Op dit moment loopt een onderzoek naar de rol van CT-scans bij de behandeling van COVID-19. Wetenschappers van alle academische ziekenhuizen, het VieCuri en Zuyderland, analyseren daarvoor de resultaten van de CT-scans van zo'n 1000 COVID-patiënten. Het onderzoek moet een bijdrage leveren aan het gerichter en sneller behandelen van de ziekte. Daarnaast verwachten de wetenschappers ook dat het onderzoek leidt tot een betere voorspelling van het ziekteverloop.
Sinds het begin van de COVID-19 pandemie is de benadering en behandeling van de ziekte al meerdere keren, onder andere door voortschrijdend inzicht en voortdurend onderzoek, aangepast. In eerste instantie lag de focus met name op het toedienen van zuurstof en/of beademing. Later bleken ook bepaalde onstekingsremmers en andere medicijnen een positief effect te hebben. Die bleken voor sommige patiënten echter vervelende bijwerkingen te hebben en waren bovendien vaak erg duur. Het gebruik van informatie uit CT-scans moet nieuwe inzichten opleveren.
Informatie uit CT-scans
Met het onderzoek, waarbij dus gebruik gemaakt wordt van informatie uit de CT-scans van ongeveer 1000 COVID-19 patiënten, willen onderzoekers een beter beeld van het ziekteverloop, herstel en klachten op langere termijn krijgen. Doel is om een goede inschatting te kunnen maken van welke patiënten baat hebben bij bepaalde medicatie en op die manier opnames op de intensive care te kunnen voorkomen.
Daarvoor wordt de informatie uit de CT-scans gerelateerd aan ziekteverloop, laboratoriumwaarden, opnameduur, behandelvorm en complicaties. Daarbij wordt met name gebruik gemaakt van informatie die verzameld is van patiënten uit eerdere coronagolven. Er wordt echter ook onderzocht of de resultaten van waarde zijn voor patiënten die in de huidige coronagolf, die veelal besmet zijn met de omikron-variant van het virus.
De CT-scans geven ook informatie over spiermassa, spierkwaliteit en massa en verdeling van vetweefsel. Informatie die relevant is voor de algehele conditie van de patiënt, maar ook voor het ziekteverloop en de ervaren ziektelast. Om de gevolgen en het verloop van de ziekte op langere termijn te kunnen onderzoeken - en de meerwaarde die informatie uit CT-scans daarbij mogelijk heeft - worden ook scans gemaakt drie maanden en een jaar na de COVID-19 diagnose.
Experimenteel onderzoek
Naast de 'standaard' CT-scans wordt binnen het onderzoek ook een nieuw soort CT-scan gemaakt worden. Dit is de zogenoemde FAPI PET/CT-scan. De PET/CT-scan, die onder andere ingezet wordt bij het zoeken naar moeilijk detecteerbare tumoren of andere kleine afwijkingen, onderscheidt zich van zijn voorgangers in die zin dat het gedeelte van het lichaam dat in één keer gescand kan worden.
Met de FAPI PET/CT-scan kan bepaald worden of afwijkingen die enkele maanden na herstel waargenomen worden, veroorzaakt zijn door blijvende ontsteking of door beginnende verlittekening in de longen. Dit biedt nieuwe inzichten voor de behandeling van restklachten en afwijkingen enkele maanden na ontslag. De eerste resultaten van het onderzoek, dat in september gestart is, worden in de loop van 2022 verwacht.