PPEP4ALL krijgt eerste 'NeLL-Compatible'-status

di 19 februari 2019 - 10:03
PEPP4ALL
eHealth
Nieuws

Het Patiënt en Partner Educatie Programma voor Alle chronische ziekten (PPEP4ALL) heeft als eerste eHealth-tool de 'NeLL-Compatible'-status ontvangen. Dit houdt in dat het NeLL (National eHealth Living Lab) onder meer de gebruiksvriendelijkheid, betrouwbaarheid en effectiviteit van deze eHealth-tool waardeert. Het NeLL is in 2018 opgericht met als doel het valideren van e-health toepassingen.

PPEP4ALL is volgens de ontwikkelaars een zelfmanagement-educatieprogramma voor mensen met een chronische ziekte en diens partner/mantelzorger. Het programma moet gebruikers helpen in het omgaan met psychische en psychosociale gevolgen van ziekte. Bij een positieve beoordeling ontvangt een e-health toepassing – zoals nu met PPEP4ALL is gebeurd - de ‘NeLL-Compatible’ status.

Comptabiliteit, optimalisatie

Behalve een compatibiliteitsbeoordeling brengen bij het NeLL betrokken onderzoekers advies uit ten behoeve van optimalisatie. NeLL heeft de ambitie zo het kaf van het koren te scheiden en wat het eKwakzalverij noemt de kop in te drukken. Het NeLL-onderzoeksteam is positief over de inhoud en de aanpak van het PPEP4ALL-platform. Wel kan er op het gebied van communicatie nog een en ander worden geoptimaliseerd. Een voorbeeld is een betere uitleg over het gebruik van de toepassing en een duidelijkere (menu-)structuur.

Er zijn tussen de 250.000 en 350.000 bekende e-health toepassingen. Voor gebruikers ervan is nauwelijks inzichtelijk welke tools daadwerkelijk effectief en veilig zijn. Om tot doelmatige e-health te komen, onderzoekt een team van PhD's en postdocs ( werkzaam in het LUMC) binnen het NeLL e-health tools. Dit gebeurt op verzoek van de ontwikkelaar en/of aanbieder. Over dit onderzoek is in ICT&health 6, 2018 al een overzicht verschenen.

Vertrouwen van gebruiker

De door NeLL geformuleerde kwaliteitscriteria (gebruiksvriendelijkheid, betrouwbaarheid, privacy en veiligheid, onderbouwing, gebruikersparticipatie en opschaalbaarheid) vormen bij dit onafhankelijke onderzoek het uitgangspunt. Mensen moeten er zo op kunnen vertrouwen dat de aanbieder van de app of site betrouwbaar is, dat de wet- en regelgeving wordt nageleefd én dat het gebruik van de applicatie daadwerkelijk een positief effect heeft op de zorg en/of de gezondheid.

Noelle Kamminga, eigenaar van PPEP4ALL, toont zich verheugd over de verkregen status. " De verbeteringen die door NeLL zijn aangedragen voeren wij op korte termijn door om de gebruikersvriendelijkheid nog verder te verhogen."

Snelle groei aantal NeLL-projecten

In haar eerste levensjaar zijn binnen het NeLL al ruim 100 projecten gestart, waarbij e-health op basis van wetenschappelijk onderzoek wordt ontwikkeld, geëvalueerd en geïmplementeerd. Enkele projecten zijn inmiddels afgerond. “Het aantal NeLL-projecten is sneller gegroeid dan we hadden verwacht”, vertelt medeoprichter en hoogleraar Niels Chavannes in een interview in ICT&health 1, dat deze week uitkomt. Chavannes noemt betrouwbaarheid de sleutel voor dit succes.

Chavannes geeft aan dat de meeste e-health toepassingen die NeLL tegenkomt, het face-to-face contact met de zorgprofessional verminderen. “Het is daarom essentieel dat we eerst aantonen dat een toepassing de situatie niet onveiliger maakt. In tweede instantie willen we ook dat de zorg erdoor verbetert, zodat een hogere doelmatigheid kan worden bereikt: betere zorg voor minder geld.”

Chavannes heeft niet de illusie dat NeLL de meer dan 325.000 beschikbare e-health apps allemaal kan onderzoeken. Wel hoopt hij dat het toepassen van een onafhankelijk kwaliteitssysteem gemeengoed wordt. “Wat we graag willen en nu samen met de NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap, red.) ook al doen, is onze beoordelingsmethodiek vooraf beschikbaar stellen aan appbouwers. Zo kunnen zij deze methodiek zelf hanteren en hoeven wij alleen nog te checken of onze richtlijnen zijn opgevolgd.”

Veel samenwerking

Binnen het netwerk van NeLL werken inmiddels veel partijen samen. “We werken intensief samen met wetenschappelijke instituten als de academische centra en TNO”, vertelt post doc onderzoeker Sanne van Luenen – als één van de coördinatoren voor de wetenschappelijke inhoud van de projecten zet zij binnengekomen opdrachten uit binnen het netwerk van NeLL. “Dat geldt ook voor partijen als Pharos, Trimbos, het Zorginstituut, beroepsverenigingen van onder andere huisartsen en specialisten en diverse gemeenten. Ook hebben we veel steun van het ministerie van VWS.”

Op termijn ziet Chavannes voor NeLL ook mogelijkheden tot internationale opschaling. “In Nederland hebben we last van de remmende voorsprong. We zijn vroeg begonnen met het digitaliseren van gezondheidsdata, maar dit is discipline-afhankelijk gebeurd: elke beroepsgroep heeft zijn eigen systeem. Dat maakt het lastig een nieuwe toepassing snel breed uit te rollen. We zijn in Nederland vooral erg goed in het bedenken van effectieve digitale oplossingen. Die kunnen we onder de paraplu van NeLL gemakkelijker internationaal opschalen.”

ICT&health 1, 2019 verschijnt deze week.