Longartsen in opleiding oefenen op virtuele longen

vr 13 september 2024 - 08:45
Opleiding
Nieuws

Longartsen in opleiding kunnen het uitvoeren van een bronchoscopie trainen met levensechte simulatoren in het SkillsLab van het Catharina Ziekenhuis. Longarts Arnoud Aldenkamp geeft daar vier keer per jaar trainingen. Op die manier kunnen de nieuwe longartsen eindeloos oefenen zonder een patiënt tot last te zijn.

In Nederland worden elk jaar tussen de dertig en veertig nieuwe longartsen opgeleid. Een van de onderzoeken die een longarts regelmatig uitvoert, onder andere bij patiënten met een longontsteking, longkanker, chronisch hoesten of longbloedingen, is een bronchoscopie. Daarbij gaat de longarts via de keel met een slang met daaraan een camera naar de longen om de binnenkant van de luchtwegen te bekijken. Waar longartsen dit voorheen alleen in de praktijk konden leren, kunnen nieuwe longartsen dit tegenwoordig uitgebreid oefenen.

SkillsLab

Dat oefenen kan onder andere op de levensechte simulatoren van het SkillsLab in het Catharina Ziekenhuis. Het SkillsLab is een professionele leer- en trainingsomgeving waar professionals allerlei specifieke competenties en vaardigheden kunnen oefenen met behulp van virtuele leermiddelen. Niet alleen longartsen (in opleiding) kunnen er terecht, ook andere professionals, zoals cardiologen en hartchirurgen, kunnen er complexe operaties oefenen.

Zo’n simulator is natuurlijk niet echt, en qua weerstand van de slang is het niet exact hetzelfde, maar de werkelijkheid wordt behoorlijk goed benaderd. Dit geeft zorgverleners de kans om handelingen eindeloos vaak te herhalen en ze goed in de vingers te krijgen. Want in de praktijk wil je een patiënt natuurlijk zo min mogelijk tot last zijn.

Voordelen

Een van de grote voordelen van het oefenen met een simulator, is dat er zonder grote druk kan worden getraind. Aldenkamp: “Deze plastic patiënt wordt niet ongeduldig. Wat je hier op één dag leert, zou je in de praktijk echt véél meer tijd kosten omdat je simpelweg niet zo lang op echte patiënten kunt trainen.”

Een ander voordeel is dat de simulator de mogelijkheid biedt om allerlei casussen en complicaties te oefenen. Allemaal situaties die in de praktijk ook kunnen ontstaan. Op die manier zijn nieuwe longartsen beter voorbereid en hebben ze meer vertrouwen wanneer ze met een echte patiënt aan de slag gaan.

Trainingen

Tijdens de trainingen op de simulator begeleidt Aldenkamp één of twee artsen in opleiding tegelijkertijd. Longarts in opleiding Peter van Mourik van het UMC Utrecht heeft al enige ervaring met het besturen van een bronchoscoop. Over de training met de simulator zegt hij: “Dit is wel heel handig om de techniek goed te leren. Bij een echte patiënt wil je liever zo snel mogelijk resultaat halen. Je gaat niet langer dan nodig is naar iemand zijn luchtwegen kijken. Een bronchoscopie krijgen is niet pijnlijk, maar echt prettig is het ook niet.”

Aldenkamp neemt ondertussen uitgebreid de tijd om zijn studenten van tips te voorzien. Zo legt hij uit dat het een natuurlijke reactie is om naar links of rechts te gaan hangen als je die kant op wil kijken, maar dat het beter is om dat niet te doen. “Je bent best lang bezig bij een patiënt en dan ga je zelf flink klachten krijgen als je een tijdje helemaal schuin staat.”

En ook tijdens het oefenen van de vele echte casussen is er uitgebreid tijd voor reflectie en overleg. “Wat zie je en wat wil je doen?” vraagt Aldenkamp als er ergens in de longen van een 58-jarige patiënt die onophoudelijk hoest een afwijking wordt gevonden. Na het bespreken van de casus, nemen de studenten biopten, dienen ze de benodigde medicijnen toe en stelpen ze de bloeding. Precies zoals ze het in de praktijk ook zouden doen.