Isala Hartcentrum wil thuismonitoring ICD-patiënten uitbreiden

di 10 december 2019 - 08:00
Isala-ziekenhuis-overdag
Monitoring
Nieuws

Voor patiënten met een ICD (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator) wil Isala Hartcentrum de thuismonitoring uitbreiden. Nu worden ongeveer vijftig tot zestig procent van de ICD-dragers thuis gemonitord en over twee jaar moet dit zo’n tachtig à negentig procent zijn.

Net als een pacemaker zorgt een ICD voor een stabiel hartritme. Daarnaast kan het apparaat ingrijpen bij gevaarlijke ritmestoornissen en daarmee een hartstilstand voorkomen. Bij patiënten die thuismonitoring hebben, staat op het nachtkastje een apparaatje dat iedere nacht de metingen van de ICD doorstuurt naar een server van de leverancier. Vanuit daar gaan de gegevens naar Isala Hartcentrum. 

“Iedere ochtend checken de ICD- en pacemakertechnici al die metingen. Functioneren de draden goed? Zijn er ritmestoornissen? Geen bericht is goed bericht. Als er wel een melding is, kijken zij wat er aan de hand is. Is het iets technisch of moet een cardioloog misschien even meekijken?”, zegt cardioloog Peter Paul Delnoy.

Meer kwaliteit

Door meer patiënten op te nemen in de thuismonitoring hoopt Delnoy dat mogelijke problemen eerder worden gezien. En dat bij stabiele patiënten met weinig klachten één controle per jaar volstaat. Volgens hem past het bij de visie van het Isala hartcentrum dat ziekenhuiszorg thuis kan worden geboden waar dit kan. Patiënten die thuismonitoring hebben, vinden dat prettig, stelt hij.

“In plaats van eens per half jaar, wordt je ICD iedere dag uitgelezen. En mocht je iets voelen, dan kun je tussendoor - door een druk op de knop van het thuismonitoringskastje - ook je ICD laten uitlezen. Na een telefoontje met Isala Hartcentrum weet je dan meteen of er iets aan de hand is of niet. Het is overigens niet zo dat patiënten zonder thuismonitoring niet goed beschermd zijn. Zie het vooral als een extra service.”

“Hartfalen al enkele weken van tevoren voorspellen”

Met een ICD kun je veel gegevens registreren en met die gegevens zou je hartfalen kunnen voorspellen waardoor je eerder kunt ingrijpen, denkt Delnoy. Bij patiënten met hartfalen is bijvoorbeeld de variatie tussen hartslag in rust en in beweging kleiner. Een andere aanwijzing is minder bewegen omdat dit meer moeite kost.

“Daarnaast zou je de ademhaling kunnen tellen. Tot slot kun je nog meten of er vocht in de longen zit. Als je al deze aanwijzingen meet en combineert zou je een toename van hartfalenklachten enkele weken van te voren al kunnen voorspellen. Door medicatie vervolgens op tijd aan te passen, kunnen dan mogelijke hartfalenopnames voorkomen worden.”