Nederland staat aan de vooravond van de invoering van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de Zorg. Een mammoetoperatie waar de afgelopen jaren al veel werk voor verzet is. Veel normen zijn al bepaald, deels zijn ze nog in ontwikkeling. Een belangrijk onderdeel van het uitwisselen van gegevens bij medische zorg betreft medicatie. In dit artikel gaan we dieper in op medicatie- en toediengegevens waar momenteel de norm NEN 7542 voor wordt ontwikkeld.
“NEN 75 wat?” Mirjam Monkou, tandarts in Amstelveen kijkt verbaasd en van haar gezicht is duidelijk af te lezen dat ze zich afvraagt waar dit gesprek naar toe moet gaan. Van de Wegiz heeft ze natuurlijk wel gehoord en na een korte uitleg over NEN en de normen voor met name medicatie knikt ze begrijpend. “Dat zou een uitkomst zijn!” luidt haar eerste reactie. Ze legt uit dat het regelmatig voorkomt dat mensen van tandarts wisselen en dat ze dan uiteraard graag inzicht in de gegevens van die cliënten heeft.
“Het zou ons echt veel werk en bijbehorende ergernis schelen. Normaal gesproken gaan mensen twee keer per jaar naar hun tandarts en dat is, mits iemand gewoon gezond is, veel vaker dan naar de huisarts. Door bijvoorbeeld verhuizingen of omdat men om wat voor reden dan ook behoefte aan een andere tandarts heeft, zien we regelmatig nieuwe cliënten.”
Nieuwe cliënten betekent ook inzage krijgen in de medische dossiers van die cliënten en de bijbehorende medicatie. “Klopt helemaal,” zegt Monkou, “we doen veel aan pijnbestrijding en schrijven ook weleens antibiotica voor, dan wil je wel weten of iemand bijvoorbeeld allergisch is voor penicilline.”
Bij twijfel bellen
Het verkrijgen van het medisch dossier van de nieuwe cliënt in kwestie blijkt in de praktijk nog een stuk lastiger dan het zich doet vermoeden. “Eigenlijk is het gewoon een heel gedoe”, vertelt Monkou eerlijk. “In de eerste plaats mogen wij zelf niks opvragen in verband met de wet privacy persoonsgegevens (AVG). De cliënt moet dus eerst zelf schriftelijk bij de oude tandarts aangeven dat hij of zij naar een nieuwe tandarts gaat. Vervolgens stuurt die tandarts ons het dossier via Zorgmail. Dat gebeurt met een verificatiecode - die overigens maar een bepaalde tijd is geactiveerd - waarmee wij dan weer het betreffende dossier kunnen openen.”
Dat lijkt nog redelijk te doen, maar Monkou gaat verder. “Vervolgens is het voor ons afwachten hoe we dat dossier krijgen. Er worden veel verschillende systemen gebruikt. De ouderwetse handmatig bijgehouden patiëntenkaart komen we gelukkig niet meer tegen, maar er worden wel verschillende termen gebruikt en soms krijgen we alleen maar codes door. Nu zijn die wel nationaal afgesproken maar er zitten ook wel eens afkortingen in die we niet helemaal begrijpen. Bij twijfel is het dus altijd bellen met de vorige tandarts.”
Voor auto’s hebben we een wettelijk verplichte APK-keuring, voor mensen niks
Dan, met een grote glimlach: “Het zou geweldig zijn als er één systeem is waarin iedereen dezelfde taal spreekt! Maar ik vraag me eerlijk gezegd wel af of het gaat lukken om alle hoofden dezelfde kant op te krijgen en of iedereen de investering kan en wil opbrengen die ongetwijfeld weer in ICT-apparatuur of programma’s moet worden gedaan.”
Heeft Monkou een punt? Wil iedereen meewerken en zou een tandarts, die bijvoorbeeld vlak voor zijn pensioen staat, niet liever in een zeilboot willen investeren dan in de praktijk?
De ervaren apotheker
Jaap Dik een apotheker in ruste te noemen, is de plank volledig misslaan. Weliswaar heeft hij zijn praktijk in Vianen na veertig jaar overgedaan aan een jongere collega maar Dik houdt zich nog steeds dagelijks gepassioneerd met zijn vak en alles wat daar omheen zit bezig. Hij kan daar enthousiast over vertellen.
“De Wegiz, met alle toeters en bellen die eraan vastzitten, is absoluut noodzakelijk en had er eigenlijk al lang moeten zijn. En het beheren, borgen en uitwisselen van medicatiedossiers is daar een wezenlijk onderdeel van. Bij het IVM (Instituut Verantwoord Medicijngebruik) worden elk jaar meer dan 20.000 incidenten gemeld waarbij iets fout is gegaan met medicijngebruik en/of het toedienen van medicatie.”
