Mei is blaaskankermaand. Tijdens deze maand wordt extra aandacht gevraagd voor deze ziekte. En dat is geen overbodige luxe volgens Evelyne Cauberg, uroloog bij het Zwolse Isala ziekenhuis, aangezien blaaskanker over het algemeen minder aandacht krijgt dan andere kankersoorten. En dat terwijl het toch een vorm van kanker is die redelijk veel mensen treft.
In Nederland krijgen jaarlijks zo’n 7000 mensen te horen dat ze blaaskanker hebben. De ziekte komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en de meeste patiënten zijn ouder dan zestig jaar. Een van de eerste symptomen van blaaskanker is bloed in de urine. Wat veel mensen niet weten, is dat roken een belangrijke risicofactor is voor het krijgen van blaaskanker. De blaas is namelijk een soort reservoir dat urine zo’n drie à vier uur opslaat. De giftige stoffen die door het roken in de urine zitten, werken in op de blaaswand en kunnen op den duur blaaskanker veroorzaken.
Kwaadaardige tumoren in de blaas zijn onder te verdelen in oppervlakkig en invasief. Oppervlakkig betekent dat de tumor beperkt is tot het slijmvlies of iets daaronder. Invasief houdt in dat de tumor ingegroeid is in de spier. De behandeling en vooruitzichten zijn voor beide types verschillend. Cauberg: “De meeste mensen hebben een oppervlakkige blaastumor. In dat geval kunnen we de tumor vaak operatief verwijderen. Soms zijn er nog aanvullende blaasspoelingen nodig. Daarna controleren we de patiënt regelmatig door een kijkonderzoek van de blaas te doen. Bij een invasieve tumor is vaak een meer ingrijpende behandeling nodig. In die gevallen verwijderen we de blaas via een operatie of wordt de blaas bestraald, meestal in combinatie met chemotherapie.”
Oncologienetwerk Veluwe IJssel
Dankzij allerlei ontwikkelingen op het gebied van blaaskankerzorg kan de ziekte echter steeds beter behandeld worden. Een van die ontwikkelingen is een regionaal samenwerkingsverband met de naam Oncologienetwerk Veluwe IJssel. Cauberg: “Binnen dit netwerk werken zorgverleners van Deventer Ziekenhuis, Gelre ziekenhuizen, Isala en Radiotherapiegroep met elkaar samen. Dat gebeurt per tumorsoort in tumorwerkgroepen. Elke week bespreken we samen welke behandeling het meest geschikt is voor onze blaaskankerpatiënten. Ook delen we onze kennis omtrent behandelingen, onderzoek of de nieuwste ontwikkelingen met elkaar.”
Robotchirurgie
Binnen deze samenwerking is afgesproken dat alle blaasverwijderingsoperaties in Isala worden gedaan. Ook als de patiënt bij een ander ziekenhuis van het netwerk onder behandeling is. Cauberg: “Het voordeel hiervan is dat we in Isala een goed op elkaar ingespeeld en toegewijd team hebben, zowel op de operatiekamer als op de afdeling. De voor- en nazorg gebeurt gewoon in het eigen ziekenhuis van de patiënt.” Cauberg is een van de drie urologen die deze blaaskankeroperaties in Isala uitvoert. Sinds ruim een jaar wordt hierbij een operatierobot gebruikt. De inzet van de robot zorgt over het algemeen voor minder bloedverlies, een sneller herstel en daarmee ook een kortere opnameduur.
In 2019 was het Máxima MC een van de eerste ziekenhuizen dat robotchirurgie inzette bij een blaasverwijdering. En ook de urologen van twee Brabantse ziekenhuizen, het Bravis en Amphia, besloten rond die periode nauw te gaan samenwerken voor de behandeling van blaaskanker met behulp van robotchirurgie. Eind vorig jaar maakten ze bekend dat de verwachting dat het opereren met een robot veel voordelen biedt, werd ingelost.
Veelbelovende ontwikkelingen
De blaaskankerzorg is volop in ontwikkeling. Zo kunnen bij sommige patiënten de controles tegenwoordig met een urinetest (Epicheck) worden gedaan. Deze urinetest vervangt dan het kijkonderzoek van de blaas. Dat is voor patiënten natuurlijk een prettige ontwikkeling.
Andere ontwikkelingen hebben betrekking op de behandeling met bestraling in combinatie met chemotherapie. Waar chemotherapie voorheen tijdens een dagopname werd gegeven, kan de patiënt tegenwoordig thuis een tablet innemen. En de bestraling is preciezer geworden. De uroloog markeert het tumorgebied met een speciale vloeistof in de blaaswand, zodat de bestraling heel doelgericht kan plaatsvinden.
Tot slot zijn er diverse veelbelovende studies. Zo doet de urologie mee aan een landelijke studie die zich richt op prehabilitatie. Hierbij worden patiënten voorafgaand aan een operatie begeleid bij het stoppen met roken, gezond gaan eten en meer bewegen. Dit draagt bij aan een sneller en beter herstel.