Fontys vergroot haar maatschappelijke impact door toekomstige professionals beter in staat stellen om te handelen op het snijvlak van sociale én technische vraagstukken. Door met studenten en maatschappelijke organisaties samen te werken in leergemeenschappen, en onderzoek te doen naar voor de samenleving relevante vraagstukken, is er een structuur waarin iedereen leert. Daarvoor moeten studenten en medewerkers binnen de mensgerichte opleidingen van Fontys meer weten over hoe technologie werkt. Van de Fontys ICT-opleiding vergt dit een grotere bewustwording van de impact van de door hen ontwikkelde, innovatieve technologieën op de mens én maatschappij. Juist in deze wederkerigheid zitten de kansen voor kennisuitwisseling, synergie en innovatie, met maatschappelijke impact.
Begin 2021 presenteerde Fontys haar strategie ‘Fontys for Society’, gericht op het flexibel kunnen inspelen op de maatschappelijke ontwikkelingen. Deze strategie sluit aan bij de kennisagenda voor het hoger onderwijs 2023-2026 van het nationaal regieorgaan onderwijsonderzoek1. Dat noemt transdisciplinair werken als dé onderwijsvorm van de toekomst. Het houdt in dat er naast studenten en docenten ook maatschappelijke partners worden betrokken bij het onderwijs, het onderzoek en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke kwesties. Om samen tot een optimaal resultaat te komen, wordt bijvoorbeeld in co-creatie gewerkt met gemeentes, lokale bedrijven of maatschappelijke organisaties. Bovendien worden studenten zo voorbereid op het leveren van een duurzame bijdrage in de maatschappij, aansluitend bij de door Fontys ondertekende Sustainable Development Goals charter2.
Directeuren van de verschillende Fontys-instituten die gericht zijn op zorg en welzijn en Fontys ICT constateerden dat er al verschillende initiatieven zijn ondernomen om sociale én technische impact te vergroten, maar met weinig structurele samenwerking. Verdere transdisciplinaire vormgeving van het maatschappelijke en ICT-werkveld vraagt dus om een gecoördineerde aanpak. Om dit mogelijk te maken, is het programmateam Social and Technical Impact ingericht. Doel is om verschillende gemeenschappen te laten samenwerken aan complexe, gelaagde en sociaal-maatschappelijk relevante vraagstukken, zoals de steeds verder onder druk staande zorg aan een toenemend aantal mensen met dementie, het inzetten van games om beweegonderwijs te ondersteunen en het bijdragen aan een regionaal platform voor zelfhulp en hulp aan elkaar.
Bevindingen
Om de praktische mogelijkheden binnen Fontys verder in kaart te brengen, heeft het programmateam Social and Technical Impact medewerkers geïnterviewd, waarbij steeds is gevraagd naar bestaande initiatieven, struikelblokken en kansen die worden ervaren. Daaruit komt een aantal interessante inzichten naar voren, zoals:
- Best veel projecten binnen Fontys richten zich al op de maatschappelijke leefwereld van de mensen, maar de digitale leefwereld zou nog meer als speerpunt mogen worden gezien. De wens om de digitale leefwereld te betrekken, leeft wel bij een aantal werkveldpartners, maar wordt nog niet voldoende transdisciplinair opgepakt.
- Het valt op dat veel mensen in het onderwijs de meerwaarde erkennen van een duo-schap van zorg & welzijn en ICT in het onderwijs, maar desondanks een moeizame landing ervaren binnen de Fontys-instituten. Daarbij lijken cultuurverschillen tussen de instituten belemmerend te werken. Zo is het bij Fontys ICT gebruikelijk om de samenwerking vorm te geven op de eigen locatie, terwijl de zorg & welzijn instituten zich richten op samenwerking op de locaties van de partners. Dit maakt dat docenten van de verschillende opleidingen elkaar praktisch nooit treffen, ook niet als zij samenwerken met precies dezelfde werkveldpartner.
- Door verschillen in expertise lijkt er terughoudendheid te zijn om studenten van andere opleidingen te begeleiden. Bij de meeste zorg & welzijn-instituten zijn nog relatief weinig technologisch onderlegde docent-onderzoekers werkzaam.
- Er blijken grote verschillen te bestaan tussen Fontys-instituten in hoe wordt omgegaan met de ethische aspecten van onderzoek. De zorg- en welzijnsopleidingen kennen hiervoor al de nodige wetgeving en zijn bekend met hoe je onderzoek met mensen moet uitvoeren op een ethisch verantwoorde wijze. Voor de technische opleidingen, die in het verleden zelfstandig ontwikkelden, is dat veel minder bekend.
- Naast studenten en docenten worden partners buiten Fontys, waaronder bedrijven en gebruikers zelf, genoemd als doelgroep om op in te zetten om een transdisciplinaire vorm van samenwerking te bereiken. De minorprogramma’s bij Fontys worden gezien als de mooiste, potentiële plek om deze samenwerking vorm te geven, omdat deze gevolgd worden in de wettelijk vastgelegde vrije ruimte van een studie. Hierdoor hebben minoren minder verplichtingen om te voldoen aan beroepsspecifieke eisen, wat het eenvoudiger maakt om een programma op te stellen dat toegankelijk is voor studenten van verschillende opleidingen. Het nadeel is dat minoren beperkt zijn tot één semester in het derde leerjaar, terwijl het de wens is om gedurende de gehele opleiding transdisciplinaire projecten aan te bieden.