Overigens hoeft dat niet altijd meteen dramatische gevolgen te hebben. Dik herinnert zich een kerngezonde vrouw die alleen tijdens haar zwangerschap haar huisarts had bezocht. “Jaren later komt ze bij mij de praktijk binnen en kijk ik in haar dossier. Daar was verder nooit een mutatie in aangebracht en dus was die mevrouw op papier al zestien jaar zwanger. Uiteraard komt zoiets niet bij het IVM terecht, maar het geeft wel aan hoe makkelijk er een vreemde situatie kan ontstaan wanneer dossiers niet goed beheerd en geborgd worden.”
Dat het nu dan uiteindelijk bij wet wordt geregeld, vindt Dik niet meer dan normaal. “Voor auto’s hebben we een wettelijk verplichte APK-keuring, voor mensen niks. Dat zegt toch genoeg?” Of elke zorgprofessional wel wil meewerken is voor Dik een uitgemaakte zaak. De wet is de wet, daar is niks vrijblijvends aan.
Het commissielid
NEN is geen onbekende voor Dik en vice versa. De norm voor het digitaal voorschrijven en ter hand stellen van medicatie (NEN 7503) bestaat geruime tijd en wordt, net zoals alle andere normen, periodiek geëvalueerd en indien nodig aangepast. Dik is al vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van NEN 7503.
Wanneer Wegiz een feit is, wordt er vanuit de wet verwezen naar de norm en dat is hoognodig: Dik kan dit niet genoeg benadrukken. “Het is heel belangrijk dat er normen zijn. Normen zorgen voor duidelijkheid en laten geen ruimte voor discussie. Het is ook goed en belangrijk dat de stem van de ICT-sector adequaat wordt gehoord. Er zijn allerlei verschillende systemen en het komt nog steeds voor dat een patiënt met een ambulance van het ene naar het andere ziekenhuis wordt gebracht met een dvd op de borst geplakt waar dan zijn medisch dossier op staat. Daar moeten we toch echt vanaf. Alle medische gegevens inclusief de medicatie moeten goed beheerd en geborgd worden en beschikbaar zijn via het landelijke schakelpunt.”
Overigens is de angst van Monkou voor grote investeringen ongegrond. “Tandartsen,” zegt Dik, “maar ook bijvoorbeeld verloskundigen die vaak medicatiegegevens willen inkijken, zijn allemaal al geautomatiseerd en hebben alleen een applicatie nodig om toegang te krijgen tot het landelijke schakelpunt. Ook bewaren ze nu het medicijngebruik van hun eigen patiënten al digitaal en ook dat is simpel aan te passen aan het landelijk systeem. Daar zijn echt geen drastische investeringen voor nodig.”
Wie schrijft NEN 7542?
De opdracht aan NEN om normen te ontwikkelen die noodzakelijk zijn voor Wegiz, is afkomstig van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). NEN heeft daarvoor diverse werkgroepen geformeerd met mensen uit de medische praktijk - zoals Dik - en de ICT- branche. Iedereen die een belang heeft bij de norm, mag meedoen. De leden van de werkgroepen stellen de normen op met de hulp van een team schrijvers. NEN begeleidt het proces en zorgt dat de norm in lijn is met nationale en Europese wet- en regelgeving.”
Normen voor medicatieoverdracht
Medicatieoverdracht is één van de geprioriteerde gegevensuitwisselingen bij Wegiz en bestaat uit vier verschillende vormen van uitwisseling:
- Digitaal voorschrijven en ter hand stellen van medicatie NEN 7503.
- Medicatie- en toediengegevens NEN 7542.
- Laboratoriumgegevens voor medicatie.
- Contra-indicatie en overgevoeligheden.
Het idee is om voor alle vier de vormen van uitwisseling normen te ontwikkelen. Voor het digitaal voorschrijven en ter hand stellen van medicatie is NEN 7503 al ontwikkeld. Voor medicatie- en toediengegevens is nu NEN 7542 in ontwikkeling. Voor de laatste twee vormen van uitwisseling zijn nog geen normtrajecten gestart.
Jaap Dik legt uit dat de ene norm organisch uit de andere voortvloeit. NEN 7503 betreft de manier van medicatie overdragen terwijl NEN 7542 gaat over de inhoud van de overdracht. Laboratoriumgegevens gaat over de gegevens die nodig kunnen zijn voor het inregelen van medicatie en nodig zijn om van een werkhypothese naar een diagnose te gaan. Contra-indicatie en overgevoeligheden gaat over de onbedoelde effecten die medicatie kan hebben.