakelijk dat alle betrokkenen alert blijven op de risico’s en beperkingen van AI, zich voorbereiden op crises en zich bewust zijn van ethische dilemma’s.
Kwaliteit van menselijkheid
AI maakt al deel uit van ons dagelijks leven, of het nu gaat om navigatie, online winkelen of het spelen van spelletjes. Naarmate AI meer geïntegreerd raakt in de zorg, zullen professionals merken dat menselijke kwaliteiten belangrijker worden dan ooit. Echt menselijk contact, echt vertrouwen tussen mensen, echte geruststelling, echte verbinding in groepssessies: menselijkheid blijft de basis van zorg. In deze nieuwe wereld van AI-ondersteunde zorg is de menselijkheid niet overrated: menselijkheid is onvervangbaar.
CV
Dr. Karine van ’t Land is academic lead Aletta Jacobs School of Public Health / Rijksuniversiteit Groningen / voorzitter KAMG en lid van de redactieraad van ICT&health.
Tjerk Heijmens Visser is een ervaren strateeg en innovator op het gebied van digitalisering. Met een sterke focus op het benutten van nieuwe technologieën, streeft hij ernaar om zichtbare impact te creëren binnen de zorgsector. Met als kernthema's privacy, gepersonaliseerde zorg, AI, opschaling en versnelling.