- De belangrijkste belemmering van transdisciplinaire projecten buiten de minoren om is het vasthouden aan bestaande lesprogramma’s. Omdat de opbouw van de lesprogramma’s per opleiding verschillen in tijd en inhoud, sluiten transdisciplinaire projecten zelden volledig aan op het bestaande programma van meerdere opleidingen. Als gevolg daarvan doen er minder studenten mee en stranden de transdisciplinaire projecten vaak vroegtijdig. De Digitale Transitieopleiding van collega Eric Slaats (zie pagina 80-81) - momenteel in oprichting - poogt dit probleem te ondervangen door studenten van hun originele studie over te laten stappen naar de transitieopleiding zodat één programma opgebouwd kan worden dat zich ijkt op een eigen beroepsprofiel.
Actiepunten
Naar aanleiding van de antwoorden in de interviews, gaat het programmateam inzetten op het versterken van de bestaande initiatieven en op het vergroten van de zichtbaarheid van de initiatieven binnen Fontys. Concreet betekent dat dat bovengenoemde Digitale Transitieopleiding praktisch wordt ondersteund door inhoudelijk mee te denken, te ontwikkelen en het onder de aandacht te brengen bij de verschillende Fontys-instituten.
Ook wordt meegewerkt aan een initiatief om ethische aspecten van het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek (zoals informed consent procedures en data storage-protocollen) verder te professionaliseren. Hiervoor wordt ook intensief de samenwerking tussen instituten opgezocht om de krachten daarin te bundelen. Zo wordt onderzocht of de Fontys Commissie Ethiek van Onderzoek - die bestaat voor zorg- en welzijnsopleidingen - uitgebreid kan worden voor andere opleidingen.
Daarnaast worden transdisciplinaire projecten op het snijvlak van zorg & welzijn en ICT bij alle betrokken instituten in kaart gebracht en worden inspanningen verricht om de zichtbaarheid van deze initiatieven te vergroten. Dit laatste wordt onder meer bevorderd door actief deel te nemen aan het Fontys IT-Festival en aan het huidige themanummer over onderwijs en technologie van ICT&health, maar ook door partners binnen andere Fontys-instituten en in het werkveld actief te motiveren tot deelname aan deze evenementen. We verwachten dat een grotere zichtbaarheid leidt tot meer deelname aan bestaande initiatieven en meer kennisdeling vanuit deze initiatieven over het succesvol opzetten van transdisciplinaire projecten.
Tot slot worden opdrachten uit bestaande netwerken waar mogelijk gekoppeld aan onderwijs, in een duoschap tussen technische en sociale experts. Deze nauwe samenwerking met het bedrijfsleven is door Fontys ICT al eerder opgezocht door bij te dragen aan het opzetten van een vereniging van zelfstandige (ICT-)bedrijven die hun innovatiekracht gebundeld hebben in een Sharing Platform for Applied Research Cooperation (SPARC, zie kader). De volgende stap is nu het in kaart brengen van potentiële ICT Partners in Innovation met sociale vraagstukken, evenals professionele werkplaatsen vanuit de sociale instituten met technische vraagstukken, en deze vraagstukken te koppelen aan teams vanuit beide instituten. Deze sociale partners hebben inmiddels ook een officiële plek gekregen binnen het partnerbeleid van Fontys ICT.
Routekaart
Kortom, de eerste stappen naar een verbinding tussen sociale én technische impact zijn gezet en het programmateam heeft een routekaart geschetst om dit te versterken en uit te bouwen. Het einddoel is nog niet in zicht. Er is nog een lange weg te gaan, waarbij ook beleidsmakers, curriculumeigenaren en externe partners meegenomen moeten worden om zodoende tot nieuwe, duurzame vormen van samenwerken te komen en flexibel in te kunnen spelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Toch hoopt het team hiermee een voorbeeld te bieden voor hoe ook andere instituten kunnen werken aan die verbinding. Iedereen die wil bijdragen aan deze ontwikkeling in het onderwijs is dan ook van harte welkom in het Fontys-netwerk.
SPARC: Sharing Platform for Applied Research Cooperation
SPARC3 is een door Fontys ICT ondersteunde coöperatie van zelfstandige (ICT-)bedrijven die hun innovatiekracht gebundeld hebben en exclusief samenwerken met lectoren, docenten en studenten van Fontys Hogeschool ICT op het gebied van onderzoek en experiment in het Fontys ICT InnovationLab.
SPARC heeft als doel om ICT gerelateerde innovaties te initiëren en te versnellen. Leden brengen onderzoeksvoorstellen in die - na goedkeuring - binnen een onderwijscontext als toegepast onderzoek worden uitgevoerd. In ruil daarvoor dragen de leden van SPARC bij aan het door SPARC beheerde Innovatiefonds van waaruit onderzoeksprojecten gefinancierd worden.
Binnen Fontys ICT leveren deze Partners in Innovation ook bijdragen aan onderzoek en innovatie van de ICT-beroepspraktijk. Ze willen de studenten nog beter leren kennen en begeleiden en tegelijk ook zelf professionaliseren door deze intensieve samenwerking.
CV
Wouter Boendermaker is docent en senior onderzoeker bij Fontys ICT op het gebied van serious games.
Pim Peeters is docent bij de Master Healthy Ageing en senior onderzoeker bij Fontys Sport en Bewegen op het gebied van samenwerking bij zorg- en welzijnsvraagstukken.