Maasstad haalt VIPP A3: meer opties patiëntportaal

di 6 augustus 2019 - 08:04
doctor with laptop and woman patient at hospital
Databeschikbaarheid
Nieuws

Het Maasstad Ziekenhuis heeft een doelstelling behaald van de VIPP-module A3. De doelstelling betreft extra mogelijkheden van een patiëntportaal. Het Rotterdamse ziekenhuis heeft deze doelstelling onder meer gehaald door digitale vragenlijsten toe te voegen aan Mijn Maasstad Ziekenhuis. VIPP is het stimuleringsprogramma voor ziekenhuizen en categorale instellingen om digitale informatie aan patiënten beschikbaar te stellen.

Bij de Pijnkliniek van het ziekenhuis vult ruim de helft van de patiënten de digitale vragenlijsten op patiëntportaal Mijn Maasstad Ziekenhuis in. Zij kunnen dit doen waar en wanneer zij maar willen. Dit biedt zowel hen als behandelaars voordelen, zoals snellere toegankelijkheid tot gegevens. “Vroeger moesten patiënten voor het ziekenhuisbezoek papieren vragenlijsten invullen en zag ik de antwoorden pas tijdens het gesprek met de patiënt”, vertelt Gusta Fennis-de Vries, verpleegkundig specialist en teamleider van de Pijnkliniek. “Als ik nu mijn spreekuur voorbereid, weet ik al hoe het met de patiënt gaat.”

Betere kwaliteit, veiligheid zorg

Omdat de vragenlijsten digitaal zijn, is het ook makkelijker om de informatie van verschillende vragenlijsten te vergelijken, vult Fennis-de Vries aan. “Met deze informatie kan ik het gesprek met de patiënt veel beter voorbereiden. Een ander belangrijk voordeel is dat de vragenlijsten niet meer hoeven te worden overgetypt en is het ook minder foutgevoelig. Dit draagt dus bij aan de kwaliteit en veiligheid van de zorg.”

Het VIPP-programma is bedoeld om te voldoen aan wetgeving die stelt dat uiterlijk in 2020 alle Nederlanders digitaal toegang moeten hebben tot hun medische gegevens. Het betreft de Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg, waarvan de eerste helft in 2017 is ingegaan. Daarnaast wil de overheid digitale gegevensuitwisseling in de zorg vanaf 2021 gaan verplichten. Hier wordt door VWS met betrokken partijen in 13 pilotprojecten (zoals informatie-overdracht tussen ambulance en SEH) al aan gewerkt.

Het patiëntportaal Mijn Maasstad Ziekenhuis is inmiddels bijna drie jaar beschikbaar voor patiënten en is in de loop van de jaren uitgebreid. “De digitale vragenlijsten zijn vast onderdeel geworden van het behandeltraject bij de Pijnkliniek” stelt Colinda Tijssen, programmaleider Gezamenlijke Zorg Dichtbij, waaronder Mijn Maasstad Ziekenhuis valt. “Het is een goed voorbeeld hoe je e-health integreert in het zorgtraject.”

VIPP A3: extra opties patiëntportaal

VIPP (Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional) is het digitale stimuleringsprogramma voor ziekenhuizen. Het betreft modules voor patiënt en informatie (A1-3) en Patiënt en medicatie (B1-2). A3 is een extra stap om te realiseren voorafgaand aan het einde van de subsidiedatum (31 december 2019).

Deelnemers aan A3 (15 ziekenhuizen en acht categorale instellingen) moeten drie van de vijf subdoelstellingen realiseren. Het Maasstad Ziekenhuis had volgens een woordvoerster van brancheorganisatie NVZ gekozen voor subdoelen 1, 4 en 5: het toevoegen van een medische e-health interventie aan het patiëntenportaal - de vragenlijst van de Pijnkliniek -, een overzicht van zorgprofessionals dat het EPD heeft geraadpleegd en de mogelijkheid om medicatie aan te passen.

Veelal zijn instellingen die aan module A3 meedoen voorlopers die doelstelling A1 al hadden gerealiseerd toen het VIPP-programma begon. Naast Maasstad haalden Ziekenhuis St Jansdal, Medisch Centrum Leeuwarden en Maxima MC module A3 al.

De vijf subdoelstellingen zijn:

  1. het patiënt(en)portaal van het ziekenhuis beschikt over een functionaliteit om output van medische e-health interventies toe te voegen. Output betreft informatie van de patiënt in een app. Te denken valt aan zelfmetingen voor glucose, hartfalen of diabetes dagboeken). Minimaal één medische interventie is daadwerkelijk toegevoegd en wordt bij tenminste 5 procent van de doelgroep gebruikt.
  2. tenminste 25 procent van de patiënten gebruikt het patiënt(en)portaal of de link naar een PGO. Dit wordt gemeten over een periode van 30 dagen voorafgaand aan het aanvragen van de toetsing (onderdeel H).
  3. het ziekenhuis heeft de Medmij standaard op een zodanig wijze geïmplementeerd dat het voor patiënt mogelijk is om de medische gegevens volgens de standaard over te zetten naar het PGO van de patiënt.
  4. het patiënt(en)portaal of de link naar een PGO bevat een overzicht van de zorgprofessionals die in de afgelopen 180 dagen het EPD van de patiënt hebben geraadpleegd.
  5. het patiënt(en)portaal of de link naar een PGO bevat een overzicht van de bij het ziekenhuis bekende medicatie van de patiënt en de patiënt kan via het portaal of het PGO een verzoek tot aanpassing of aanvulling daarvan doen.