Het Noord-Brabantse Bravis ziekenhuis zet sinds kort telemonitoring in om de behandeling van patiënten met het Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS) op afstand te volgen. Doel van deze pilot is om er voor te zorgen dat mensen minder vaak naar het ziekenhuis moeten voor controle. De eerste resultaten zouden positief zijn.
Bij OSAS stopt de ademhaling in de slaap, waardoor zuurstoftekort kan ontstaan. Het Bravis ziekenhuis (met locaties in onder meer Bergen op Zoom, Roosendaal en Etten-Leur) gebruikt voor patenten die hiervoor onder behandeling zijn de CPAP-therapie. Hierbij draagt de patiënt ‘s nachts een masker dat er voor zorgt dat de luchtwegen open blijven.
Sinds kort kan in het Bravis ziekenhuis de behandeling van deze patiënten op afstand gevolgd en bijgestuurd worden via telemonitoring. Miranda de Klerk, OSAS- en longverpleegkundige in het ziekenhuis, licht dit toe: “We kunnen in het ziekenhuis via speciale software de gegevens van het Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) apparaat aflezen. De resultaten bespreken we telefonisch met de patiënt. Aanpassingen, bijvoorbeeld een wijziging in de luchtdruk, kunnen we direct doorvoeren.
Minder reizen, kortere consulten
Telemonitoring van de CPAP-behandeling zorgt ervoor dat patiënten minder vaak voor controle naar het ziekenhuis hoeven. ook duurt een telefonisch consult gemiddeld een kwartier korter dan een fysiek consult. Dat biedt tijdsbesparing en minder rompslomp voor patiënten, terwijl OSAS-verpleegkundigen meer ruimte in hun spreekuur krijgen.
Volgens De Klerk zijn patiënten met OSAS positief over de telemonitoring. “De behandeling wordt als minder belastend ervaren, omdat de patiënt vaker thuis kan blijven. Ook gaat de communicatie soepeler: het is voor de patiënt makkelijker om zijn ervaringen te vertellen, als ik de gegevens bij de hand heb en snel het probleem en eventuele ingrepen kan beoordelen.”
Eerdere diagnose slaapapneu
Zorgverzekeraar Zilveren Kruis, dat onder meer op telemonitoring inzet om ziekenhuiszorg meer naar de thuissituatie te brengen, biedt sinds kort de mogelijkheid om via sensortechnologie te onderzoeken of mensen last hebben van slaapapneu. Naar schatting hebben 600.000 mensen in Nederland slaapapneu, waarvan er 200.000 behandeld worden.
De aandoening veroorzaakt vaak bijkomende ziekten, waarvan de oorzaak niet bekend is omdat er geen diagnose van slaapapneu is. Die diagnose en daarmee de juiste behandeling moet met behulp van de sensortechnologie eenvoudiger gesteld worden.