Corona heeft voor een verandering op het gebied van e-health en digitalisering gezorgd die niemand voor mogelijk had gehouden: digitaal patiëntcontact is in veel geledingen van de zorg ineens de norm in plaats van de uitzondering. Welke lessen trekken we daaruit voor de toekomst? In de eerst komende ICT&health vragen we het aan drie technologie- en digitale experts uit diverse geledingen in en rondom de zorg.
Zowel Marcel Heldoorn (manager digitale zorg bij Patiëntenfederatie Nederland) als Danny Mekić (technologie- en innovatie-expert) vinden het begrijpelijk dat e-health in Nederland nog niet op grotere schaal vaste grond onder de voeten heeft gekregen. “We hebben veel dingen in de zorg al goed voor elkaar in Nederland”, zegt Heldoorn. “Daardoor werd de behoefte niet zo gevoeld."
Wachtkamers zaten toch wel vol en patiënten wisten niet beter dan dat er lange wachttijden waren, schetst hij. "Dingen die we nergens in de maatschappij zouden accepteren, maar die we in de zorg normaal vinden. Die twee zaken versterken elkaar. De artsen zijn terughoudend om e-health aan te bieden en de patiënten vragen er ook niet zo naar.”
Minder afstand, minder behoefte
Mekić stelt dat daarnaast de afstanden tussen aanbieders en afnemers van zorg vrij klein zijn, in tegenstelling tot landen zoals de VS. Hier in Nederland is overal op kleine afstand een huisartspraktijk te vinden en zijn er veel ziekenhuizen. De behoefte is dus minder groot, meent Mekić.
“Bovendien zijn we erg gesteld op onze privacy en brengt de toepassing van e-health privacy-vraagstukken met zich mee. En we hebben slimme en onafhankelijke dokters die bij iedere nieuwe toepassing kijken of die voldoende meerwaarde heeft. Ook die zaken hebben een remmend effect op de toepassing van e-health.”
Corona maakt van e-health nieuwe normaal
In december 2019 stelde secretaris-generaal Erik Gerritsen (VWS) in ICT&health nog dat digitale zorg een aanzwellende onderstroom was, maar nog niet het 'nieuwe normaal'. Inmiddels, in het kielzog van de coronacrisis, is alles anders. Direct contact tussen patiënt en zorgverlener werd beperkt tot het absolute minimum en maakte plaats voor Teams, Zoom, Facetime en andere digitale toepassingen.
Mekić ziet dat de mogelijkheden van e-health heel lang vooral benaderd vanuit de techniek in plaats van vanuit de behoefte”, zegt hij. “Ontwikkelaars vragen zich dan af waarom niemand hun toepassing wil gebruiken. Nu is door de coronacrisis een nieuwe behoefte ontstaan en het is zeker denkbaar dat die ook na de crisis voor een deel blijft bestaan. Gebruik creëert behoefte.”
Sjaak Nouwt, adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG, ziet Nederland door de coronacrisis op een keerpunt staan: e-health is voor veel mensen lang een vrij abstract begrip gebleven en dat lijkt nu wel over. Natuurlijk zijn sommige coronamaatregelen tijdelijk, zoals het zonder vooraf verleende uitdrukkelijke toestemming om gegevens van de patiënt in het huisartsendossier te laten raadplegen door de huisartsenpost en spoedeisende hulp.
Privacy- en beveiligingsissues
“Maar dit neemt niet weg dat andere e-health-toepassingen, zoals beeldbellen, zeker een vaste plaats kunnen krijgen in onze zorg. Er spelen privacy- en beveiligingsissues, maar die zijn ook aangepakt door de komst van beveiligde beeldbeltoepassingen. Ik verwacht wel dat het een vaste plek krijgt, zeker wanneer het als een bewezen effectieve toepassing wordt gezien.”
Voor Heldoorn geldt hetzelfde. “Wat ons als Patiëntenfederatie betreft, zou het normaal moeten zijn dat je bij iedere zorgverlener ook digitaal terecht kunt. Het is dus zaak dat we de lessen van deze periode gebruiken om daarin de juiste stappen te zetten. Ik denk dat patiënten – gezien de digitalisering op andere gebieden – het gemak ervan nu snel zijn gaan zien.”
Ondanks de snelle acceptatie nu is het wel zaak realistisch te blijven, waarschuwt Mekić: “We moeten nu niet ineens onze normen gaan verleggen. Het zou kunnen dat we e-health zo gemakkelijk gaan vinden dat we niet meer naar de huisarts willen. Maar je creëert met digitale zorg altijd enige vorm van privacy-inbreuk. We moeten niet voorbijgaan aan de waarde die patiënten toekennen aan de vertrouwensrelatie met hun arts. We moeten er dus nuchter in blijven staan.
E-health veel meer dan beeldbellen
Heldoorn vult aan: “Wat nu in ieder geval niet gaat werken, is botte dwang door bijvoorbeeld overheid en zorgverzekeraars om e-health af te dwingen. We moeten de artsen en patiënten gewoon een keus geven. Een heel interessante keus, denk ik, want e-health is veel meer dan beeldbellen alleen. Het kan mensen ook aanzetten tot meer zelfzorg en eigen regie."
ICT&health editie drie verschijnt deze week.