De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) pleit er al jaren voor dat uitgaven voor gezondheid in feite een investering in gezondheid zijn. In een recent rapport breidt de WHO dit perspectief uit naar digitale zorg, of eHealth, en beweert dat uitgaven voor telegeneeskunde en chatbots levens kunnen redden en miljarden aan besparingen kunnen opleveren.
De WHO stelt visie op digitalisering bij
Vandaag de dag hebben 4,5 miljard mensen geen toegang tot essentiële gezondheidsdiensten vanwege economische of geografische barrières. Ondertussen maken wereldwijd 5,52 miljard mensen gebruik van het internet (cijfers van oktober 2024), wat neerkomt op twee derde (67,5%) van de wereldbevolking. Hiervan gaat bijna iedereen (96,2%) online met behulp van een mobiele telefoon. Nu smartphones steeds toegankelijker en betaalbaarder worden, kunnen ze een belangrijke tool worden voor het leveren van zorg aan mensen met beperkte toegang tot gezondheidszorg. Daarnaast kunnen ze een rol spelen bij de ondersteuning van preventieve zorg voor patiënten met niet-overdraagbare aandoeningen (NCD's, noncommunicable diseases).
Tot voor kort lieten zorgorganisaties na om de potentiële voordelen van digitale zorg te becijferen. Ze zagen digitalisering juist vaak als een kostenpost. Er bestond een duidelijk onderscheid tussen gezondheidszorg en digitale zorg.
Pas in 2005 nam de Wereldgezondheidsvergadering een resolutie aan over eHealth. Daarin werden de lidstaten aangespoord om langetermijnstrategieën te ontwikkelen voor eHealth-diensten en -infrastructuur. In 2018 keurden de WHO-lidstaten een resolutie over digitale zorg goed, waarin de rol van digitale technologieën bij het overwinnen van belemmeringen in de gezondheidszorg werd erkend. Sindsdien heeft de WHO digitale zorg steeds meer erkend als een middel om wereldwijde gezondheidsproblemen aan te pakken. Een belangrijke verschuiving in de aanpak van de WHO kwam met de wereldwijde strategie voor digitale zorg voor 2020-2025.
Cijfers in plaats van aannames
Een recent rapport van de WHO en de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) markeert een andere mijlpaal in de WHO-benadering van digitale transformatie.
Volgens Going Digital for Noncommunicable Diseases: the Case for Action kan elke extra $0,24 per patiënt per jaar die wordt geïnvesteerd in telegeneeskunde, mobiele messaging en chatbots meer dan 2 miljoen levens van chronisch zieken redden, hetgeen resulteert in $199 miljard aan economische voordelen over een periode van tien jaar.
De WHO is nog nooit zo duidelijk geweest in haar standpunt: digitale transformatie is nu een integraal onderdeel van de gezondheidszorg en digitale zorgoplossingen zijn van vitaal belang om de NCD-epidemie te bestrijden. Hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en chronische ademhalingsziekten zijn verantwoordelijk voor bijna drie kwart (74%) van alle sterfgevallen wereldwijd en hebben lange tijd een aanzienlijk deel van de budgetten voor gezondheidszorg opgeslokt. NCD's leggen ook een aanzienlijke druk op de gezondheidszorg, vooral in lage- en middeninkomenslanden met beperkte toegang tot gezondheidszorg.
Naast het veroorzaken van sterfgevallen die te voorkomen zijn, zullen NCD's de wereldeconomie naar schatting 30 biljoen dollar kosten aan productiviteitsverlies in 2030. Als we psychische aandoeningen aan deze schatting toevoegen, komt het totaal op 47 biljoen dollar.
