Digitale toegankelijkheid voor iedereen. Dat is het doel van een reeks bestaande en nieuwe plannen van de overheid, schrijft staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in een brief aan de Tweede Kamer. In de Kamerbrief over digitale inclusie stelt Knops dat BZK de komende drie jaar gemiddeld 5,6 miljoen euro per jaar uittrekt om er voor te zorgen dat iedereen mee kan komen in de digitalisering van de samenleving. Onder de belangrijkste acties voor digitale inclusie valt ook het programma ‘Onbeperkt Meedoen ’van het ministerie van VWS.
'We communiceren in Nederland steeds meer digitaal', schrijft Knops in de Kamerbrief. ‘Dat heeft een grote invloed op het leven van iedereen. Technologie kan ons land klaarmaken voor de toekomst. Het biedt kansen. Maar voor veel mensen gaan de ontwikkelingen erg snel. Daar moeten we rekening mee houden. We gaan ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen in de digitale samenleving. Ook de mensen die extra hulp nodig hebben.'Problemen door digitalisering
Knops wijst er op dat rond de 2,5 miljoen Nederlanders laaggeletterd zijn. Eenzelfde aantal vindt het moeilijk om te werken met digitale apparaten, zoals een computer, smartphone of tablet. 1,2 miljoen Nederlanders hebben nog nooit internet gebruikt, aldus de staatssecretaris. Ook op het werk zorgt digitalisering vaak voor problemen. Soms zorgt het ervoor dat mensen hun werk niet goed kunnen doen. Stichting Pharos heeft vergelijkbare cijfers en voegt daar aan toe dat één op de drie Nederlanders beperkte gezondheidsvaardigheden heeft. Reden om samen te werken met het in Leiden gevestigde onderzoeksinstituut NeLL om te kijken welke e-health toepassingen ook voor deze groep geschikt zijn of gemaakt kunnen worden, zoals de app StopAdvisor die begin 2019 uitgerold wordt bij vijf gemeenten.Digitale inclusie
Afgelopen zomer heeft Knops de Tweede Kamer al laten weten dat de overheid met digitale inclusie aan de slag gaat. Inmiddels zijn er twee overkoepelende plannen opgesteld: de ‘Nederlandse Digitaliseringsstrategie’ en de ‘Agenda Digitale Overheid: NL DIGIbeter’. Een belangrijk doel van deze plannen is: iedereen kan meedoen in de (digitale) samenleving (digitale inclusie). 'We willen voorkomen dat mensen worden buitengesloten,' schrijft Knops. 'Daarvoor is het nodig dat digitale diensten veilig zijn en dat mensen dat weten. Zodat ze digitale diensten ook vertrouwen. De overheid moet digitale diensten beter laten aansluiten op de gebruiker. Daarom gaan we inspelen op wat mensen willen en wat ze nodig hebben.' Daarbij wordt er ook samengewerkt met onderwijs, wetenschappelijke instellingen en het bedrijfsleven. Ook wordt er gekeken naar goede voorbeelden uit het buitenland. Een voorbeeld is ‘The Good Things Foundation’ in het Verenigd Koninkrijk. Daarin werken organisaties, overheden en bedrijven samen aan het beter helpen van mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en digitalisering. Dat doen ze door cursussen aan te bieden op verschillende plekken en goed te kijken naar de effecten die verschillende werkwijzen hebben.Aanpassing wetgeving
Verder wordt er gekeken naar aanpassing van bestaande of naar nieuwe wetgeving. Zo is er sinds 1 juli 2018 een wet om websites en apps toegankelijker te maken. Die wet geldt voor gemeenten, provincies, ministeries en andere overheidsorganisaties. Ook moeten overheidsorganisaties vertellen wat ze hebben gedaan om hun websites en apps toegankelijker te maken. Dat moet in een speciale verklaring, de ‘toegankelijkheidsverklaring’. Er zijn vier hoofddoelen bepaald in het kader van digitale inclusie:- Digitale diensten voor iedereen makkelijker maken.
- Mensen helpen om met digitalisering om te gaan.
- Uitleggen wat de gevolgen van digitalisering zijn.
- Samenwerken met bedrijven en andere organisaties.