Het recente wetsvoorstel ‘Wet opvraagbaarheid gegevens bij spoedeisende zorg’ maakt het opvragen van gegevens onnodig ingewikkeld. Daardoor ontstaat extra administratief werk en meer regeldruk, die met een andere aanpak te voorkomen zijn. Dit schrijft het Advies College Regeldruk (ACR) in een advies aan de minister van VWS dat oproept om onnodige uitzonderingen uit het wetsvoorstel te schrappen in het belang van betere en simpelere zorg.
De zorgsector heeft in de praktijk veel last van regeldruk. Het ministerie van VWS werkt onder meer met het programma [Ont]Regel de Zorg aan de vermindering van de regeldruk. Ook in de spoedzorg werken (privacy)regels nog regelmatig complicerend. Zo is het in sommige situaties, voor artsen die met spoed een patiënt willen helpen, lastig om alle gegevens van zorgverleners bij elkaar te krijgen.
Het wetsvoorstel ‘Wet opvraagbaarheid gegevens bij spoedeisende zorg’ wil die regeldruk wegnemen door zorgaanbieders zoals huisartsen en verloskundigen toe te staan zonder toestemming van de patiënt gegevens beschikbaar te stellen. Ook mogen de zorgverleners van de huisartsenposten (HAP), de spoedeisende hulp (SEH) en de ambulancevoorziening de gegevens zonder toestemming opvragen en raadplegen. In eerste aanzet is dit een probleemoplossende aanpak, maar volgens ATR gaat maximale bescherming van de privacy bij dit wetsvoorstel nog ten koste van kwaliteit en duurzaamheid van zorg.
ATR: voorkom onnodige regeldruk
Bovendien leidt de aanpak in het voorstel volgens ATR tot onnodig veel administratieve lasten bij het opvragen van patiëntgegevens. Het belangrijkste bezwaar van het college is dat in het wetsvoorstel teveel uitzonderingen worden gemaakt. Het beschikbaar stellen van gegevens mag bijvoorbeeld niet in strijd zijn met goed hulpverlenerschap en niet ten koste gaan van de persoonlijke levenssfeer van een ander. Ook moet een arts bij het raadplegen van de gegevens bij spoedzorg zeker stellen dat de patiënt daar geen bedenkingen tegen heeft.
Al die uitzonderingen zijn juridisch gezien volgens het ATR feitelijk overbodig. Het grootste probleem is dat de uitzonderingen in het wetsvoorstel ‘Wet opvraagbaarheid gegevens bij spoedeisende zorg’ open normen bevatten. De grenzen van die normen zijn dus niet op voorhand duidelijk, waardoor een risico op willekeur en toename van regeldruk kan ontstaan.
Vertrouwen in professioneel handelen
In het advies op de website van het adviesorgaan staat te lezen: ‘De doelen van de wet, te weten betere zorg en minder administratieve lasten, worden eerder en beter bereikt met een wettelijke grondslag zonder uitzonderingen. Dit minder belastende alternatief gaat uit van vertrouwen in het handelen van de professional. Controle op dit handelen is mogelijk via bestaand intern en extern toezicht, het medisch tuchtrecht en het inzage- en correctierecht van de patiënt. ATR adviseert de uitzonderingen dan ook te schrappen en het belang van betere kwaliteit en minder lastendruk hier zwaarder te laten wegen.’
Het college adviseert tot slot het wetsvoorstel niet in te dienen tenzij met de adviespunten rekening wordt gehouden.