Zorggroep Elde Maasduinen heeft afgelopen week zorgrobot SARA in gebruik genomen. Daarmee is Elde het derde verpleeghuis waar SARA het zorgpersoneel ondersteund. De ontwikkelaar van de robot, Bright Cape, werkt nauw samen met verpleeghuizen zodat SARA een steeds grotere bijdrage kan leveren aan de daadwerkelijke behoeften in de zorg.
Uiteindelijk moeten robots als SARA ingezet kunnen worden als volwaardige collega van het zorgpersoneel. Daarvoor wordt gewerkt aan een zorgrobot die patiënten niet alleen gezelschap kan houden in de vorm van muziek, spelletjes, verhalen vertellen of het bevorderen van contact met familie en medebewoners.
Zorgrobot biedt ook echte zorg
Het doel is dat SARA, en andere zorgrobots, ook daadwerkelijk zorg kunnen bieden, in de vorm van gymnastiek oefeningen of hersentraining, maar ook kunnen 'zien', en waarschuwen, wanneer iemand valt of onrustig wordt. Daarnaast werkt de ontwikkelaar van SARA ook aan modules die de zorgrobot in staat stellen patiënten te ondersteunen bij het (tijdig) gebruiken en innemen van medicatie.
SARA is niet de enige zorgrobot die in steeds meer zorginstellingen zijn opwachting maakt. Zo wordt Robot Phi onder andere getest in de gehandicaptenzorg en ging Nao enkele weken geleden aan de slag op de Geriatrische Trauma Unit van het Reinier de Graaf ziekenhuis. Het CBS becijferde in oktober dat in 2018 bij 1 procent van de zorginstellingen robotica ingezet werd.
Robotvaardig personeel is een voorwaarde
Het toenemende gebruik van zorgrobots vereist, op kwalitatief goede zorg te kunnen leveren, een heldere rolverdeling tussen zorgprofessional en robot. Daarover schreef Xenia Kuiper, programmamanager sociale robotica bij Philiadelphia Zorg onlangs in ICT&Health Magazine het volgende.
"Er moet antwoord worden gegeven op vragen als: tot waar gaat het takengebied van de robot, vanuit welke uitgangspunten en volgens welke kwaliteitsafspraken handelt hij? Om die reden is het belangrijk dat je als zorgprofessional weet hoe een robot functioneert. Je moet zogezegd robotvaardig zijn. Dit betekent dat je in grote lijnen moet weten hoe een robot tot zijn handelingen komt, naast uiteraard de benodigde vaardigheden om hem te kunnen bedienen."
"De robot kan zijn werk alleen goed doen als de zorgprofessional de robot van toegevoegde waarde laat zijn, door deze van de juiste instructies te voorzien. De regie ligt bij de zorgprofessional. Die moet inzicht hebben in hoe de robot informatie verzamelt, wat de robot daar vervolgens mee doet en wat het eindresultaat daarvan betekent. Anders kan een zorgprofessional niet inschatten of je op de robot kunt vertrouwen of wat de kwaliteit van zorg vanuit de robot is", aldus Xenia Kuiper.