Bijna de helft van de mensen die wachten op een behandeling in de geestelijke gezondheidszorg (ggz), maakt gebruik van alternatieve ondersteuning tijdens die wachttijd. Toch blijkt dat huisartsen en POH’s-GGZ patiënten hierin weinig wegwijs maken. De oorzaak? Onbekendheid en twijfels over het beschikbare aanbod buiten de reguliere zorg. Dat blijkt uit recent onderzoek van het Nivel en Trimbos-instituut, in samenwerking met MIND.
De wachttijden binnen de ggz blijven ook in 2024 aanhoudend lang. Die wachttijd heeft niet alleen impact op patiënten zelf, maar ook op hun naasten en de professionals in de eerstelijnszorg. In het onderzoek werd duidelijk dat patiënten gevoelens van frustratie, angst en hopeloosheid ervaren. De langere wachttijd kan leiden tot een verergering van de psychische klachten. Ook naasten vertelden over de negatieve gevolgen, zoals emotionele overbelasting en slaapproblemen.
Omdat verwijzingen naar aanvullende hulp buiten de praktijk vaak uitblijven, geven praktijkondersteuners en huisartsen vaak zelf overbruggingszorg. Dat zorgt voor toenemende werkdruk én gemengde ervaringen bij de patiënten. Hoewel patiënten de laagdrempelige steun waarderen, missen zij regelmatig de juiste expertise. Naasten van patiënten blijven bij die laagdrempelige zorg vaak volledig buiten beeld, terwijl ook zij ondersteuning nodig kunnen hebben.
Alternatieven overbruggingszorg
Buitende huisartsenpraktijk is er volgens het onderzoek een breed aanbod van wachttijdondersteuning. Voorbeelden hiervan zijn: herstelgroepen, eHealth-modules of initiatieven van ervaringsdeskundigen. Toch is de bekendheid met dit aanbod onder huisartsen en POH’s-GGZ gering. Ook bestaan er twijfels over de kwaliteit en de wetenschappelijke onderbouwing van deze initiatieven.
Bovendien blijkt dat veel patiënten, hun naasten en zorgverleners geen duidelijk overzicht hebben van de beschikbare ondersteuning. Dat maakt het lastig om passende hulp te vinden. Een betere samenwerking tussen de huisartsenpraktijk, ggz-instellingen en het sociaal domein is volgens de onderzoekers essentieel om deze knelpunten aan te pakken. Hoewel wachttijdondersteuning potentie biedt, vooral als aanvulling of tijdelijke overbrugging, zijn er ook risico’s.
Niet alle initiatieven zijn toegankelijk voor kwetsbare patiënten. Belemmeringen zoals beperkte digitale vaardigheden, afhankelijkheid van eigen financiering of een stabiele psychische toestand sluiten sommige mensen uit. Juist mensen met complexe problematiek lijken het langst te wachten en lopen zo het grootste risico.
Structurele inzet blijft noodzakelijk
Zowel patiënten als zorgverleners pleiten voor blijvende aandacht voor het terugdringen van de ggz-wachttijden. Tegelijkertijd vragen zij om meer inzicht in de kwaliteit en de effectiviteit van alternatieve ondersteuning. Zo ontstaat er ruimte om psychische problematiek breder te benaderen, ook buiten de muren van de ggz.
Dit eenjarige onderzoek werd uitgevoerd in 2024 en gefinancierd door ZonMw, Kennisprogramma Huisartsgeneeskunde. In deel 1 van het onderzoek, dat al eerder is gepubliceerd, werd een inventarisatie gemaakt van in totaal 40 publicaties in de wetenschappelijke en ‘grijze’ literatuur over de impact van de ggz-wachttijden.
In deel 2 werden een vragenlijstonderzoek, focusgroepen en interviews georganiseerd onder wachtende patiënten, hun naasten, POH’s-GGZ, huisartsen en experts uit huisartsenzorg, ggz en cliëntenorganisaties. Daarbij werd ook een overzicht opgesteld van bestaande ondersteuningsinitiatieven. Dit biedt handvatten voor huisartsenpraktijken om patiënten gerichter te kunnen verwijzen.
In maart van dit jaar werd ook bekend dat de ’landelijke tafel cruciale ggz’ zich gaat inzetten voor betere toegankelijkheid van cruciale geestelijke gezondheidszorg. Cruciale ggz is gespecialiseerde zorg voor mensen met hoogcomplexe psychische problemen. De bij het project betrokken partijen gaan regio’s ondersteunen bij het verbinden van zorgvraag en zorgaanbod.