Patiënten van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven die een beroerte (CVA) hebben gehad, hoeven sinds een halfjaar minder vaak naar het ziekenhuis voor routinecontroles dankzij thuismonitoring. Verpleegkundigen houden dan op afstand in de gaten hoe het met de patiënt gaat. Neuroloog Bart van Nuenen van het Catharina Ziekenhuis blikt terug op het eerste halfjaar.
De thuismonitoring vindt plaats op basis van vragenlijsten die patiënten op afgesproken tijden invullen via een speciale app. De vragen gaan over klachten die kunnen optreden na een beroerte. Daarnaast geeft de app ook tips over hoe patiënten met die klachten kunnen omgaan. Volgens Van Nuenen is de app even eenvoudig in gebruik als WhatsApp.
Het Catharina Ziekenhuis monitort niet alleen patiënten die een beroerte hebben gehad thuis, maar ook patiënten met COPD, covid, influenza, zwangerschapsdiabetes en hartfalen. Dit gebeurt door gespecialiseerde monitoringsverpleegkundigen vanuit een speciaal Monitoringscentrum. Aan de meetwaarden die patiënten doorgeven via de app zien de verpleegkundig of het herstel van de patiënten goed gaat. Wanneer dat niet het geval is dan schakelen de monitoringsverpleegkundigen snel met de betreffende ziekenhuisafdeling hierover. Op deze manier kunnen ook onnodige ziekenhuisopnames worden voorkomen.
Sneller ingrijpen
Volgens Van Nuenen heeft thuismonitoring twee grote voordelen. Zo kunnen patiënten in de eerste weken na een infarct veel beter in de gaten worden gehouden dan voorheen. Voorheen kwamen patiënten pas zes weken na het infarct op controle. In die weken konden er al allerlei klachten zijn ontstaan, zoals vermoeidheid, concentratieproblemen of depressieve gedachten.
Van Nuenen: “Patiënten trokken vaak niet aan de bel, maar spaarden dat soort vragen op tot de controle. Nu kunnen we meteen helpen als zulke klachten optreden. De app geeft tips en informatie en patiënten kunnen vragen stellen aan verpleegkundigen. Dat stelt hen gerust en we krijgen er veel positieve reacties op van patiënten.”
Controleafspraak niet nodig
Twee weken voor de controleafspraak krijgen patiënten de vraag of ze die door willen laten gaan. Van Nuenen ziet in de praktijk dat patiënten dat steeds vaker niet meer nodig vinden. Of ze kiezen voor een telefonisch consult. Van Nuenen: “Dat is prettiger voor de patiënt. Die hoeft dan niet naar het ziekenhuis te komen om na tien minuten te horen dat alles goed is. En ook voor artsen en verpleegkundigen is het prettiger. Zij kunnen zo meer patiënten helpen in dezelfde tijd en beter aan de stijgende zorgvraag blijven voldoen.”
Uiteraard is thuismonitoring niet voor alle patiënten geschikt. Dit geldt met name voor oudere patiënten die geen mobiele telefoon hebben. Dat is nog altijd een flinke groep. Voor hen blijft de zorg na een beroerte gewoon zoals die was.
Centraal monitoringcentrum
Steeds meer ziekenhuizen schakelen over naar thuismonitoring. In Noordwest is op 29 februari een centraal monitoringscentrum geopend voor Noord-Holland. Alle gegevens die ziekenhuispatiënten via thuismonitoring doorgeven, komen samen in het monitoringscentrum. Vervolgens worden daar de gegevens beoordeeld door een vast team van verpleegkundigen. Die kunnen bekijken wat de eventuele vervolgacties moeten zijn. Het centraal monitoringscentrum is de opmaat voor de Regionale Zorg Service Centrale, waar straks digitale zorg en thuismonitoring in de regio zullen samenkomen.