Een van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid is resistentie tegen antibiotica. Dankzij financiering van Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kunnen er vier projecten worden gedaan die op zoek gaan naar nieuwe antibiotica. Zo richt het NACTAR-programma zich op onderzoek naar nieuwe bronnen en alternatieven voor antibiotica. Samen met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is in totaal bijna 1,6 miljoen euro beschikbaar gesteld om de onderzoeken te kunnen doen.
Met het onderzoeksbudget wordt een viertal studies uitgevoerd waarbij de werking van nieuwe antimicrobiële stoffen en methoden wordt gevalideerd. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan de genezing van ziekten die worden veroorzaakt door bacteriën waartegen de huidige medicijnen en antibiotica niet meer werken.
Bacteriofagen en super bacteriën
Een veel belovend alternatief voor behandeling van antibioticaresistente, bacteriële infecties is het gebruik van bacteriofagen. Dit zijn virussen die bacteriën kunnen doden. Hoewel recentelijk is ontdekt dat bacteriën afweermechanismen verzamelen om zich tegen de fagen te beschermen, is ook ontdekt dat fagen op hun beurt mechanismen voor een tegenaanval hebben ontwikkeld. In de studie ‘Training phages to overcome bacterial defense barriers’ willen onderzoekers de mechanismen van de tegenaanval combineren en fagen zo aanpassen dat die werkt tegen veel verschillende bacteriële stammen met verschillende afweermechanismen. Zo’n breed inzetbare faag is een belangrijke stap in de klinische toepassing van faagtherapie.
In een ander project gaan onderzoekers van de Universiteit Leiden werken aan de verdere ontwikkeling van een nieuw antibioticum, ook wel bekend als EVG7. EVG7 bezit krachtige antibacteriële activiteit tegen gevaarlijke ‘superbacteriën’, waaronder medicijnresistente pathogenen zoals methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) en vancomycine-resistente enterokokken (VRE). Dit onderzoek moet uitwijzen of EVG7 veiliger is dan de huidige gebruikte antibiotica, die vaak ongewenste bijwerkingen hebben.
Veelvuldig antibioticagebruik
Veelvuldig antibioticagebruik bij terugkerende urineweginfecties is een belangrijke oorzaak van antibioticaresistentie. Een van de mogelijke oorzaken van urineweginfecties is dat er onvoldoende lokale afweer wordt ontwikkeld bij een eerste infectie. Er wordt dus geen goede bescherming opgebouwd tegen een volgende infectie. Stimulatie van de lokale afweer (trained immunity) zou urineweginfecties kunnen verminderen en hiermee ook het gebruik van antibiotica kunnen tegengaan.
BCG (Bacillus Calmette-Guérin) blaasspoelingen zijn effectief tegen blaaskanker door trained immunity. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat BCG ook bescherming biedt tegen infecties. Het project ‘Trained immunity to prevent recurrent urinary tract infections’ wordt bij muizen het effect van BCG blaasspoeling op urineweginfecties en de afweerontwikkeling onderzocht.
Nieuwe generatie antibiotica
In de studie ‘Next-generation Antisense Antibiotics’ gaan onderzoekers de ontwikkeling van een 'next-generation' antibioticum bevorderen door preklinische studies uit te voeren, waaronder toxiciteits-, farmacokinetische en in vivo werkzaamheidstests. Het antibioticum maakt gebruik van de eigen cellulaire machinerie van bacteriën om antimicrobiële verbindingen te leveren.
Overigens wordt ook Artificial Intelligence ingezet bij het ontstaan van antibioticaresistentie. Een studie van de Charles III Universiteit van Madrid heeft anderhalf jaar geleden een onderzoek gedaan om met behulp van AI trends te vinden. Met die trends kon vervolgens worden bepaald welke medicatie bij welke patiënt het beste kan worden gebruikt.