Meer kennis over de risico’s en kansen van online samenlevingen

8 januari 2024
online samenleving
Digitalisering
Nieuws

Meer kennis over de langetermijneffecten van online samenlevingen. Dat is het doel van 4 onderzoeksprojecten die binnenkort van start gaan binnen het NWA-programma Kwetsbaarheid en weerbaarheid in een online samenleving. Met deze nieuwe kennis kunnen overheden straks een passend beleid ontwikkelen. Eén consortium onderzoekt bijvoorbeeld hoe digitalisering met name ouderen in hun woonsituatie daadwerkelijk kan helpen; zonder schade aan te brengen. Bij een ander project wordt in kaart gebracht wat zogenaamde 'neurodivergente' jeugdigen nodig hebben om weerbaar en juist niet kwetsbaar te worden in een online samenleving.

Grootscheeps digitalisering is inmiddels vrijwel overal in gang gezet: thuis, op school, op het werk maar ook in de zorg. Een groot deel van ons leven speelt zich online af en dat zorgt voor een scala aan ontwikkelingen. Burgers van letterlijk alle leeftijden hebben daar in de praktijk mee te maken.

Veerkracht in online samenlevingen  

De gehonoreerde consortia willen daarom graag de veerkracht van burger ten opzichte van de online maatschappij versterken, meldt ZonMw. Een centrale vraag is onder meer welke rol bedrijven, organisaties en overheden voor een rol kunnen spelen in de online samenleving. Goede voorbeelden op dit vlak zijn er inmiddels gelukkig ook al. In de zorg is het succes van de Digitale Helpdesk Zorg een goed voorbeeld. Tevens zijn er voor online communicatie met de overheid al een groot aantal informatiepunten Digitale Overheid opgezet in bibliotheken. Maar ook op tal van andere manieren wordt, centraal en decentraal, werk gemaakt van digitale inclusie. Interessant is in dit verband ook de  nog relatief nieuwe online tool DigIQ. Deze applicatie kan het digitale IQ van individuen en organisaties meten, maar biedt ook opties om digitale vaardigheden te verbeteren.

Vier onderzoeksprojecten online samenleving

De vier betreffende NWA-onderzoeksprojecten, omtrent de verschillende effecten van de online samenleving, kijken bijvoorbeeld naar het risico van bijvoorbeeld manipulatie en geweld, naar zorg en huisvesting van ouderen, maar ook naar gezondheid, kansengelijkheid en veiligheid in Rotterdam. Tevens wordt de jeugd onder de loep genomen, wiens brein zich door al die digitalisering anders ontwikkelt. Bij elk project is in de consortia een diverse groep samenwerkingspartners betrokken.

Hieronder bespreken we de kern van de vier projecten die binnenkort van start gaan.


1. Wonen en digitalisering

MOVUS is een onderzoek onder leiding van professor Elco van Burg van de Vrije Universiteit van Amsterdam in samenwerking met Amsterdam UMC, Empyreal, ETH Zürich, GGD Amsterdam, Hanzehogeschool Groningen  Het Groene Brein, Hogeschool Saxion, Hogeschool Arnhem Nijmegen, Sigra, TU Eindhoven,  Vrije Universiteit Amsterdam, Woonzorg NL, Zorgstichting ’t Heem en Zuidoostzorg. Het onderzoek richt zich op een urgente vraag in zorg en huisvesting voor ouderen: hoe kan digitale transformatie mensen echt dienen in plaats van schade toebrengen? MOVUS wil met name begrijpen hoe offline en online organiseren verschillende lagen van kwetsbaarheid en veerkracht beïnvloedt en welke mechanismen deze in stand houden of versterken. Dit helpt om voor huisvestings- en zorgorganisaties effectieve werkprocessen te ontwerpen en hun diensten toegankelijker te maken. Tevens worden oplossingen ontworpen om de veerkracht te vergroten, door middel van digitalisering in de organisatie van zorg en huisvesting.

2. Impact social media

Het tweede consortium bestaat uit Erasmus MC Rotterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Justice Adda Perron 14, New Momentum en Rathenau Institute. In dit onderzoek wordt onderzocht wat de impact is van social media. Denk bijvoorbeeld aan online adverteerders die zich richten op mensen die het al moeilijk hebben zoals mensen met schulden of een slechte gezondheid, maar ook aan organisaties die misinformatie verspreiden. We weten nog niet goed hoe de online en offline wereld elkaar beïnvloeden en wat de impact is op gewone mensen. Om die reden wil dit onderzoek met name boven water krijgen hoe Rotterdammers gezondheid, veiligheid en kansgelijkheid ervaren in zowel de online als de echte wereld. 

3. Waarborgen fundamentele rechten

Het derde consortium bestaat uit ALLAI Nederland, Alliance for Digital Rights (AUDRI), Autoriteit Consument en Markt, Authoriteit Persoonsgegevens, BEUC, Equality Now, Future of PrivacyForum (Dutch branch), Hogeschool Leiden, Inholland, International Observatory on Vulnerable People in Data Protection (VULNERA), Offlimits, SIDN Fonds, TU Delft, UNICEF Letter en Universiteit Twente. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is hoe, in samenwerking met aanbieders van online platforms en het maatschappelijk middenveld, de weerbaarheid van kwetsbare (groepen) gebruikers op sociale media (inclusief de metaverse) in de huidige online samenleving  kan worden vergroot. Het sociale leven vindt namelijk steeds vaker online plaats. Zodoende is het complexer om fundamentele rechten te waarborgen. Mensen worden bijvoorbeeld vaker blootgesteld aan manipulatie, online geweld of discriminatie. Het onderzoek RESOCIAL meet de kwetsbaarheden van gebruikers en stelt op basis hiervan meerdere oplossingen voor die nauwkeurig worden onderzocht.

4. Weerbaar worden in online samenleving

Het vierde project tot slot heet DigAble en staat onder leiding van professor Carlo Schuengel. Het consortium bestaat hier uit Hogeschool Leiden, Hogeschool Windesheim, Koninklijke Bibliotheek, Landelijk Kenniscentrum LVB/ Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (LKC LVB/VOBC), MBOMediawijs.nl, Nederlands Jeugdinstituut, Ouderenvereniging Balans, Stichting Agora, Universiteit Utrecht en Vrije Universiteit Amsterdam. Het project brengt ten eerste in kaart wat zogenaamde neurodivergente jeugdigen nodig hebben om ook weerbaar en niet kwetsbaar te worden in een online samenleving. Hiervoor wordt uitgezocht wat opvoeders, leerkrachten en zorgverleners nodig hebben om deze jeugd goed te ondersteunen en wat de behoeften zijn van bestuurders. Ten tweede wordt een overzicht gemaakt van lespakketten, trainingen, gedragsregels en andere interventies voor digitale geletterdheid, mediawijsheid en online risicogedrag. Bekeken wordt wat de bouwstenen van deze interventies zijn en of deze  interventies ook effectief zijn voor neurodivergente jeugd.