Hoewel de eerste zin van veel artikelen over het gebruik van technologie in de huisartsenzorg vaak een verzuchting is over hoe langzaam het allemaal gaat, zijn er in de dagelijkse praktijk mooie lichtpuntjes te ontdekken. Bijvoorbeeld het gebruik van thuisarts.nl.
In een informeel gesprek hierover gaven twee huisartsen (ter info: beiden ruim boven de 60 jaar en destijds hun praktijk gestart met papieren dossiers en geheel vrij van computers) aan dat ze dit een mooie bron van informatie vinden, waarnaar ze patiënten graag verwijzen. De informatie is zorgvuldig samengesteld, gemaakt door inhoudsdeskundigen, goed leesbaar en overzichtelijk weergegeven. Ook is de informatie niet commercieel, en daarmee onafhankelijk. Sommige pagina’s verwijzen, ook weer op een overzichtelijke manier, door naar andere relevante informatie. Minpuntje: er is ook veel informatie over met name wat zeldzamere aandoeningen nog niet beschikbaar. Nog belangrijker minpuntje: het is allemaal in het Nederlands, en het is toch nog allemaal voornamelijk informatie met tekst. Dat betekent dat deze informatie bij mensen die ofwel de taal niet spreken, ofwel niet beschikken over een zeker mate van taal- en leesvaardigheid, veel minder toegankelijk is. Een van de huisartsen die ik sprak gaf aan vaak samen met patiënten, ook en juist van niet-Nederlandse afkomst, informatie op te zoeken op internet. Af en toe via thuisarts.nl, maar ook hij gebruikt andere bronnen, met name Wikipedia. Aan de hand van de situatie kijkt hij samen met patiënten naar deze informatie. Wat hij zo fijn vindt van deze bron, is dat er vertalingen mogelijk zijn. [caption id="attachment_29424" align="aligncenter" width="640"]