Wie heeft virtual reality (VR) al eens ingezet bij de zorginstelling waar je werkt? VR kan namelijk zeer effectief zijn en is op sommige plekken binnen de gezondheidszorg niet meer weg te denken. Doordat deze technologie steeds gebruiksvriendelijker wordt en scenario’s bovendien realistischer worden, zijn er kansen voor nieuwe toepassingen. Een consortium van GGZ-instellingen, dramatherapeuten, het Lectoraat Technologie voor Gezondheid en mkb-partner The Simulation Crew hebben de handen ineen geslagen en verkennen de kansen van VR binnen de GGZ.
Mensen met problemen op het gebied van emotieregulatie kunnen emotieregulatietherapie (ERT) krijgen van een zorgverlener. Dit is een vaak gekozen behandeling waarbij cliënten bewust worden gemaakt van prikkels en spanningen die een (heftige) emotie kunnen veroorzaken zoals boosheid, woede of agressie. Een belangrijk onderdeel van deze therapie is een rollenspel tussen zorgverlener en cliënt, waarbij geoefend wordt om op een juiste manier op triggers te reageren.
René Florussen is als dramatherapeut betrokken bij het project en vertelt in ICT&health 5: “ERT is zeer effectief, maar door de toegenomen zorgvraag binnen de GGZ – er zijn meer dan 1,2 miljoen mensen met een hulpvraag – zijn er te weinig oefenmomenten. De werkdruk is namelijk hoog en er vallen soms zelfs collega’s uit."
VR-rollenspel
Florussen, maar ook zorgverleners van GGZ-instellingen STEVIG, VIGO en KARAKTER zien kansen om de effectiviteit van de behandeling te vergroten als cliënten vaker en zelfstandiger kunnen oefenen. Het bovengenoemde consortium ontwikkelde in dat kader met behulp van een Kiem-subsidie een VR-toepassing waarbij een cliënt het bovengenoemde rollenspel kan spelen met een virtuele tegenspeler. Speler en virtuele tegenspeler communiceren hierbij via spraak. De virtuele tegenspeler probeert – net als een echte therapeut zou doen - geleidelijk een emotie op te roepen.
Het gekozen scenario is die waarbij de speler als klant een defecte telefoon komt terugbrengen in de telefoonwinkel. De verkoper is daarbij ongeïnteresseerd doordat deze maar beperkt aandacht schenkt aan de klant en hem niet goed helpt. Op een gegeven moment reageert de virtuele tegenspeler ook onaardig en negeert hij de klant (zie ook de foto bovenaan het bericht). Wat deze ontwikkelde toepassing uniek maakt, is dat cliënten helemaal zelf kunnen oefenen, dus zonder of met beperkte aanwezigheid van een zorgverlener.
Systematische evaluatie
De toepassing is beschikbaar en wordt momenteel systematisch geëvalueerd met de betrokken GGZ-instellingen. Tom van de Belt is als onderzoeker betrokken bij dit project: “In deze fase is de belangrijkste vraag of een VR-rollenspel vergelijkbare emoties kan oproepen als in het echte leven. Op dit moment heeft een tiental mensen de eerste versie van VR4ert geprobeerd. Meer dan de helft van de deelnemers raakte geïrriteerd en voelde boosheid opkomen. Dus dat is veelbelovend. Hierbij moet wel worden vermeld dat dit mensen waren zonder bekende problemen met emotieregulatie.”
Lees het hele artikel in ICT&health 5, die op 25 oktober verschijnt.