Maike Schepens is onlangs gepromoveerd op haar proefschrift dat gaat over het gebruik van declaratiedata in de gezondheidszorg. Het blijkt dat declaratiedata een grote bron van nuttige informatie in zich dragen. Enkele belangrijke conclusies uit het onderzoek zijn dat deze data gebruikt kunnen worden om zorguitkomsten te meten, de kwaliteit van de zorg te evalueren én om gezondheidstrends op het spoor te komen. Haar vernieuwende inzichten kunnen helpen bij een betere landelijke kwaliteitsregistratie voor bepaalde aandoeningen en hebben geleid tot aanbevelingen die onder meer de doelstellingen van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) ondersteunen.
Schepens' proefschrift kan een waardevolle bijdrage leveren aan het verbeteren van de patiëntzorg en helpt de sector weer een stukje verder op weg naar een datagedreven manier van werken. Ze deed onder andere onderzoek naar de mogelijkheid om declaratiedata te gebruiken voor de evaluatie van zorguitkomsten, volume-uitkomstrelaties en trends in de gezondheidszorg.
Declaratiedata hebben potentieel
Uit het proefschrift blijkt dat declaratiedata inderdaad op al die gebieden dat potentieel hebben. Zelfs volume-uitkomstrelaties voor bepaalde procedures blijken met behulp van declaratiedata te kunnen worden bestudeerd. Op basis van het proefschrift doet Maaike verschillende aanbevelingen, zoals de opzet van een landelijke kwaliteitsregistratie voor prostaatkanker en lage rughernia. Daarnaast geeft zij ook aanbevelingen die de doelen van het Integraal Zorg Akkoord ondersteunen en patiënten ten goede zullen komen, bijvoorbeeld over thema’s als passende zorg, concentratie van zorg en digitale gegevensuitwisseling. Waardevolle onderzoeksresultaten en aanbevelingen, die dan ook niet onopgemerkt zijn gebleven in de landelijke media.
Verbeteren zorguitkomsten
De kennis uit dit proefschrift kan volgens de auteur goed worden overgedragen naar andere zorgdomeinen, ziekten en aandoeningen. Zo kan het bijvoorbeeld bijdragen aan een verdere verbetering van de uitkomsten voor patiënten. Het optimaal gebruikmaken van bestaande data voor bredere inzichten en verbeteringen van de zorg is noodzakelijk. Op die manier kunnen de uitdagingen waar de gezondheidszorg voor staat, beter het hoofd worden geboden. Denk hierbij aan de vergrijzing, de toename van chronische ziekten en stijgende kosten.
Nictiz, de kennisorganisatie voor digitale informatievoorziening in de zorg, onderkent dan ook het belang van dit onderzoek naar declaratiedata en publiceerde hierover ook onlangs een artikel. Het algemene doel van dit proefschrift was om bij te dragen aan de kennis over de vraag of het mogelijk is om zorguitkomsten en volume-uitkomstrelaties te evalueren door gebruik te maken van declaratiedata.
Maike Schepens: “De kennis die uit dit proefschrift voortkomt, kan worden overgedragen naar andere zorgdomeinen, andere ziekten en aandoeningen. Zo kan het bijdragen aan een verdere verbetering van de uitkomsten voor patiënten. Transparantie van ziekenhuisspecifieke uitkomstinformatie is een voorwaarde voor het continue proces van kwaliteitsverbetering en het is een wettelijk recht voor patiënten om geïnformeerd te worden over verschillen in kwaliteit van zorg per ziekenhuis.”
Aanbevelingen proefschrift
In haar proefschrift komt ze op basis van haar onderzoek tot aanbevelingen, die expliciet de doelen van het IZA te ondersteunen. De aanbevelingen richten zich op drie hoofdgebieden: passende zorg, concentratie van zorg, en elektronische gegevensuitwisseling. Enkele aanbevelingen zijn dat bij passende zorg gaat het erom dat zorgontwikkelingen en implementaties van LKRs gericht zijn op het afstemmen van de zorg op de patiënt, met een focus op ziektes die een significante maatschappelijke impact hebben. De onderzoeker benadrukt het belang van het beschikbaar stellen van declaratiedata voor wetenschappelijk onderzoek.
Concentratie van zorg moet volgens Schepens niet gezien worden als een doel op zich, maar als een middel om zorguitkomsten te verbeteren. Wanneer volumenormen worden geïntroduceerd, moet dit gepaard gaan met het meten van zorguitkomsten. Op het gebied van elektronische gegevensuitwisseling worden in het proefschrift de implementatie van de vijf meest gebruikte klinische informatiemodellen (zibs) en bijbehorende code- en waardenlijsten in alle zorgdomeinen in Nederland bepleit. Dit zou dan moeten gebeuren volgens het 'collect once use many times' (COUMT) paradigma, wat de nadruk legt op het hergebruik van data.