Over de potentiële economische voordelen van het investeren in digitalisering en preventie gaf Lucien Engelen vorige week een lezing in Abu Dhabi. Daar sprak hij over de invloed van het langer gezond blijven – en daarmee het verhogen van de levensverwachting - op de economische groei. Voor elk jaar dat de levensverwachting van de bevolking in een land stijgt, kan de economie met 4 procent groeien. En elke dollar die in gezondheid geïnvesteerd wordt, levert volgens berekeningen van Harvard economen, negenmaal die waarde op. De berekeningen van de WHO met betrekking tot de investeringen in digitale zorg zoals die hierboven beschreven worden, scheppen op dit gebied nog een stuk rooskleuriger beeld.
De tijdsfactor van NCD's die digitale zorg kan aanpakken
De traditionele geneeskunde worstelt vaak met ziekten die worden veroorzaakt door leefstijlfactoren die zich in de loop der jaren ontwikkelen en verborgen blijven. Mobiele gezondheidsapps maken real-time gezondheidsmonitoring mogelijk en stellen patiënten in staat om hun behandeling aan te passen. Chatbots zijn een goedkope manier om de toegang tot gezondheidsinformatie te verbeteren en veranderingen in een gezonde levensstijl te ondersteunen door gebruikers te helpen stoppen met roken of beter te eten. Door hun schaalbaarheid en lage kosten zijn ze ideaal voor wijdverspreide implementatie.
In het rapport geeft de WHO enkele voorbeelden van hoe het gebruik van digitale technologie kan helpen om de uitdagingen van preventie en bestrijding van NCD's aan te gaan:
- Uitdaging: NCD's hebben meerdere risicofactoren, waaronder leefstijl- en gedragsfactoren. Oplossing: Draagbare digitale apparaten maken real-time dienstverlening en inhoud voor gedragsverandering rechtstreeks aan individuen mogelijk om zelfmanagement te ondersteunen.
- Uitdaging: NCD's vereisen regelmatige controle en continu beheer. Oplossing: Digitale hulpmiddelen kunnen barrières doorbreken die de toegang tot gezondheidszorg bemoeilijken, zoals geografische afstand, vervoer en kosten, om de continuïteit van de zorg te vergemakkelijken.
- Uitdaging: NCD's evolueren op lange termijn en kunnen gespecialiseerde zorg vereisen. Oplossing: Dankzij toegang tot realtime gegevens en beslissingsondersteunende tools kunnen professionals beter geïnformeerde beslissingen nemen om de gezondheidsresultaten te verbeteren.
Het rapport benadrukt dat terwijl het potentieel van digitale zorg al wordt gerealiseerd in landen met een hoog inkomen, bijna een derde van de bevolking in landen met een laag inkomen nog steeds geen toegang heeft tot internet. Bovendien vereist digitale transformatie samenwerking tussen de publieke en private sector en steun van internationale organisaties.
Het versterken van preventieve zorg en patiënten in staat stellen om hun gezondheid te beheren zijn kritieke stappen, en de WHO stelt dat digitale hulpmiddelen een transformerende rol kunnen spelen in deze strijd.
Het is geen ‘nice-to-have’
Digitaal gaan werken is geen optie, maar een dringende noodzaak. Een recente studie, A scoping review and expert consensus on digital determinants of health van The London School of Economics (LSE) en het Regionaal Kantoor voor Europa van de WHO, identificeerde 127 gezondheidsdeterminanten die zijn ontstaan of geëvolueerd naast de digitale transformatie van de maatschappij, waarvan 37 digitaal.
De studie benadrukt dat 30 van deze determinanten, met name de digitale, onmiddellijke beleidsmaatregelen vereisen om gelijke tred te houden met de technologische evolutie. Er wordt gewezen op de “digitale kloof”, waarbij kwetsbare groepen belemmeringen ondervinden bij de toegang tot digitale zorgszorg, waardoor inclusieve benaderingen van digitale geletterdheid en connectiviteit nodig zijn.
Bovendien worden we met de komst van baanbrekende technologieën zoals AI en spatial computing geconfronteerd met een “tweede digitale kloof”, die de verschillen de komende 30 jaar nog verder kan vergroten.